Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal


ArchiefvormerPolderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal
Archief307 Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
RechtsvormOverheidsorganisatie
Datering1944-1969
PlaatsDruten
Voorganger(s)Ambtsbestuur en Dijkstoel van het Rijk van Nijmegen, vanaf 1838 Polderdistrict Rijk van Nijmegen
Waterschap De Gecombineerde Waterlossing van het Rijk van Nijmegen en Maas en Waal
Ambtsbestuur en Dijkstoel van Maas en Waal, vanaf 1838 Polderdistrict Maas en Waal
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Dreumel
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Overasselt
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Beuningen
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Deest
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Bergharen
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder Afferden
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Alphen
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Winssen
Dorpspolder Nederasselt
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Leur
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Maasbommel
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Wijchen
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Appeltern
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Balgoij en Keent
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Leeuwen
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Ewijk
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Altforst
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Horssen
Dijkstoel en geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Batenburg
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Hees - Neerbosch
Dorpspolder Druten
Buitenpolder de Teerse Sluispolder
Dorpspolder Hernen
Dorpspolder Puiflijk
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Niftrik
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Wamel
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Weurt
Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 buitenpolder, de Heese, Beuningse en Weurtse Uiterwaardenpolder
Buitenpolder Winssense Waarden
Afferdense en Deestse Uiterwaardenpolder
Geërfdenorganisatie Drutense Uiterwaarden, vanaf 1838 buitenpolder de Drutense Uiterwaardenpolder
Geërfdenorganisatie de Wamelse Uiterwaarden, vanaf 1838 buitenpolder de Wamelse Uiterwaardenpolder
Opvolger(s)Polderdistrict Maas en Waal
GeschiedenisHet Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal kwam tot stand per 1 juli 1944 door samenvoeging van het ‘Polderdistrict Maas en Waal’, het ‘Polderdistrict Rijk van Nijmegen’ en het ‘Waterschap de Gecombineerde Waterlossing van het Rijk van Nijmegen en Maas en Waal’. Geografisch was het district gelegen tussen de twee grootste rivieren van Nederland, de Maas en de Waal. In het district waren gelegen de burgerlijke gemeenten: Appeltern, Batenburg, Bergharen, Beuningen, Dreumel, Druten, Ewijk, Heumen, Horssen, Overasselt, Wamel Wijchen en het gedeelte van de gemeente Nijmegen ten westen van de Graafseweg.

Het district ging per 1 januari 1970 samen met het ‘Polderdistrict Circul van de Ooij en Millingen’ op in het ‘Polderdistrict Maas en Waal’. Het gebied van dat district werd per 1 januari 1982 onderdeel van het ‘Polderdistrict Groot Maas en Waal’ en maakt sinds 1 januari 2003 onderdeel uit van het ‘Waterschap Rivierenland’, dat gevestigd is in Tiel.

De begin- en eindjaren van het archief (1944-1969) worden gevormd door het ontstaan en de opheffing van de organisatie.

De taken van het district, dat onder toezicht stond van het provinciaal bestuur, lagen vooral op het gebied van de zorg voor waterkeringen, waterkwaliteit, watergangen en kunstwerken en wegen en waterovergangen. Ook het toezicht op de inliggende dorpspolders was aan het district opgedragen, tot aan hun opheffing per 1 juli 1958. Het betrof in de periode waarover het archief loopt de volgende 26 dorpspolders: Afferden, Alphen, Altforst, Appeltern, Balgoij-Keent, Batenburg, Bergharen, Beuningen, Deest, Dreumel, Druten, Ewijk, Hees-Neerbosch, Hernen, Horssen, Leeuwen, Leur, Maasbommel, Nederasselt, Niftrik, Overasselt, Puiflijk, Wamel, Weurt, Wijchen en Winssen.

Een aparte status had de Teerse Sluispolder, die gedeelten van de gemeente Heumen, Nijmegen (Hatert), Wijchen en Overasselt omvatte en die in 1913 was opgericht als buitenpolder, maar waterstaatkundig meer het karakter had van een dorpspolder, aangezien de polder wel binnen een hoogwaterkerende bedijking lag, maar met die bedijking geen bemoeienis had en in de kosten daarvan door de gronden in die polder slechts met een gefixeerd bedrag werd bijgedragen, alhoewel de eigenaars van die gronden bij de bedijking wel degelijk belang hadden. Wegens ernstig verzet van de belanghebbenden is deze polder in 1913 buiten het polderdistrict Rijk van Nijmegen gebleven en op administratieve gronden bij de buitenpolders ingedeeld, hoewel het karakter van ‘buitenpolder’ in de zin van uiterwaardenpolder daaraan ontbrak. De taak van de polder was dan ook gelijk aan die van de dorpspolders in de districten, alleen stond deze polder rechtstreeks onder toezicht van het Provinciaal Bestuur, in plaats van onder het toezicht van een districtsbestuur. De voornaamste taak van de polder was de zorg voor de waterlozing, aangezien er geen sprake was van onderhoud van wegen of waterkeringen. De Teersdijk, die de noordwest grens tussen de polder het polderdistrict Rijk van Nijmegen vormde, is aangelegd om het district te beschermen tegen wateroverlast vanuit de Teerse Sluispolder en werd dan ook door dat district beheerd en onderhouden. Bij de reorganisatie van 1944 werd de Teerse Sluispolder een (gewone) dorpspolder in het nieuwe Polderdistrict ‘Rijk van Nijmegen en Maas en Waal’ en kwam die onder het toezicht van het district en viel niet meer rechtstreeks onder het Provinciaal Bestuur.

Naast de dorpspolders en de Teerse Sluispolder waren er in het gebied ná de Tweede Wereldoorlog nog vijf zelfstandige buitenpolders (uiterwaardenpolders die buiten de bandijken lagen en die zorgden voor de zomerkaden en ontwatering van binnen de polder gelegen gronden). Dat waren: de Wamelse Uiterwaardenpolder, de Drutense Uiterwaardenpolder, de Afferdense en Deestse Uiterwaardenpolder, de Heese, Beuningense en Weurtse Uiterwaardenpolder en de Buitenpolder Winssense Waarden. Net als de dorpspolders werden deze vijf buitenpolders in 1958 opgeheven. Hun gebied werd (met uitzondering van een gedeelte van de Heese, Beuningense en Weurtse uiterwaardenpolder) gevoegd bij het district.

In 1838 was het Reglement op het beheer der rivierpolders in de provincie Gelderland, meestal kortweg aangeduid als het rivierpolderreglement, ingevoerd. Het werd in de loop van de tijd meerdere malen gewijzigd en aangevuld. De laatste wijziging en heruitgave van het reglement vóór de aanvang van deze inventaris (1944) dateerde uit 1934. In 1958 werd voor de polderdistricten het rivierpolderreglement vervangen door het ‘Reglement voor de Polderdistricten'. Het reglement bleek slecht te voldoen en werd in 1962 vervangen door het 'Gelders Waterschapsreglement', dat eind 1969 nog van kracht was.

In het reglement van 1958 werd bepaald dat de grenzen van de districten niet meer gevormd werden door de bandijken, maar door de rivieren. De dorps- en buitenpolders werden opgeheven per 1 juli 1958. De taken werden overgenomen door het district. Ondanks dat gedefinieerd werd dat de rivieren de grenzen van de districten vormden, werden de ongereglementeerde uiterwaardengebieden pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw bij het district getrokken. Maar toen was het ‘Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal’ al opgegaan in het ‘Polderdistrict Maas en Waal’.

Het district kende acht bemalingsafdelingen (I Dreumelse sluis, II Alphense sluis, III Leeuwense sluis, IV Rijkse sluis, V Blauwe sluis, VI Appelternse sluis, VII Niftrikse sluis, VIII Balgoijse sluis). In 1956 werden die acht bemalingsafdelingen opgeheven en kwamen hiervoor in de plaats vier waterbeheersingsafdelingen (I Alphense sluis, II Appelternse sluis, III Niftrikse sluis, IV Balgoijse sluis). Tegelijk werd de waterbeheersingslast van de districtsbegroting afgevoerd en werd die voortaan van elke afdeling afzonderlijk geheven. De waterbeheersingsafdelingen werden opgeheven in 1969.

Krachtens besluit van de dijkstoel van 6 februari 1956 werden zes woon- en kieskringen gevormd binnen het district: I De Teers (kadastrale gemeenten Overasselt en die delen van de kadastrale gemeenten Heumen, Hatert en Neerbosch die horen tot het polderdistrict), II Het Meer (kadastrale gemeenten Wijchen, Niftrik, Balgoij, Nederasselt), III De Doddendaal (kadastrale gemeenten Weurt, Beuningen, Ewijk, Winssen), IV De Tolbrug (kadastrale gemeenten Hernen, Bergharen, Batenburg, Afferden, Druten), V De Woerd (kadastrale gemeenten Horssen, Appeltern, Puiflijk, Leeuwen), VI De Molenpolder (kadastrale gemeenten Maasbommel, Alphen, Wamel, Dreumel).
Functies, beroepen of activiteitenAan het district waren aanvankelijk opgedragen de bovenlokale taken op het gebied van de zorg voor waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en het toezicht op de inliggende dorpspolders. Ná opheffing van de dorpspolders en buitenpolders verviel het toezicht op de dorpspolders, maar kwamen de taken van die polders op het gebied van de lokale waterstaatszorg ook bij het district terecht.
Structuur of genealogieHet district kende een door belanghebbenden binnen het district gekozen algemeen bestuur (het Gecombineerd College) en een uit de leden van dat bestuur gekozen dagelijks bestuur (de Dijkstoel) onder leiding van een door de Kroon benoemde voorzitter (de dijkgraaf).