Uitgebreide beschrijving (regest) | Burgemeesters, schepenen en raad der stad Nijmegen verklaren, met name aan richters, schepenen en raad der stad Embrick, dat zij in oude bescheiden gezien hebben dat Ot van Galen en zijn twee zonen Johan en Henrick destijds raadsleden en burgemeesters van Nijmegen zijn geweest, dat laatstgenoemden nog een broer Ot hebben gehad en dat deze weer een zoon heeft gehad, eveneens Ot genaamd, die in Embrick is overleden ; dat deze overleden Ot een zoon te Nijmegen heeft wonen, die daar goederen heeft en dat de stad Nijmegen zal opkomen voor zijn belangen wanneer hij in rechte nzou worden aangesproken. |
---|