| Beschrijving (regest) | Johan, heer tot Culenborch, ter Leck enz., Derick van Bronchorst, heer tot Batenborch en tot Anholt, Johan, heer tot Broichusen, tot Werdenberch en tot Amerzoyen, Derick van Bylant, ridder, Reynalt, heer tot Oy, Johan van Groisbeke, heer tot Hoemen, tot Malden en tot Beeck, Willem van Drueten, Johan van Benthem, heer tot Spaldorpp, Johan van Rossom heer Johanssoen, Bertolt van Gent, heer tot Luenen, Baltasar van Buren, Ott van Asperen van Vueren, Ott van Bylant, Gijsbert van Ranwick, Willem van Ysendaren Alertszoon, Rutger van Galen, Willem van Galen, Arnt van Apelteren, Johan van Apelteren, Seger van den Poll, Herberen van Oy, heer tot Balgoy, Johan van Oy, Johan van Rossom, Gerit van Rossom, gebroeders, Werner van Puyflic, Goessen van Vauderick, Gerbrant van Beesde, Gijsbert die Kock, Johan van der Borch, Gijsbert van Galen, Jacop van Ambe, Willem Heucke, Gerit van Marwick, Johan Tengnagel van Marwick, gebroeders, Derick van Lent, Johan van Lent, gebroeders, Johan die Ruter, Roeloff die Ruter, Henric die Ruter, gebroeders, Willem Millinck, Baers van Delft, Gerit van der Lawick, Beernt Hackfoirt, Johan van Arpe, Floris van Mekeren, Willem van Heze, Derick van Driell, Wolter van Baex, Henric Boll, Sander van Wely, Johan van Wely, Brant Spaen, Henric van Brienen, Johan van Heze, Johan van Doernick, Steven van Doernick, Johan van Zandwick, Henric van Huessen, Jorden van Wye, Sander van Dodenwerde, Gerit Trant, Johan van Oywick, Johan van Bemmell, Albert van Bemmell, Ott van Boninghen, Gadert van Boninghen, gebroeders, Roeloff van Ewick, Gerit Baers van Ewick, Derick van Weze, Evert van der Borch, Arnt Ganzeneb, Henric Ganzeneb, gebroeders, Arnt van der Waden, Johan van Machgeren Henrixsoen, Henric die Beyer, Sweder van Heughen, Gelis Steynken, Gerit van Buderick en Johan Kyevit, knapen in het Kwartier van Nijmegen, alsmede burgemeesters, schepenen en raden der steden Nymegen, Zaltbomell, Tiell, Grave, Leyerdam, Maesbomel en Gent verklaren het verbond met de drie andere Kwartieren, gesloten ter handhaving hunner rechten en ter verdediging tegen willekeur van de hertog, te bekrachtigen. |
|---|