Commissie van Bijstand voor de Reinigings- en Ontsmettingsdienst Nijmegen


ArchiefvormerCommissie van Bijstand voor de Reinigings- en Ontsmettingsdienst Nijmegen
Andere namenCommissie van Bijstand voor de Gemeente-Reiniging
Archief21 Commissie van Bijstand voor de Reinigings- en Ontsmettingsdienst Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1877-1941
PlaatsNijmegen (1877-1941)
Algemene contextIn het derde kwart van de negentiende eeuw had Nijmegen te kampen met een grote vervuiling. Geen wonder, met bijna 20.000 inwoners op een klein oppervlak. De reiniging van de straten was uitbesteed aan pachters van de vuilnis, die tegen betaling vuilnis ophaalden, beerputten leegden en de straten schoonveegden. Maar dit alles hielp niet. Op advies van de Gezondheidscommissie besloot de raad om de stadsreiniging in eigen hand te nemen.
GeschiedenisDe Commissie van bijstand voor de Gemeente-Reiniging zag in 1877 het levenslicht, nadat de raad op 22 december 1876 tot de instelling van deze permanente raadscommissie had besloten. In de loop der jaren kende zij verschillende onofficiële namen, waaronder de ‘Dienstcommissie voor de Gemeentereiniging’ en ‘Commissie voor de reiniging’.
De notulen uit de jaren 1914-1941 zijn bewaard gebleven. In die periode kwamen de leden twee tot drie keer per jaar bijeen, in de jaren 1920-1924 werd jaarlijks drie tot zeven keer vergaderd.
De commissie van bijstand werd per 28 september 1941 opgeheven op grond van een maatregel van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied. In 1946 stelde de raad opnieuw een raadscommissie Reinigings- en Ontsmettingsdienst in. Zij bleef functioneren totdat de dienst in 1956 opging in de Centrale Vervoersdienst Nijmegen (CVD).
Functies, beroepen of activiteitenHaar voornaamste taak was het bijstaan van Burgemeester en Wethouders in het toezicht op het rein houden van goten, riolen, straten en pleinen, en op het besproeien van straten en wegen. Verder ontwierp zij voorwaarden van aanbesteding van werken en leveranties ten behoeve van de Gemeente-Reiniging. Tegen haar eigen zin in hield de commissie zich alleen bezig met het regelen van de straatreiniging en niet met het regelen van de verzameling van faecalia. In de vergaderingen kwamen onder andere ter sprake: de begroting van de reinigings- en ontsmettingsdienst, personeelsaangelegenheden, het in gebruik nemen van nieuwe voertuigen, plaatsen van urinoirs, de verplaatsing van de vuilnisbelt, enzovoort.
Structuur of genealogieIn de commissie zaten de voorzitter, twee à drie gemeenteraadsleden en een secretaris. De directeur van de Reinigings- en Ontsmettingsdienst was standaard aanwezig en vanaf 1940 woonde ook de betrokken wethouder de bijeenkomsten bij.
Bron(nen)Dongelmans, M.J., Struinen door het stadsverleden, 1994, p. 20-23.
Gedrukt raadsverslag 22 december 1877, p. 213.
Verslag van den toestand der gemeente Nijmegen over het jaar 1877.