| Uitgebreide beschrijving (regest) | De notaris Petrus Mackem van Stralen, clericus, instumenteert dat Francisca van Stall en Jacoba Schelberchs, zusters van huize Bethlehem, ten overstaan van pater Johannes Holl van Arnhem, prior van het Augustijnerklooster In der Gaetzdunck, al haar goederen aan genoemd huis hebben vermaakt, dat zij gehoorzaamheid beloven aan al haar superieuren en dat zij zich onderwerpen aan de visitatie van de prior van Gaetzdonck bij Goch ; t.o.v. van Gotfridus van Tiela, rector van het reguliere zusterklooster St. Agneten op den Thijrs bij Nijmegen, Anthonius van Goch, procurator van het klooster Inder Gaetzdonck, en Theodoricus Martini van Goch, regulier kanunnik van St. Augustinus. |
|---|