326 Nijmeegs Studentendispuut De Kabeljauwschen 1947 - 1988


Hoofdcategorie 17 Kunst en cultuur
Archiefvormer Nijmeegs Studentendispuut De Kabeljauwschen (1949)
Periode 1947 - 1988
Bereik en inhoud De hier beschreven papieren vormen de neerslag van het onderlinge contact van vrienden, die elkaar soms dagelijks ontmoetten en zo gezamenlijk een leefgemeenschap vormden. Een formele communicatie in verenigingsverband schijnt hierdoor overbodig. In werkelijkheid werd deze communicatievorm onder invloed van de stijl van het traditionele studentenleven tot in het absurde gecultiveerd; niet zelden droegen de uitingen een ritueel karakter, vaak ook werden zij geïnspireerd door een ongebreidelde humorcultus. Schijnbaar routinematig op te stellen stukken als berichten van verhindering op een vergadering, verslagen van kascontrolecommissies of protocollen van arrestaties van notulen kunnen het meest bizarre proza bevatten.
Omvang 1 m.
Openbaarheid Deels openbaar
Verantwoording J.A.A. Bervoets (1980) te Den Haag
Geschiedenis van het archief Officieel kende een traditionele studentenorganisaties twee archiefvormende instanties: het abactiaat en het quaestoraat. De door de praeses opgemaakte bescheiden werden bij de de abactis gedeponeerd. De abactis bracht op zijn beurt alle bij hem ingekomen stukken tijdens vergaderingen op tafel. Dit heeft incidenteel zijn weerslag op de stukken zelf: uiterlijke kenmerken zijn dan vochtvlekken of doorgelopen inkt, veroorzaakt door iets te rijkelijk vloeiende drank. De quaestor hield de financiële administratie bij met de daarbij behorende verslagen. Bij hem werden ook afgedane stukken deponeerd van de vicepraeses en van de gedechargeerde diescommiessies.
Allengs werd de behoefte gevoeld om een apart beheer voor de oude stukken in te stellen. Vanaf het eind van de jaren vijftig bestond de functie van dispuutarchivaris. Deze ordende in 1961 het correspondentiebestand volgens een registuurplan, dat veel kenmerken vertoont van een klassiek resolutiestelsel: een globale ordening op afzender, waarde de stukken, afkomstig van leden en aspirantleden nauwkeurig werden ingedeeld. De stukken werden in ordners geborgen en waren zo "op oogopslag" toegankelijk. Hiernaast werd een chronologisch geordend "lezingenarchief" gevorm, bestaande uit teksten van door dispuutleden en binnen het dispuut gehouden lezingen en redevoeringen; op het geheel zou een tafel worden bijgehouden.
Het archief werd bewaard op de kamer van de dispuutarchivaris, sedert 1966 in de kelder van heet dispuutshuis. Afzonderlijk hiervan werd een officieel foto-album bewaard door een dispuuts-fotoarchivaris, die de foto's van leden en reünisten verzamelde en selecties maakte op de officiële foto's, die tijdens de festiviteiten van het dispuut werden vervaardigd.
In de laatste jaren van het dispuut viel het archief aan verwaarlozing ten prooi. De stukken van de laatste besturen werden niet meer aan het archief toegevoegd; de laatste dispuutsarchivaris verliet het dispuutshuis zonder de stukken mee te nemen. Zij werden uiteindelijk door twee leden in zolders opgeslagen, totdat het organisatiecomité van de reünie van 1969 de stukken weer opspoorde. Een gedeelte werd tijdens de reünie tentoongesteld, het andere deel kwam in het najaar van 1980 weer tevoorschijn. Het archief blijft echter hiaten vertonen, hetgeen blijkt uit een achter de inventaris gevoegd overzicht van verloren geraakte bescheiden.
Verwerving Het archief werd in 1980 in bewaring gegeven aan het gemeentearchief in Nijmegen volgens artikel 1 van de Archiefwet. In de daartoe besloten overeenkomst werd nader bepaald, dat deze bewaring automatisch in een schenking zal overgaan, wanneer er nog slechts drie dispuutsleden in leven zijn. Tevens is bepaald, dat bij herleving of "interne voortzetting" van het dispuut, de overeenkomst nietig zal zijn, omdat de huidige overdragers dan niet meer de beschikking zullen hebben over het eigendomsrecht.
Het nieuwe dispuutsbestuur zal dan over de bestemming van het archief beschikken.
Aanvullingen Aanvullingen 1981 (inv.nrs. 82-84), 1988 (inv.nrs. 85-90) en 2007 (inv.nrs. 91-106).
Selectie Lijst van ontbrekende archivalia:

Notulen van vergaderingen van de vriendenkring. 1947-1948. N.B. : dit manco werd reeds in 1961 door de dispuutsarchivaris geconstateerd. Zie inv. nr. 82. Dit deel was nog aanwezig in het dispuutsarchief in 1965
Notulen van dispuutsvergaderingen. 1962-1963 N.B.: dit deel ging reeds tijdens het abactitaat verloren.
Notulen van dispuutsvergaderingen, vanaf 1963 N.B.: dit deel onderging vermoedelijk hetzelfde lot.
Kasboek van de quastor, 1960-1963 N.B.: dit deel geraakte tijdens het quaestoraat verloren.
Verslag van een reünistenbijeenkomst bij gelegenheid van het priesterjubileum van G. Doene m.h.f. in de winter van 1964/1965 N.B.: dit verslag werd buiten het lezingenarchief in een aparte omslag bewaard en geraakte daardoor vermoedelijk buiten het dispuutsarchief.
Correspondentie en circulaires over de jaren 1966-1969 N.B.: Officiële correspondentie werd in ieder geval gevoerd bij de voorbereiding van diesvieringen en de interne viering van het vierde lustrum in 1969.
Kasbescheiden over de jaren 1966-1969 N.B. zelfde reden.
Logboek, bijgehouden door J.B. van Haperen (medio 1950) N.B.: Het bestaan van dit logboek was reeds legendarisch, toen in 1961 door de dispuutsarchivaris hiernaar nasporingen werden gedaan.
Ordening Bij de inventarisatie is uitgegaan van een indeling naar de oorspronkelijke archiefvormende instanties binnen het dispuut. Dit impliceerde een handhaving van de orde van de in ordners geplaatste bestanddelen, maar het uiteenhalen van het door de dispuutsarchivaris gevormde "lezingenarchief", dat uiteindelijk een chronologisch geordende stapel van omvangrijke stukken was. Bij de beschrijving is ervan uitgegaan, dat het archief niet meer zal worden gecompleteerd. Mochten alsnog bescheiden bij de diverse abactes i.t. worden aangetroffen, dan zullen zij in een supplement moeten worden beschreven.
Voorwaarden voor raadpleging Ten aanzien van inventarisnummer 47 is bepaald, dat tot het overlijden van het laatste dispuutslid raadpleging slechts is toegestaan door leden van het dispuut, zulks overeenkomstig aan het lidmaatschap van het dispuut verbonden eden tot geheimhouding.
AanvraaginstructieOpenbare archiefstukken kunnen via de website en in de studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen worden aangevraagd. Om een archiefstuk aan te vragen via onze website, gebruikt u de knop ‘Aanvragen’ op de detailpagina van het archiefstuk. Om een archiefstuk in de studiezaal aan te vragen noteert u op een aanvraagbriefje de naam van het archief en het inventarisnummer van het betreffende archiefstuk. Zie voor adres en openingstijden de website: https://regionaalarchiefnijmegen.nl.
Citeerinstructie Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met een verkorte aanhaling. Volledig: "Regionaal Archief Nijmegen (RAN), 326 Nijmeegs Studentendispuut De Kabeljauwschen 1947 - 1988, inventarisnummer …." Verkort: "RAN, verkorte titel archief, inv.nr. …".