Uitgebreide beschrijving (regest) | Johannes van Groenwalt, deken der St. Stevenskerk te Nijmegen, verklaart schuldig te zijn aan Johannes van Machgeren, zoon van Reyckquinus, een jaarrente van 6 enkele overlentse Rijnse goudgulden uit een huis, gelegen bij het kerkhof van genoemde kerk achter het huis van wijlen dominus Henricus Butken, dat eertijds toebehoorde aan Johannes ter Voirt, af te lossen met 100 Rijnse goudgulden ; t.o.v. Swederus van Sallant, onderrichter, en Theodericus van Bronchorst en Theodericus Vige, schepenen te Nijmegen. |
---|