Uitgebreide beschrijving (regest) | Goesswinus van den Berghe en zijn vrouw Hilla verkopen aan Metta, weduwe van Albertus Kracht, een erfcijns van 2 oude gouden schilden, geldende op de vigilie van Pasen en op St. Victor uit een cijns van 2 oude gouden schilden die zij hebben uit het huis en erf van Wilhelmus Wynkinus, bakker, gelegen opten Ganzehoevell tussen het erf van Theodericus van der Schueren en dat van Hermannus van Daill, voor en achter strekkend tot aan de straat, en uit een erfcijns van 1½ oude gouden schild uit het huis en erf van wijlen Rodolphus van Lent, gelegen in de Vleyshouwerstrait tussen het erf van Symon de Overkampp en dat van wijlen Rodolphus, achter strekken tot aan het erf van Henricus van der Hauters en voor aan de straat ; t.o.v. Johannes van Redinchaven, onderrichter in Nijmegen, en Theodericus Tengnagel van Zandwick en Theodericus Collert, schepenen aldaar. |
---|