Beschrijving (regest) | Ida Johans met haar kinderen, nl. Herman Johanssoen en zijn vrouw Aleit, Alaert Johanssoen en zijn vrouw Derick, Claes Johanssoen en zijn vrouw Lijsbeth, Gijsbert Henrickssoen en zijn vrouw Aleit, Johan Peterssoen en zijn vrouw Heilwich, Gerit Johanssoen en zijn vrouw Belia, alsmede Weyndel Iden, dochter, verklaren schuldig te zijn aan Johan van Beers, procurator van het klooster Marienberch te Nijmegen in de voorstad gelegen, een erfjaarrente van 2 blauwe gulden, geldende op St. Petersdach ad cathedram uit een hofstad in het kerspel van Drueten, met nader omschreven belendingen, en bezwaard met 1 blauwe gulden voor de kerk van Drueten en ridder Goedert van den Pol ; t.ov. Jacop van Riemsdick, richter tussen Maisse ende Waille, Wychart van Ewick en Heymerick van Herwairden, gerichtslieden. |
---|