Uitgebreide beschrijving (regest) | Luytgaerdis, weduwe van de steenhouwer Johannes van Gheressym, verkoopt aan Aelbertus Vaeck een erfcijns van een oude gouden schild, te betalen op de vigilie van Pasen en op St. Victorsdag uit haar bezittingen, gelegen bij de Gansshoevell tussen het erf van Johannes Speckmans en dat van Wilhelmus van Triest, achter grenzend aan de straat tegenover het erf van Aelbertus van Redinchaven en voor aan de straat ; t.o.v. Henricus Collart van Lynden, onderrichter, en Theodericus van Wuesic en Theodericus Theoderici, schepenen te Nijmegen. |
---|