St.-Anthoniusgilde


ArchiefvormerSt.-Anthoniusgilde
Andere namenSint-Antoniusgilde
Archief733 St.-Anthoniusgilde Malden
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
Datering1726-1929
PlaatsMalden
GeschiedenisOprichting
Het Antoniusgilde is de oudste vereniging van Malden. Het werd in 1726 opgericht door katholieke Maldenaren, die na de reformatie eind zestiende eeuw niet meer naar de katholieke kerk konden gaan.
Het gilde was een broederschap waarvan de leden elkaar in moeilijke tijden bijstonden: ze zorgden voor armen, zieken, wezen en weduwen. Het gilde werd later een dorpsgilde, ter bescherming van de inwoners en om overledenen te begraven. Op 17 januari 1727, de naamdag van patroonheilige Antonius Abt en daarmee de gildefeestdag, stelden de leden het reglement vast.

Regels en gebruiken
Een gildelid moest geboren of woonachtig zijn in de vrije Heerlijkheid Malden. Voor toetreding moest hij – vrouwen konden (aanvankelijk) niet toetreden – een half vat bier aanleveren, de zoon van een gildelid kon volstaan met een kwart vat bier. Op de jaarlijkse gildefeestdag moesten alle gildeleden de mis bijwonen. Na het overlijden van een gildelid dienden de erfgenamen bier aan te leveren. Ook boetes (bijvoorbeeld voor het niet aanwezig zijn bij de begrafenis van een gildelid) werden afgedaan met bier.

De gildeleden kwamen gewoonlijk bijeen in café-boerderij De Zwaan aan de Eendenpoelseweg. Jaarlijks hoogtepunt was het vogelschieten. De winnaar mocht zich een jaar lang koning noemen. Dat gebruik stopte waarschijnlijk rond 1874.

Gildezilver
Het Sint-Antoniusgilde had van begin af aan gildezilver in bezit. Het oudste stuk was de patroonsplaat uit 1698, met een afbeelding van Antonius Abt. Naast deze plaat zijn er 16 kleinere plaatjes, waarop de namen van de schutterskoningen bij het vogelschieten staan vermeld.

Opheffing
In de periode tot 1876 telde het gilde in totaal 536 leden. Eind negentiende eeuw gleed het gilde af. Alleen voor het gebruik van de lijkbaar bij begrafenissen ontving het gilde nog geld, dat op ging aan drank. De functie van gildemeester was te koop. Het kwam tot een conflict tussen de plaatselijke pastoor Van Beek en het gildebestuur: de pastoor wenste in zijn kerk niet dat gildeleden met gilde-eer werden begraven. Nadat de kerk een eigen lijkbaar en baarkleed had aangeschaft verloor het gilde zijn laatste inkomstenbron. In 1920 of 1929 volgde opheffing. Het gildezilver werd verkocht en kwam in 1948 terecht in de collectie van het Nationaal Openluchtmuseum in Arnhem. Het Gildeboek kwam via de dorpspastoor en particulieren uiteindelijk in het Regionaal Archief Nijmegen terecht.
Functies, beroepen of activiteitenHet beschermen van de inwoners, zorgen voor armen, zieken, wezen en weduwen, en het begraven van overledenen binnen de heerlijkheid Malden.
Structuur of genealogieHet bestuur van het gilde werd gevormd door twee gildemeesters. Gildemeesters werden op 17 januari gekozen voor een termijn van twee jaar.
Bron(nen)Kesseler, F., P. Thijssen en J. Willemsen, Malden en de Maldenaren. Honderd jaar geschiedenis in foto's 1870-1970, Malden, 2016.
Niekus, T., ‘Onenigheid om het Antoniusgilde’, in: Heerlijkheid Malden, 2008-1, Malden, 2008.
Schulte, A.G., Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte, Den Haag, 1982.