Stichting Stadspark de Goffert Nijmegen


ArchiefvormerStichting Stadspark de Goffert Nijmegen
Archief275 Stichting Stadspark de Goffert Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
Datering1939-1969
PlaatsNijmegen
Algemene contextHet Stadspark de Goffert ontleent zijn naam de gelijknamige in het park gelegen en tot café-restaurant verbouwde boerderij "De Goffert". Deze boerderij heeft verschillende benamingen gehad waarvan "Evert Reindershoff", die reeds in 1668 vermeld wordt, wel de oudste genoemd mag worden.1] De naam "De Goffert" duikt voor het eerst in de Nijmeegse archivalia op als een zekere Jonas Reijnen in 1740 van de Raad toestemming krijgt om op de door hem gepachte percelen bouwland gelegen op de "Hasencamp" onder Hatert "een huijs off schuur te mogen setten" met het doel om "daerinne te stellen een tropje schapen, die althans bij Jan Derkse den Goffert aen de heijde waren leggende en welke schapen aen de heijde soude blijven weijde". 2]

Naar alle waarschijnlijkheid bezat of pachtte de genoemde Jan Derkse den Goffert een boerderij op de toenmalige Malderheide. Met zekerheid kan worden aangenomen dat zijn bijnaam "De Goffert", dat wil zeggen een groot en dik persoon, later op de boerderij is overgegaan. De boerderij "De Goffert" wordt pas in 1780 vermeld als het Borger Kinderen Weeshuis te Nijmegen zijn op de Malderheide gelegen bezittingen, de zogenaamde Weezenheide, weet uit te breiden door de aankoop van een hofstede met bouw- en weiland, vanouds "Maldenburg" en ook wel Maldenbij, Maldenbeim of De Goffert genaamd, afkomstig uit de nalatenschap van een zekere kapitein W. Keizer. 3]

De boerderij en omliggende percelen, welke aan het sinds 1817 Protestants Kinderen Weeshuis geheten Borgeren Kinderen Weeshuis toebehoorden, werden in 1921 door de Gemeente Nijmegen aangekocht.4] Aanvankelijk werd dit ca. 63 ha. grote gebied genaamd "De Goffert" bestemd tot toekomstig bouwterrein voor de Gemeente Nijmegen, doch reeds in 1931 ging de Raad accoord met het voorstel van B. en W. om een gedeelte van "De Goffert" niet tot woongebied, maar tot een voor het publiek toegankelijk bosterrein te bestemmen. 5] Toen de grote werkeloosheid der dertiger jaren zich ook in Nijmegen deed gevoelen, werd in opdracht van B. en W. en in samenwerking met de stedebouwkundige Ir. A. Siebers, aan wie in 1930 de opdracht was gegeven tot het ontwerpen van een uitbreidingsplan van de gemeente, door de plantagemeester J.H. Schmidt in 1933 een plan opgemaakt om een groot recreatiepark als werkverschaffings-object aan te leggen op "De Goffert" en op het nabij gelegen en eveneens aan de Gemeente toebehorende terrein ter grootte van 8 ha., het zogenaamde "Stadsbosch".6] Het plan voorzag in de bouw en aanleg van onder andere een 17 ha. grote speelweide, theeschenkerij, schuilkoepels, hertenkamp, vogelpark, kinderboerderij, bijenstal, openluchttheater, stadion, sportvelden, tennisbanen en een siertuin met vijvers.

Nadat de Raad en G.S. de ontwerpplannen in 1934 hadden goedgekeurd werd vooral door het persoonlijk ijveren van burgemeester J.A.H. Steinweg op 24 januari 1935 de goedkeuring van de toenmalige minister van Sociale Zaken, J.R. Slotemaker de Bruïne, verkregen om het toekomstige Stadspark de Goffert in werkverschaffing aan te leggen. Tevens werd een subsidie in de aanlegkosten toegezegd. 7] Op 30 januari 1935 werd aan de Nederlandse Heide Maatschappij opdracht gegeven om in samenwerking met de gemeentelijke dienst Plantsoenen en Bosbeheer over te gaan tot de aanleg van het park, met uitzondering echter van de verschillende bouwwerken, die door de dienst Gemeentewerken ten uitvoer zouden worden gebracht. 8] Het Stadspark de Goffert dat gedurende ruim 4,5 jaar aan gemiddeld 163 mensen per week werk had verschaft en grotendeels door handenarbeid tot stand was gekomen werd op 8 juli in tegenwoordigheid van vele autoriteiten feestelijk geopend. 9]

In 1950 werd een groot zwembad in het noord-oostelijk deel van het park aangelegd en in 1953 werd het westelijk deel van het park uitgebreid met een gedeelte van het voormalig landgoed "heidepark"ter grootte van ca. 8 ha.

1. A. Delahaye, Het Rechterlijk Archief der stad Nijmegen 1410-1811, Nijmegen 1951, inv.nr. 2095, fol. 211
2. J.A.B.M. de Jong, Het Oud-archief der Nijmegen, Nijmegen 1960, 4 delen, deel I, Inventaris, nr. 158, raadsbesluit 6 april 1740
3. L. Sormani, Inventaris van de archieven van het Borger-Kinderen-Weeshuis, het Arme-Kinder-Huis en de Beide Weeshuizen te Nijmegen, Nijmegen 1915, nr. 109 [regestnr. 415]
4. Secretariearchief van de gemeente Nijmegen 1815-1946 [voortaan: Secr. Arch. Nijm.], inv.nr. 3062/1921 Raadsverslag 15 december 1921, p. 1034 [gedrukt]
5. Secr. Arch. Nijm., serie delen inv.nr. 135, raadsbesluit 11 februari 1931 Raadsverslag 18 februari 1931, p. 260 [gedrukt]
6. Raadsverslag 5 november 1930, p. 606 [gedrukt] Secr. Arch. Nijm., serie delen inv.nr. 137, raadsbesluit 16 augustus 1933 Archief van de dienst Plantsoenen en Bosbeheer, doos 30, Werkverschaffing 6 : Stadspark "De Goffert"
7. Secr. Arch. Nijm., serie delen inv.nr. 138, raadsbesluit 20 november 1934 Idem, serie 19 inv.nr. 8178, brief 24 januari 1935
8. Secr. Arch. Nijm., serie 19 inv.nr. 8178, brief 30 januari 1935
9. Archief van de dienst Plantsoenen en Bosbeheer, doos 30, Werkverschaffing 6 : Stadspark "De Goffert" De Gelderlander, 8 juli 1939 Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 8 juli 1939
GeschiedenisSTICHTING STADSPARK DE GOFFERT 1939-1969

De gemeenteraad besloot in zijn vergadering van 1 maart 1939 het voorstel van B. en W. goed te keuren om een "Stichting Stadspark de Goffert" voor de exploitatie van het stadion en openluchttheater in het leven roepen. 10) Nadat op 15 maart 1939 de goedkeuring van G.S. verkregen was, werd met een stichtingskapitaal van f 100,- ten overstaan van notaris H.J.C. van Bergen op 27 april 1939 de stichtingsakte vastgelegd, waarbij burgemeester J.A.H. Steinweg als vertegenwoordiger van de gemeente optrad. 2) Het bestuur werd meteen nadat de stichtingsakte was verleden door burgemeester Steinweg geïnstalleerd en was overeenkomstig de bepalingen van art. 3 van de stichtingsakte samengesteld uit een voorzitter, aan te wijzen door B. en W. uit hun midden, uit twee leden door en uit de gemeenteraad te kiezen en uit tenslotte nog twee leden door B. en W. te kiezen uit de ingezetenen van de gemeente. Voor de eerste maal werden aldus benoemd: mr. P.I.J.M. van der Velden, wethouder, de gemeenteraadsleden mr. B.G.A. Smeets en W. Beukema en namens de ingezetenen A. Huisman en W.M.P. Klarenbeek. 3) Volgens art. 6 van de stichtingsakte konden B. en W. een adviserend lid aan het bestuur toevoegen en tot secretaris-penningmeester benoemen, maar hiervan werd op verzoek van A. Th. Reijnen afgeweken. Tot secretaris werd benoemd Mr. J.J.M. Meddens en tot penningmeester de reeds genoemde A. Th. Reijnen. 4) Pas na 1945 zou de functie van secretaris-penningmeester door één persoon worden uitgeoefend en wel door A. Th. Reijnen tot 1959, gevolgd door N. Blok [1959-1964] en J.W.F. Ingenbleek [1964-1969]. Wegens bij het tot stand komen van het Stadspark de Goffert werd op 9 april 1948 aan oud-burgemeester J.A.H. Steinweg het ere-voorzitterschap van het bestuur van de Stichting verleend.6] Tot de bevoegdheden van het bestuur behoorde behalve het organiseren van wedstrijden, voorstellingen en andere evenementen in het stadion en openluchttheater ook het verhuren van deze inrichtingen voor zover deze niet meer dan dertig al dan niet opeenvolgende dagen verhuurd werden. 5) Voorts had de Stichting ook een adviserende taak in alles wat het Stadspark de Goffert in zijn geheel aanging.

Omdat in de beginjaren niet was te voorzien of het stadion en het openluchttheater gemakkelijk te verhuren zouden zijn en of men daarom zelf wedstrijden, toneelvoorstellingen en andere evenementen zou moeten gaan organiseren, besloten B. en W. in overleg met het bestuur op 12 maart 1940 een adviescommissie voor de sport, een adviescommissie voor het openluchttheater en een adviescommissie voor volksspelen, muziek en tentoonstellingen in te stellen. 7) Deze adviescommissies kregen tot taak om het bestuur op verzoek of uit eigen beweging van advies te dienen over het aan ieder van hen toegewezen onderdeel en ook om zelf initiatieven te nemen door het voorbereiden en voorleggen van plannen voor wedstrijden, voorstellingen, feesten, e.d. 8)] Het voorzitterschap van de vergaderingen van deze adviescommissies werd telkens door een op het betreffende gebied deskundig lid van het bestuur bekleed. Aangezien het stadion en het openluchttheater makkelijk te verhuren bleken en het bestuur geen risico's wilde nemen door wedstrijden en voorstellingen te organiseren, was het niet zo verwondelijk dat B. en W. op 14 januari 1948 deze adviescommissies op verzoek van het bestuur van de Stichting ophieven. 9) Wel waren B. en W. van oordeel dat een deskundige op het gebied van de wielersport als adviserend lid aan het bestuur moest worden toegevoegd en zij benoemden als zodanig B.J. Hoomberg. 10)

Van 1939 tot 1953 werd het café-restaurant "De Goffertboerderij" met de daarbij behorende theeschenkerij, speeltuin en tennisbanen door de Gemeente verhuurd. De Stichting had uit hoofde van haar adviserende taak telkens een bemiddelende rol kunnen vervullen bij de benoeming en het ontslag van een exploitant voor "De Goffertboerderij". In 1953 ontstond tussen de tussen de gemeente en de toenmalige pachter een geschil. Deze laatste trok zich uit de exploitatie terug. Aangezien de tapvergunning voor het café-restaurant op naam van de pachter was gesteld kon dit niet langer worden geëxploiteerd. Met goedkeuring van de Raad en de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid werd toen, in afwachting van een nieuwe pachter, een tapvergunning op naam van de Stichting Stadspark de Goffert gesteld, waarbij de Stichting door B. en W. tevens gemachtigd werd om het café-restaurant met de daarbij behorende inrichtingen te mogen verhuren. 11) Deze machtiging was nodig, omdat de Stichting volgens artikel 2 van haar statuten geen enkele van de in het Stadspark gelegen inrichtingen langer mocht verhuren dan voor dertig al dan niet opeenvolgende dagen. 12) Op 20 oktober 1964 maakten B. en W. hieraan een einde door van gemeentewege een overeenkomst met de exploitant van het café-restaurant aan te gaan. 13)

Van 1940 tot 1960 werden de bij het stadion gelegen sportvelden door de Gemeente aan de St. Radboudstichting [R.K. Universiteit] verhuurd. 14) Het stadion zelf werd voor afzonderlijke wedstrijden en andere evenementen door de Stichting verhuurd. In 1960 trad er een verandering op in de huurovereenkomst met de sinds 1945 vaste bespeelster van het stadion geworden voetbalclub N.E.C. In verband met de aankoop van de sportvelden van N.E.C. aan de Hazenkampseweg door de Gemeente, besloot de Gemeente om zelf een vijfjarig contract met N.E.C. aan te gaan inzake de huur van het stadion en de bijvelden, waarbij de Stichting slechts uitvoerder van de overeenkomst werd. 15) Tenslotte werd in 1967 bij het aangaan van een nieuw contract tussen de Gemeente en N.E.C. bepaald dat de huur voortaan rechtstreeks door de Gemeente geïnd zou worden. 16)

In diverse raadsvergaderingen waren de tegenvallende resultaten van het openluchttheater herhaaldelijk aan de orde geweest. Ondanks de grote culturele waarde van de voorstellingen leverden deze, afgezien van de jaren 1940, 1946 en 1955, elk jaar verlies op. Een aantal plannen, opgemaakt om de oorzaken van de verminderde publieke belangstelling tegen te gaan, zoals het plan tot overkapping van het openluchttheater, is echter nooit gerealiseerd. 17) In 1950 verkreeg de Stichting speciale toestemming van B. en W. en G.S. om in uitzonderingsgevallen toneelvoorstellingen op de Grote Markt te mogen opvoeren. 27] Sedert 1966 werden er geen avondvoorstellingen, maar slechts kindervoorstellingen in het openluchttheater gegeven.

In 1964 en 1965 waren er zowel door het bestuur zelf als door de Gemeente al plannen opgemaakt om de struktuur van de Stichting te wijzigen. Ook werd de mogelijkheid geopperd om, teneinde te komen tot een doelmatiger exploitatie van het stadion en het openluchttheater, ten behoeve van de sportbelangen een aparte sportstichting in het leven te roepen. 19) De bestaansreden van de Stichting Stadspark de Goffert werd definitief aangetast door de oprichting op 30 augustus 1967 van de Nijmeegse Sportstichting, daar deze belast werd met het beheer en exploitatie van alle gemeentelijke sportobjecten. Het Goffertstadion bleef echter voorlopig onder het beheer van de Stichting Stadspark de Goffert. 20) De opheffing van de Stichting Stadspark de Goffert is op 8 januari 1969 een feit geworden, met dien verstande, dat ze nog na deze datum belast werd met de afhandeling van de lopende werkzaamheden. 21) Overeenkomstig de bepaling in art. 18 van de Stichtingsakte, dat bij liquidatie aan de reserve een bestemming moest worden gegeven, welke zoveel mogelijk in het verlengde van het werk van de Stichting zou liggen, werd door B. en W. besloten om de algemene reserve ad. f 40.000,- voor toekomstige verbeteringen aan het stadion te bestemmen. 22) De Stichting had voor de diverse voorstellingen, wedstrijden en andere evenementen steeds gebruik gemaakt van vele tijdelijke krachten. Voor het dagelijks onderhoud van het stadion met bijvelden en het openluchttheater werd een vaste werkman, de heer A.J. van der Logt bij de dienst Gemeentewerken aangesteld [1949 opgegaan in de dienst Publieke Werken en Volkshuisvesting], maar bij de Stichting gedetacheerd. Na diens pensionering in 1964 werd hij opgevolgd door zijn assistent G.M. Willems.

1) Secr. Arch. Nijm., serie delen inv.nr. 143, raadsbesluit 1 maart 1939
2). Gemeenteblad van Nijmegen B 1939, nr. 16
3). Archief van de Stichting Stadspark de Goffert [voortaan S.S. de G.], inv.nr. 42, 27 april 1939
4) Secr. Arch. Nijm., serie 19 inv.nr. 8701
5). Gemeenteblad van Nijmegen B 1939, nr. 16
6). S.S. de G., inv.nr. 38
7). Zie voor de archieven van de adviescommissies inv.nrs. 457-460
8). S.S. de G., inv.nrs. 457, 459-460, notulen 12 maart 1940
9). Idem, inv.nr. 47, notulen 18 december 1947
10) Idem, inv.nrs. 4, 25, 47
11). Idem, inv.nr. 434
12) Idem, inv.nr. 433
13) Idem, inv.nr. 434
14) Idem, inv.nr. 112
15) Idem, inv.nr. 184; Raadsverslag 3 augustus 1960 [getypt]
16). S.S. de G., inv.nr. 195; Raadsverslag 7 juni 1967 [getypt]
17) S.S. de G., invnrs. 279, 282
18) Raadsverslag 22 februari 1950 [getypt]; S.S. de G., inv.nr. 50, notulen 22 juni 1950
19). Raadsverslag 22 januari 1964 [getypt];S.S. de G., inv.nr. 13
20) Raadsverslag 30 augustus 1967 [getypt]
21) Raadsverslag 8 januari 1969 [getypt]
22) Idem.