Uitgebreide beschrijving (regest) | Adolph, hertog van Gelre enz., verklaart aan zuster Mechteld van der Moelen aan het Armen Susterenhuis Beethlehem binnen Nijmegen voor de duur van haar leven een jaarrente te hebben geschonken van 14 overlentsche Rijnsche gulden uit twee stukken land in de maalschap van Wuerde in het Rijk van Nijmegen gelegen, te weten het Lange Stuck en de Laick, thans in pacht gehouden door Wilhem van Denssen en Henrick Woulff en uit twee andere stukken land, genaamd het Overste en het Nederste Block, thans in pacht gehouden door Sander Hack en Arnt van Weilhuysen, en beveelt zijn rentmeester Wilhem Sassen deze rente jaarlijks aan zuster Mechteld uit te betalen op St. Martynsdage in den wijnter. |