N.V. Concertgebouw De Vereeniging


ArchiefvormerN.V. Concertgebouw De Vereeniging
Archief255 N.V. Concertgebouw De Vereeniging Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
Datering1913-1961
PlaatsNijmegen
GeschiedenisPer circulaire van mei 1913 kondigde het bestuur van de ''Kunstvereeniging Nijmegen'' zijn plannen aan om ''Een nieuw concertgebouw, ingericht naar de eischen des tijds, op de plaats, waar thans het gebouw van de Sociëteit De Vereeniging is gevestigd'' te bouwen. Daartoe zouden het gehele aandelenbezit en de oprichtingsbewijzen tegen een aannemelijk bod van de tegenwoordige aandeelhouders der sociëteit '' De Vereeniging'' worden overgenomen en ingebracht worden in een nieuwe Naamloze Vennootschap '' Concertgebouw de Vereeniging'' 1).

De oude sociëteit '' De Vereeniging'' - gebouwd op het terrein Oranjesingel-Keizer Karelplein- -Groesbeekseweg, dat door de gemeenteraad op 7 mei 1881 aan de Amsterdamse architect L.A. Brouwer in erfpacht was uitgegeven 2) - zou aanvankelijk op de Hunnerberg verrijzen, een terrein dat door het afbreken van de vestingwerken was vrijgekomen. Dit '' Feestgebouw'', later ''De Vereeniging'' geheten, zou als buitensociëteit in de beginjaren de bestaande sociëteiten geenszins overvleugelen en had bovendien in de eerste jaren aan kinderziekten te lijden 3]. Zij verwierf zich binnen enkele jaren echter een positie in het stedelijk culturele leven, die later de afbraak en een nieuwbouw rechtvaardigde. De gemeenteraad had op 26 april van dat jaar op een verzoek van het bestuur besloten tot geldelijke steun aan de oprichting van dit concertgebouw. Hij verbond hieraan naast een aantal te stellen financiële zekerheden ook uitgebreide stringente voorwaarden over de medezeggenschap van de gemeente in de exploitatie van het gebouw en de tuin 4] . Dit raadsbesluit werd 27 september 1913 enigszins gewijzigd en op 3 januari 1914 opnieuw herzien, waarbij onder meer een door B. en W. aan te wijzen vertegenwoordiger '' het recht hebbe alle vergaderingen zoowel van het Bestuur der Vennootschap als van aandeelhouders bij te wonen en daarin een raadgevende stem uit te brengen,...'' 5] . De statuten werden goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 10 januari 1914 6] .

Het bestuur gaf op 21 maart 1914 opdracht aan de Nijmeegse architect Oscar Leeuw tot '' het afbreken van het oude en het bouwen van een nieuw concertgebouw. Wij verstaan onder deze opdracht: het maken van alle ontwerpen, teekeningen, details, revisieteekeningen, begrootingen, bestekken, beschrijvingen en het houden van toezicht bij de uitvoering.....'' 7] . De architect had met de omstandigheid rekening te houden, dat het oude gebouw zolang mogelijk in gebruik moest blijven; daarom kon voorlopig alleen met de achterbouw worden begonnen en pas op 10 mei 1914 met de afbraak zelf 8] . De aannemer Smits uit Nijmegen ging echter zo voortvarend te werk, dat de grote zaal met wat lokaliteiten al begin februari 1915 gereed was. Op 6 februari had de opening plaats, waarmee '' eer is ingelegd en het Bestuur de meest mogelijke satisfactie van zijn werk heeft gekregen'' 9}. In 1961 ging de gemeente over tot aankoop van alle aandelen.

Het zwaartepunt van het Bestuur lag bij de aandeelhouders, die in hun vergaderingen -tweemaal per jaar- de leden van de Raad van Bestuur kozen. De Raad van Bestuur legde financiële verantwoording af aan de aandeelhouders, maar moest voor alles wat hij deed tevoren toestemming aan de gemeente vragen. De Raad van Bestuur stelde de pachter, vanaf 5 juni 1937 direkteur geheten, aan, die de verantwoording had voor de direkte exploitatie en voor het personeel. Hij contracteerde de toneelgezelschappen, de orkesten, de revuegezelschappen, enz., waarbij eventuele tekorten voor zijn rekening waren. Hij was verantwoordelijk voor de buffetexploitatie en voor alles wat daarmee samenhing. Hij deed ook voorstellen voor extra evenementen en voor verbeteringen in de explotatie. De direkteur kreeg een percentage van de winst. De aandeelhouders hadden via hun aandelen voorkeursrecht bij het bespreken van zitplaatsen. Daarnaast werden abonnementskaarten uitgegeven, waarbij de direkteur moest beoordelen of van de persoon die zich als lid aanmelde '' standing en moraliteit zodanig zijn, dat zij vanzelfsprekend gaarne als lid worden aangenomen '' 10]. Degenen die door hem afgewezen waren konden in beroep gaan bij de Raad van Bestuur. Aan de gestelde regels voor lidmaatschap, buitenleden en introducé's werd streng de hand gehouden.

De exploitatie werd door een vaste accountant nauwkeurig in het oog gehouden. Van hem werd niet alleen een boekhouding met viermaal per jaar een uitvoerig verslag over de stand van zaken en maandelijkse likwiditeitsrapporten verlangd, maar ook ''een waarschuwing als z.i. de zaak ergens scheef begint te lopen'' 11 . De pogingen van verschillende zijden om op onderdelen van de exploitatie samen te werken, werden konsekwent afgewezen of werden na enige tijd weer beëindigd 12] . Na de opening op 6 februari 1915 werd het gebouw vele malen op onderdelen verbouwd, aangepast en verbeterd. Reeds in 1928 werden serieus de eerste plannen voor de aanbouw van een schouwburg ter hand genomen, die in de tweede helft van de jaren dertig weer bleven rusten, maar in de oorlog opnieuw werden bestudeerd om vlak na de bevrijding langdurig een rol te blijven spelen 13] . Uiteindelijk werd door het stadsbestuur een schouwburg afzonderlijk gebouwd, waarvan de opening op 8 april 1961 plaatsvond 14].

Vanzelfsprekend had de oorlog 1940-1945 ook op de exploitatie een ongunstige invloed en zouden de gevechten bij de luchtlanding in september 1944 het gebouw zwaar beschadigen; het heeft '' in die dagen circa 10 voltreffers '' gehad 15]. Op 10 februari 1944 werd het gebouw door de Duiters gevorderd, dat in het vorderingsbevel omschreven staat te bestaan uit foyer, biljartzaal, alle keukeninrichtingen met kelderruimten, direkteurswoning en bestuurkamer 16]. Op 22 september 1944 werd het door de geallieerden gevorderd, hetgeen bepaald geen verbetering was. De direkteur vertelde hierover in een bestuursvergadering, dat er veel vernield en gestolen was en dat hij allang geen baas meer in eigen huis was; controle kon hij niet meer uitoefenen 17]. Op 13 januari 1946 werd een gedeelte van het gebouw, de grote concertzaal, door de geallieerden vrijgegeven 18] . Op 19 februari werd opnieuw een gedeelte vrijgegeven en op 30 juli 1946 het hele gebouw 19] .

Talloos zijn de evenementen, die in de loop der jaren binnen het gebouw plaats vonden. Niet alleen orkesten als het Concertgebouworkest onder leiding van de beroemde Mengelberg 20] en andere orkesten met een klassiek repertoire zoals de Arnhemse Orkest Vereniging met een Beethovencyclus 21] traden er op, maar ook werden ensembles aangetrokken, die entertainement brachten zoals The Ramblers, het dansorkest van Louis Bannet en vele anderen. Veel gerenommeerde toneelgezelschappen heeft het onder zijn dak gehad; om er enkele te noemen; Commedia uit Amsterdam, Het Residentie Toneel, Het Amsterdams Rotterdams Toneelgezelschap. Spelers als Van Dalsum, Cees Laseur, Ko Arnoldi traden er op, bekende caberetiers als Toon Hermans, Wim Kan en Wim Sonneveld hebben er vele malen gespeeld. De Bouwmeester Revue, René Sleeswijk, het Ruysensemble en opera en operettegezelschappen waren vaste bespelers 22] . Ook de gemeente maakte gebruik van de Vereeniging voor officiële gelegenheden, zoals de huidiging van burgermeester F.A.M. van Schaeck Mathon bij zijn zilveren ambsjubileum in 1923 en bij de viering van het 700-jarig bestaan van de stad 23]

1. Inventaris Concertgebouw De Vereeniging [voortaan CDV], nr. 2
2. Verslag Gemeenteraadsvergadering 7 mei 1881
3. Maarten M.J. Dongelmans, Het prille begin van De Vereeniging in : Nijmegen Toen Ter Tijd, p. 53-55. Uitgeverij De Dwarsstap, Nijmegen 1988
4. CDV, inv.nr. 13
5. CDV, inv.nr. 13
6. CDV, inv.nr. 13
7. CDV, inv.nr. 54
9. CDV, inv.nr. 43
10. CDV, inv.nr. 45
11. CDV, inv.nr. 43
12, CDV, inv.nr. 9
13. CDV, inv.nrs. 6-7
14. Maarten J.M. Dongelmans, Flitsen uit Nijmegens Schouwburghistorie in: Speelplan theater lustrum-seizoen 1985-1986, Nijmegen Stadsschouwburg
15. CDV, inv.nr. 46
16. CDV, inv.nr. 186
17. CDV. inv.nr. 46
18. CDV, inv.nr. 187
19. CDV, inv.nr. 187
20. CDV, inv.nr. 361
21. CDV, inv.nr. 359
22. CDV, inv.nrs. 207-329
23. CDV, inv.nrs. 358,411
Bron(nen)In 1990 is nog verschenen: Joyce Kiliaan en Willem-Jan Pantus, Tussen Apollo en Bacchus, vijfenzeventig jaar Concertgebouw De Vereeniging, Nijmegen 1990