Grondvergaderingen Nijmegen


ArchiefvormerGrondvergaderingen Nijmegen
Archief374 Grondvergaderingen Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1795-1805
PlaatsNijmegen (1795-1805)
Algemene contextNa de binnenkomst van de Fransen op 8 november 1794 brak voor Nijmegen de Bataafs-Franse tijd aan. Op bestuurlijk vlak volgden chaotische jaren, waarin op nationaal niveau verschillende bestuursvormen en op lokaal niveau verschillende raden elkaar snel opvolgden.
In 1796 vonden nationale verkiezingen voor een volksvertegenwoordiging plaats via een districtenstelsel. Het land werd hiertoe na een volkstelling verdeeld in 126 districten van elk circa 15.000 inwoners. De districten werden op hun beurt elk opgedeeld in dertig zogenoemde grondvergaderingen van ongeveer 500 personen.
GeschiedenisDe bijeenkomsten van de grondvergaderingen waren toegankelijk voor alle mannen van twintig jaar en ouder, uitgezonderd bedeelden, veroordeelden, krankzinnigen enzovoort. Elke grondvergadering wees een kiezer of kiesman en een plaatsvervanger aan. De dertig kiezers per district wezen de afvaardiging voor de Nationale Vergadering aan, plus twee plaatsvervangers. Nijmegen, het schependom en Ubbergen waren samen een van de 15 districten in Gelderland.

Over de grondvergaderingen in Nijmegen is niet veel bekend. In Nijmegen werd veel geruzied over wie het in het stadsbestuur voor het zeggen had, aangezien het volk soeverein was verklaard. De grondvergaderingen in Nijmegen hadden een katholieke meerderheid, terwijl de raad voor de helft uit katholieken en voor de helft uit protestanten bestond.

In 1798 wijzigde de opzet van het kiessysteem. Het aantal districten werd verkleind en de omvang werd vergroot naar 20.000 inwoners, met 40 kiezers per district. Kiezers stemden eerst ‘gebonden’ (volgens het advies van de grondvergaderingen) en als er dan geen meerderheid was volgde een vrije stemming.

Samenhangend met een bestuurlijke decentralisatie vond in 1801 een ingrijpende verandering van het kiessysteem plaats. De grondvergaderingen in hun bestaande vorm werden afgeschaft. Het algemeen (mannelijk) stemrecht maakte plaats voor een beperkt stemrecht: alleen zij die een bepaalde som aan belastingen betaalden mochten hun stem uitbrengen. De grondvergaderingen kozen nu zogenoemde ringkiezers, die op hun beurt departementale kiezers kozen en personen nomineerden voor het 35 leden tellende Wetgevend Lichaam. De departementale kiezers maakten de keuze uit de genomineerden.

Op 29 april 1802 keurde de regering een reglement goed, waarin de departementen werden verdeeld in districten of ringen met daarin een aantal grondvergaderingen. Elk kwartier van Gelderland was in vier ringen verdeeld en elke ring had een vertegenwoordiger in het departementaal bestuur. Uiteindelijk benoemde echter het Staatsbewind de leden.

Elk jaar trad een lid van het departementaal bestuur af. Volgens het reglement mocht de ring waarvoor dat lid uitkwam een nieuw lid benoemen. Dat gebeurde vanaf de vaststelling van de kieswet van 18 februari 1803 door de stemgerechtigde burgers in een kring zo gelijk mogelijk te verdelen over een aantal grondvergaderingen. De grondvergaderingen kozen ringkiezers, die weer departementale kiezers benoemden. Iedere man van 20 jaar of ouder was stemgerechtigd, maar de ringkiezers moesten aan – voornamelijk – financiële voorwaarden voldoen. In het kwartier van Nijmegen moest men minimaal 4000 gulden aan grondbezit hebben of 8000 in aandelen. Departementale kiezers moesten respectievelijk tien en twintigduizend gulden hebben. De departementale kiezers kozen het nieuwe lid uit de nominatie van de ringkiezers. Het bijeenkomen in de grondvergaderingen werd verboden.

Op 27 augustus 1804 bepaalde het departementaal bestuur in Gelderland dat bij de keuze van nieuwe leden voor het Nijmeegse stadsbestuur de stemgerechtigde burgers niet meer samen mochten komen in de grondvergaderingen, maar dat de stemmen aan huis werden opgehaald.

De grondvergaderingen verdwenen geheel in 1805, toen het nationaal bestuur sterk oligarchisch werd: kiezers werden uitgesloten, de 19 bestuurders van het land werden aangewezen door de departementsbesturen.
Functies, beroepen of activiteitenHet aanwijzen van een lid voor de Nationale Vergadering (1796-1798) het Vertegenwoordigend lichaam (1798-1801) en voor het Wetgevend Lichaam (1801-1805). De grondvergaderingen hadden ook een rol in het lokale bestuur: zij controleerden de raad samen met het college van gemeenslieden, dat die taak al sinds 1592 uitvoerde. In Utrecht bijvoorbeeld werden ook gewichtige zaken door het stadsbestuur aan de grondvergadering toegezonden, vooral als de wijkvergadering dit wilde.
Structuur of genealogieDe organisatiestructuur van de Nijmeegse grondvergaderingen is niet bekend. In een stad als Utrecht stond elke grondvergadering onder voorzitterschap van een lid van de Municipaliteit, en was de wijkmeester de secretaris. De uitslag van een stemming werd door de gecommitteerden uit de wijken opgemaakt.
Bron(nen)Brabers, J., Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland, p. 202-205.
Hendriks, H.J.J., De stedelijke regering van Nijmegen onder Schimmelpenninck en koning Lodewijk Napoleon, z.j., p. 7-9.
Ramaer, J.C., De Franse tijd. In: Geschiedkundige atlas van Nederland, ’s-Gravenhage, 1926.
www.politiekcompendium.nl.
Inleiding bij de inventaris van het Bestuurlijk archief der stad Nijmegen, 1196-1815 (archiefnr. 1).