| Uitgebreide beschrijving (regest) | Kanselier en raden van Gelderland, bemiddelend in een geschil tussen Herman van Bronckhorst, heer tot Batenborch, enerzijds, en de stad Nijmegen, anderzijds, over de beslaglegging door de heer van Batenborch in zijn heerlijkheid op de goederen van Nijmeegse burgers en over de verwoesting door de Nijmegenaren van de nieuw aangelegde versterkingen van het huis Batenborch, verklaren dat beide partijen zijn overeengekomen, ter verduidelijking van een door raden uit te brengen rapport, eventueel schriftelijk hun standpunt uiteen te zetten en dat de heer van Batenborch tot dan toe alle begonnen procedures en rechtsvorderingen zal intrekken. |
|---|