Uitvoerend Comité voor de Regeling van het 26e Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres op 26 tot 29 Augustus 1901 Nijmegen


ArchiefvormerUitvoerend Comité voor de Regeling van het 26e Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres op 26 tot 29 Augustus 1901 Nijmegen
Andere namenRegelingscommissie voor het in Augustus 1901 te Nijmegen te houden Taal- en Letterkundig Congres
Archief19 Uitvoerend Comité voor de Regeling van het 26e Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres op 26 tot 29 Augustus 1901 Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1901-1902
PlaatsNijmegen (1901-1902)
Algemene contextDe hogere kringen van de Nijmeegse bevolking verdiepten zich graag bij tijd en wijlen in de vaderlandse literatuur. Hun goede contacten en verwevenheid met het lokale bestuur kwamen eind negentiende eeuw mogelijk goed van pas om Burgemeester en Wethouders te aan te sporen een belangrijk literair evenement naar Nijmegen te halen. Tijdens het 25ste Taal- en Letterkundig Congres, dat in 1899 in Gent werd gehouden, nodigden de Betuwse schrijver J.A. Heuff (pseudoniem: J. Huf van Buren) en de Nijmeegse schrijver dr. A.H.J.V.M. Desertine namens de gemeente Nijmegen het congres uit om de eerstvolgende editie op Nederlands grondgebied in deze stad te laten plaatsvinden. Met succes.
GeschiedenisDe organisatie en uitvoering van het congres lag bij de ‘Regelingscommissie voor het in Augustus 1901 te Nijmegen te houden Taal- en Letterkundig Congres’, eenvoudigweg Regelingscommissie of uitvoerend comité genoemd. Tijdens de eerste bestuursvergadering op 9 januari 1901 werden de voorzitter, ondervoorzitter, eerste en tweede secretaris en de penningmeester benoemd.
Na de eerste vergadering volgden 27 bestuursvergaderingen tot aan het congres, dat op 26 tot en met 29 augustus 1901 werd gehouden. Op 28 augustus 1902 vergaderde de Regelingscommissie voor het laatst, waarna de commissie werd ontbonden.
Functies, beroepen of activiteitenDe commissie ad hoc bereidde de gehele organisatie van het vierdaagse congres voor: programmering, publiciteit, financiering, huisvesting van bezoekers, enzovoort.
Structuur of genealogieHet comité bestond uit een voorzitter, ondervoorzitter, eerste en tweede secretaris en een penningmeester. Er werden negen (later teruggebracht naar acht) subcommissies ingesteld, variërend van de financiële commissie tot de ‘commissie voor de ontvangst aan het station’. In totaal namen hierin tussen zestig en tachtig personen plaats, onder wie enkele gemeenteraadsleden. De subcommissies werkten zelfstandig, maar dienden wel voeling met het uitvoerend comité te houden.