Commissie van Bijstand voor de Gemeentefinanciën Nijmegen


ArchiefvormerCommissie van Bijstand voor de Gemeentefinanciën Nijmegen
Andere namenCommissie voor de Financiën Nijmegen
Archief40 Commissie van Bijstand voor de Gemeentefinanciën Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1920-1956
PlaatsNijmegen (1920-1956)
Algemene contextTerwijl de lokale economie vanaf het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog steeds slechter draaide, namen zowel de taken als het ambtenarenapparaat van de gemeente sterk in omvang toe. Daarnaast leed de gemeente jaarlijks verlies op de tram en waren er plannen voor de bouw van een nieuw stadhuis. Om de stijgende kosten het hoofd te kunnen bieden, moest de gemeente naarstig op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. Tijdens de bespreking van de gemeentebegroting voor 1920 op 29 december 1919 deed raadslid De Vreeze het voorstel tot benoeming van een commissie die moest onderzoeken hoe de gemeente aan geld moest komen. Naar aanleiding van het voorstel van De Vreeze diende het college een voorstel in tot instelling van de commissie.
GeschiedenisOp 4 februari 1920 stelde de gemeenteraad van Nijmegen vast de verordening tot regeling van de samenstelling en werkkring van de Commissie van bijstand voor de Gemeentefinanciën. De commissie vergaderde voor het eerst op 8 maart 1920. Gewoonlijk vonden de vergaderingen in het stadhuis plaats, met tussenpozen van een maand tot een half jaar.
De laatst bewaard gebleven notulen dateren van 6 augustus 1941. Daarna moest de commissie waarschijnlijk – zoals de andere gemeentelijke commissies – haar taken laten rusten op last van de Rijkscommissaris voor het bezette gebied. Na de Tweede Wereldoorlog hervatte zij haar werkzaamheden, in elk geval van juni 1950 tot het najaar van 1956. Notulen van de vergaderingen uit deze periode zijn niet bewaard gebleven.
Functies, beroepen of activiteitenDe commissie stond burgemeester en wethouders bij ‘in zaken met betrekking tot de gelden der gemeente’. Zij bereidde onder meer voorstellen voor tot het invoeren, wijzigen en afschaffen van belastingen en tot het aangaan van geldleningen en het beleggen van gelden.
Structuur of genealogieDe permanente commissie bestond uit een wethouder als voorzitter en drie leden van de gemeenteraad. Een secretaris completeerde het geheel. Met de wijziging van de verordening in 1927 werd alleen nog gesproken van ‘een oneven aantal leden’, met de wijziging van 1939 was sprake van een even aantal leden.
Bron(nen)Gedrukte raadsverslagen 1919, p. 1096, 1163.
Gemeenteblad B van Nijmegen over 1920, no. 4.