Beschrijving (regest) | Willem van Lienen en Zween zijn echtgenote, dragen over aan Wijnken van Wedinchem, ten behoeve van de priorin en het convent to Marienborch van de orde der reguliere kanunniken, een lijfrente van 8 gouden schilden zolang hun dochters Hille en Gaitzsten van Lienen in leven zijn, te betalen op Paischavont en op sunte Victoirsdach uit een huis, hof en 5 morgen land te Oy gelegen, onder voorwaarde dat bij overlijden van Willem van Lienen of zijn vrouw elk der dochters 25 overlentse Rijnsche gulden zal ontvangen uit hun goederen ; t.o.v. Johan Venboet, burggraaf te Nijmegen en richter in het Rijck, en Willem Wijnninck en Henric van Olmen, schepenen te Nijmegen en gerichtslieden in het Rijck. |
---|