Architectenbureau Veugelers


ArchiefvormerArchitectenbureau Veugelers
Archief976 Architectenbureau Veugelers
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
Datering1887-1990
PlaatsNijmegen, Scheidemakersgas 13
Nijmegen, Broerstraat 57
Nijmegen, Mr. Franckenstraat 20
GeschiedenisOmschrijving en periodisering.

De archiefvormers zijn vader en zoon Veugelers.
Martinus Eduardus (roepnaam Ede) Veugelers is geboren in Nijmegen op 19 augustus 1878 en hier op 16 december 1956 overleden. Hij was architect BNA, wat wil zeggen dat hij was toegelaten door deze beroepsvereniging, de Bond van Nederlandse Architecten.
Zijn tweede zoon die eveneens als Martinus Eduardus (roepnaam Ed) werd gedoopt, is geboren op 22 september 1927 in Nijmegen en hier op 28 juni 2005 overleden. Hij was architect BNA / BNI, waarbij BNI staat voor Bond van Nederlandse Interieurarchitecten.
Samen zijn zij bijna een eeuw werkzaam geweest als architect. In het tijdschrift Vademecum voor de bouwvakken van 19 augustus 1897 (op de dag dat hij negentien werd), publiceerde Ede Veugelers een bijdrage getiteld 'Ontwerp van een winkelhuis' (1). Aan de aanhef valt af te lezen dat het niet zijn eerste artikel was. In het jaar daarna zou hij nog historisch getinte beschouwingen wijden aan het 'ontwerp van een woonhuisgevel' en 'het ontwerp van eene dubbele villa.' De oudste ontwerpen van zijn hand die in het archief bewaard zijn, stammen uit 1906 en 1908. Het zijn nieuwbouwpanden in de Van Broeckhuysenstraat en het aangrenzende deel van Mariënburg.
Ede Veugelers sr. heeft tot zijn overlijden in 1956 als architect gewerkt. Zijn zoon Ed Veugelers jr. die zijn opleiding had afgerond en ook al enkele jaren zelfstandig opdrachten verwierf, zette het bureau voort. Hij is in 1990 gestopt. Nadien heeft hij nog enkele kleine opdrachten gedaan bij bestaande relaties. De laatste was een verbouwing in Groesbeek (2) .

Afkomst.

Volgens bronnen uit de familie (3) ontwierp Wilhelmus Marinus Eduardus Veugelers (Cuijk 1847 - Nijmegen 1929) - de vader van M.E. Veugelers sr. - al huizen. Hij ontwierp her en der in de stad woningen. Vermoedelijk pikte hij een graantje mee van de bouwhausse die Nijmegen in het laatste kwart van de negentiende eeuw kende. Op de afbraak van de vestingwerken die in 1876 begon, volgde de uitleg van de stad. Nadat Nijmegen een paar eeuwen nauwelijks nieuwbouw had gekend, werden in het gebied dat nu bekend staat als de negentiende eeuwse schil en Bottendaal, maar ook binnen de singels enkele duizenden villa's, herenhuizen en arbeiderswoningen gebouwd. Rijke opdrachtgevers konden zich architecten van naam permitteren, academici die aan de Polytechnische School in Delft (voorloper van de Technische Universiteit) hadden gestudeerd. Principalen met een beperkte beurs schakelden plaatselijke bouwkundigen in. Zij waren veelal begonnen als timmerman, hadden het ontwerpvak in de praktijk geleerd en namen als aannemer een bouwproject aan en maakten ook zelf het ontwerp (4). Zo verliep ook de carrière van Wilhelmus Veugelers. Begonnen als timmerman ontwikkelde hij zich tot aannemer en architect (wat overigens in die tijd nog geen beschermd beroep was). Dat heeft hem geen windeieren gelegd, want op latere leeftijd bewoonde hij met zijn vrouw, zijn vier kinderen en nog drie familieleden een flink huis met een grote tuin en werkplaats (Scheidemakersgas 13).

M.E. Veugelers sr.

Zijn tweede zoon, M.E. Veugelers (verder Veugelers sr.), woonde en werkte lange tijd in het ouderlijk huis aan de Scheidemakersgas. Na zijn huwelijk met Bernarda Elisabeth van der Hart verhuisden gezin en architectenbureau naar Broerstraat 57. Het echtpaar had drie kinderen: Hans (geboren 1921) Trudy (1924-2006) en Ed (1927-2005). Eind jaren twintig verhuisde het gezin opnieuw, nu naar Mr. Franckenstraat 20 (later 78) dat groot genoeg was om ook vaders architectenbureau te herbergen. Het bleef hier een halve eeuw gevestigd.
Omdat het grootste deel van zijn archief verdwenen is (een voorbeeld is Oranjesingel 17 (5); (zie verder §2), kunnen we alleen met een slag om de arm iets zeggen over de aard van zijn werk. Alle bekende projecten tot 1914 liggen in of vlakbij de Nijmeegse binnenstad: winkelhuizen, kantoren met bovenwoning en woonhuizen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwierp hij vooral villa's en landhuizen op de stuwwal en in Vught. Na 1920 werd hij ingeschakeld bij allerlei bouwwerken: winkels (zoals de banketbakkerij annex American Lunchroom van J. Levitus, Grote Markt 37) (6), woningen, loodsen (bijvoorbeeld houthandel Emmerik aan de Ziekerstraat), kantoren, een garage en zelfs de kerkramen van de Antonius Abtkerk in Neerbosch. Na de Tweede Wereldoorlog concentreerde hij zich weer op de Nijmeegse binnenstad waar hij werd ingeschakeld bij de wederopbouw na het bombardement van 22 februari 1944.
Veugelers sr. was een typisch Nijmeegse architect. Hij heeft - afgaande op het archief - weinig buiten de stad en haar naaste omgeving gewerkt. Zijn projecten waren kleinschalig op één uitzondering na. In 1920 en 1921 heeft hij in opdracht van Woningvereeniging Nijmegen 98 woningen voor 'den zoogenaamden intellectueelen middenstand en de gepensioneerden' ontworpen, ten zuiden van de Archipelstraat aan de Javastraat, Javaplein en omliggende straten . Dit was een opvallende opdracht, omdat deze Woningvereeniging doorgaans in arbeiderswijken (Willemskwartier, Waterkwartier, Wolfskuil) bouwde en daar als vaste architect J.C. Hermans inschakelde. Dat ze voor deze 98 woningen aan de goedburgerlijke Javastraat naar Veugelers uitweek, zegt iets over diens reputatie. Hij hoorde niet tot de plaatselijke top - dat waren Charles Estourgie en Oscar Leeuw -, maar zat daar een trede onder.
In de halve eeuw waarin Veugelers sr. ontwierp, is een duidelijke stijlontwikkeling waarneembaar. Omstreeks 1900 werkte hij in de toen gangbare eclectictische neostijlen die teruggrepen op voorbeelden uit de Europese architectuurgeschiedenis, zoals het romaans, de gotiek en de renaissance. Het complex aan de Javastraat en omgeving is beïnvloed door het expressionisme van de Amsterdamse school. De woonhuizen aan de Hermelijnstraat die hij in 1933 ontwierp en voor eigen risico liet bouwen, zijn voorbeelden van de toen gangbare 'jaren dertig stijl' (7). Tegelijkertijd ontwierp hij in de Broerstraat een winkelpui, die beïnvloed is door het modernisme van Gerrit Rietveld en 'De Stijl' (8). In de wederopbouwjaren werkte hij enkele malen samen met de Haarlemse architect en hoogleraar G.H. Holt (9). Hun werk was naar de opvattingen van die dagen betrekkelijk traditioneel.
Tenslotte twee bijzonderheden.
Enkele ontwerpen van Veugelers sr. uit de jaren twintig en dertig zijn in 1944 ten prooi gevallen aan het oorlogsgeweld. Broerstraat 19-21, 32 en 49, Houtstraat 57 en een garage met kantoren aan de Oude Stadsgracht behoren zo tot een oud stuk Nijmegen dat verwoest en vergeten is.
Voor juwelier Jac. van Baal (Broerstraat 31) en vishandelaar Overmeer (Houtstraat 57) heeft architect Veugelers sr. na het bombardement van februari 1944 herbouwplannen getekend die niet zijn uitgevoerd, omdat de gemeenteraad de stedenbouwkundige plannen waarbinnen ze dienden te passen nog niet had goedgekeurd (10).

M.E. Veugelers jr.

Ed Veugelers werd in 1927 geboren als jongste in een gezin van drie kinderen. Na de lagere school aan de Bijleveldsingel ging hij naar het Canisius College. Daar werd hij spoedig lid van de modelvliegtuigclub, waar hij zijn beste vriend Jan Tilman ontmoette. Hij was gefascineerd door vliegen, wilde eigenlijk straaljagerpiloot worden, maar was voorbestemd om het architectenbureau van zijn vader over te nemen, omdat zijn oudere broer Hans als pater bij de jezuïeten in het klooster was gegaan. Daarom deed hij na zijn eindexamen een voor een gymnasiast opvallende studiekeuze: hij ging naar de MTS in Den Bosch waar hij de studierichting bouwkunde volgde (11). Deze keuze was in lijn met de wens van zijn vader, die vond dat hij het vak van architect van onderaf aan moest leren. Daarom ging Ed op zijn vrije woensdagmiddagen naar een timmerman die hem leerde kisten, kasten en tafels te maken. De MTS bouwkunde was een primair technische opleiding waar hij niet alleen bouwtekeningen maakte, maar ook kennis van bouwmaterialen opdeed en leerde om statische berekeningen te maken. Na de MTS ging Ed Veugelers van 1952 tot 1956 in Arnhem naar de VBO, de voortgezette bouwkundige opleiding, een avondstudie die naast een bouwtechnische ook een stevige creatieve component had (12). Overdag werkte hij als volontair bij een tekenbureau aan de Utrechtseweg in Arnhem. Zijn eindexamenwerkstuk betrof de restauratie van de kerk in Wouw.
In 1955 ging Veugelers jr. in zijn vaders bureau werken. Hij participeerde in enkele van diens lopende projecten, zoals een vishal met twee bovenwoningen aan de Augustijnenstraat, het huidige Gamba (13), maar haalde ook eigen opdrachten binnen (14). Hierbij beconcurreerde hij zijn vader, omdat sommige klanten de voorkeur gaven aan de moderne stijl van de zoon boven de traditionele van de vader die inmiddels in 1953 zijn 75e verjaardag had gevierd. Het eerste grotere project dat Ed Veugelers jr. verwierf, was voor zijn aanstaande schoonvader, juwelier Hoeboer, voor wie hij in 1955 een winkel met werkplaats en bovenwoningen ontwierp (15).
Na het overlijden van zijn vader in december 1956 nam Ed Veugelers diens bureau over. Inmiddels trouwde hij met Anneke Hoeboer, met wie hij twee dochters kreeg: Ellen (1958) en Narda (1961). Het architectenbureau en het gezin deelden de woning aan de Mr. Franckenstraat. Ed zelf had een kantoor op de begane grond, terwijl tekenaar Nol Tijnagel, die al bij zijn vader in dienst was geweest en tot 1990 bij hemzelf bleef werken, op de eerste verdieping werkte.

Hij kreeg een deel van zijn opdrachten dankzij mond-tot-mondreclame van tevreden klanten, maar belandde spoedig nadat hij zelfstandig was geworden, in enkele nuttige circuits. Omdat zijn moeder niet bij het jonge gezin aan de Mr. Franckenstraat wilde blijven wonen, gingen ze samen op zoek naar een geschikt bejaardenhuis. Hierbij belandden ze bij de Franciscanessen onder de Engelen, die aan de Schoolstraat in Lent waren gevestigd. Hoewel zijn moeder niet bij deze zusters ging wonen, kon Ed Veugelers zo goed met hun moeder-overste overweg dat hij veel voor hen heeft gewerkt, onder andere door zijn ontwerp van neurosekliniek Overwaal die zij in de jaren zestig openden (16). Via de zusters kreeg hij werk voor het basisonderwijs in Lent en vervolgens een entree bij tuinbouwbedrijven en particulieren in het dorp.
Ook zijn broer Hans en zus Trudy bezorgden hem werk. Voor het St. Stanislas College in Delft, de middelbare school waar Hans leraar was, heeft Ed een godslamp, een miskelk en enkele gebouwtjes ontworpen. Ook voor de vrouwen van Bethanië in Haarlem, de religieuze congregatie waarin zijn zus onder de kloosternaam Geertruid was ingetreden, heeft hij als architect gewerkt (17).
Een derde circuit was verbonden aan zijn hobby, de zweefvliegerij. Samen met zijn vriend Jan Tilman heeft hij in 1954 de Nijmeegse Aeroclub (NijAC) opgericht (18) en het terrein voor het Nijmeegse zweefvliegveld uitgezocht. Ed Veugelers heeft niet alleen hier gebouwd, maar ook voor het veel grotere Terlet en de luchtmachtbasis Volkel (19). Ook vrienden die hij op de Aeroclub maakte, waren een bron van werk. Voorbeelden zijn Jacques Schepers Don, eigenaar van de gelijknamige confectie-industrie aan de Cargadoorweg in Nijmegen, en Jan Tilman voor wie hij een bungalow in Den Bosch ontwierp (20). Tenslotte was een van zijn pronkstukken een bungalow in het Gooi, gebouwd voor een KLM-piloot, genaamd Tapperwijn. Helaas zijn hiervan geen stukken bewaard gebleven.
Een vierde bron van opdrachten was de Nijmeegse binnenstad. Van de Ven (optiek), Hilckmann (mode), De Vlinder (chemisch reinigen) en Piccadilly (automatiek) zijn enkele van de tientallen opdrachtgevers in het winkelcentrum (21). De verbouwing van de filialen die Van de Ven en De Vlinder in de jaren zestig in andere steden openden, werd ook aan Veugelers toevertrouwd (22). Piccadilly was de eerste van een serie automatieken - voorlopers van cafetaria's - die hij ontwierp, niet alleen in Nijmegen (Generaal Smutsstraat, Wezenlaan), maar ook in Arnhem, Den Bosch, Maastricht, Tilburg en Weert.
Ed Veugelers heeft gedurende zijn loopbaan in Nijmegen en omgeving honderden woonhuizen, bungalows en villa's ontworpen en verbouwd. Ook heeft hij incidenteel heel andere projecten verzorgd, zoals benzinestations, bedrijfshallen en een jongerencentrum (23), maar hij heeft zich vooral onderscheiden in de detailhandel. Door opdrachten als de bovengenoemde had hij zich begin jaren zeventig ontwikkeld tot een expert in de inrichting en restyling van winkels. In 1974 werd hij benaderd door Jan Beckers, zoon van de arts voor wie Veugelers in 1963 een bungalow aan Burggraafstraat 3 had ontworpen. Beckers had met een andere Nijmegenaar, Karel ten Horn, die bij de bekende, maar inmiddels failliete winkelketen De Gruyter had gewerkt, het idee van de Kijkshop in België en Duitsland afgekeken. Zij wilden het concept van 'kopen uit de vitrine' in Nederland introduceren en vroegen Ed Veugelers voor de inrichting en vormgeving. In 1974 ging de eerste vestiging (in Arnhem) open onder de naam Sellers & Sellers (24). Omdat het publiek deze naam niet apprecieerde, werd het Kijkshop.
Voor Ed Veugelers betekende dit een lange reeks opdrachten waarbij hij bestaande winkelpanden inrichtte tot Kijkshop en Kijkshops aan nieuwe inzichten aanpaste. Tot ver in de jaren tachtig heeft hem dit in het hele land werk bezorgd. Toen de Kijkshop omstreeks 1980 onderdeel werd van Vendex, kwamen ook andere winkelketens die tot dit concern behoorden, binnen zijn bereik. Voorbeelden zijn Dixons, Perry Sport, Mister Minit en Kreijmborg. Behalve winkels heeft hij in de jaren tachtig in dit kader ook aan enkele kantoorgebouwen gewerkt. Het grootste project was het hoofdkantoor van Claudia Sträter in Diemen, het meest prestigieuze de directieafdeling van Staal Bankiers in Den Haag (25).

In 1973 verhuisden het architectenbureau en het gezin Veugelers naar Burggraafstraat 3, waar de bungalow met een kantoor werd uitgebreid. Hier heeft Ed Veugelers tot 1990 gewerkt. Omdat zijn dochters Ellen en Narda andere ambities hadden, betekende dit ook het einde van het architectenbureau. Tekenaar Nol Tijnagel kon elders aan de slag.

Ed Veugelers was een veelzijdig architect, die met evenveel inzet prestigieuze projecten, waarin stijl en smaak voorop stonden (bijvoorbeeld voor de juweliersketen Siebel), verzorgde als puur functionele fabrieksgebouwen ontwierp. Zijn werk heeft niet alleen een architectuurhistorische, maar ook een sociaal-economische betekenis gehad. Het weerspiegelde de toenemende welvaart van Nederland, die steeds meer particulieren in staat stelde hun woning (bungalow, villa) onder architectuur te bouwen. Daarnaast was hij een van de vormgevers van de stadscentra, waar individuele ondernemers en winkelketens op zoek bleven naar nieuwe vormen om het publiek te trekken. Last but not least heeft hij vooral in Nijmegen zijn sporen nagelaten.

1. Inv.nr. 1
2. Inv.nr. 182
3. Voor zover niet anders aangegeven, is deze paragraaf gebaseerd op informatie van de familie Veugelers. Te weten een brief van Ellen Wijnhof-Veugelers, dochter van Ed Veugelers jr. aan Pieter van Wissing (Regionaal Archief Nijmegen) van 1 juni 2007, een interview van mevrouw Anneke Veugelers-Hoeboer, weduwe van Ed Veugelers jr. en Ellen Wijnhof-Veugelers met Rob Wolf, 30 oktober 2007; aantekeningen van Hans Veugelers, november 2007; een email van Ellen Wijnhof-Veugelers aan Rob Wolf, 6 december 2007.
4. Lemmink, J.P., Behuisd in 't Volksbelang. Semi-filantropische woningbouw in Nijmegen aan het einde van de negentiende eeuw. Nijmegen 1995, p. 85-87.
5. De familie beschouwt dit pand als hét pronkstuk van Ede Veugelers.
6. Inv.nr. 34.
7. Inv.nr. 28.
8. Inv.nr. 21.
9. Inv.nrs. 9,19.
10. Inv.nrs. 16, 34, 35.
11. Een opleiding op hbo-niveau. In 1957 werd de Nederlandse Middelbare Technische Scholen (MTS) herdoopt in HTS.
12. Inv.nrs. 87, 88.
13. Inv.nr. 11.
14. Inv.nr. 84.
15. Inv.nr. 96.
16. Inv.nr. 210.
17. Geen dossier van in het archief.
18. Inv.nr. 223.
19. Inv.nr. 394.
20. Inv.nr. 340.
21. Inv.nrs. 152, 151, 130, 129.
22. Inv.nrs. 323, 350 (Van de Ven), 313, 355, 356 (De Vlinder).
23. Inv.nr. 390.
24. Inv.nrs. 256-258, 264.
25. Inv.nrs. 238, 239, 343.