47 Commissie tot de Uitleg van de Stad Nijmegen 1875 - 1890


Hoofdcategorie 1 Openbaar bestuur
Subcategorie 1.1 Bestuursinstellingen
Hoofdcategorie 6 Ruimtelijke ontwikkeling
Subcategorie 6.2 Ruimtelijke ordening
Archiefvormer Commissie tot de Uitleg van de Stad Nijmegen (1874-1890)
Periode 1875 - 1890
Omvang 7,26 m.
Aantekeningen De vestinggronden en militaire werken van Nijmegen waren door het Ministerie van Oorlog aan het Ministerie van Financiën overgedragen. Bij de Wet van 6 Augustus 1878 (Stsbl.109) werd goedkeuring verleend aan de onderhandse verkoop van de beschikbare vestinggronden aan de gemeente Nijmegen. In hetzelfde jaar begon de ontmanteling van de stad.
Het Rijk had enige voormalige militaire terreinen gereserveerd, oorspronkelijk met het doel deze als militair terrein te blijven bestemmen. Dit waren voornamelijk de plaats van Mariënburg, het terrein tussen de Ziekerstraat en de Hertogstraat, het terrein aan de Oostzijde van de Oranjesingel en het terrein van het voormalig Fort Kijk in de Pot. Bij de voortzetting van de uitleg der stad vervielen deze gereserveerde terreinen omstreeks 1895 aan de Gemeente. Op de latere stedebouwkundige ontwikkeling van Nijmegen hebben deze gereserveerde militaire terreinen grote invloed gehad.

Het algemeen plan van uitleg der stad was in 1877 opgemaakt door W.J. Brender à Brandis, stadsarchitect van Maastricht, die vanaf 1877 tot 1884 de technische werken van de ontmanteling en de uitleg der stad leidde. Als hoofdopzichter was vanaf 1878 tot 1899 W.C.A. Hofkamp aan de commissie verbonden. In het eerste plan bracht de architect L.A. (Bert) Brouwer uit 's-Gravenhage (hij vestigde zich nadien te Nijmegen) belangrijke veranderingen aan: zijn ontwerp werd weer in details door Brender à Brandis gewijzigd. Op 25 September 1878 vond de eerste aanbesteding plaats,die tengevolge van de inmiddels aangenomen veranderingen in het algemeen plan van uitleg ingetrokken werd. De definitieve aanbesteding van bestek no. 1 geschiedde op 21 December 1878: de laatste (no.38) in 1885.

De ontmanteling van Nijmegen hieldt allereerst het slopen van de vestingwerken in. Van de vroegere hoofdwal en poorten bleven over de Kronenburgertoren en een deel van de walmuur in het Kronenburgerpark, een deel van de St. Stevenspoort, de Boddelpoort, de Belvédère en een deel van de wal in het Hunnerpark. De andere stadspoorten werden afgebroken. Nadien zijn ook de Boddelpoort en de St. Stevenspoort verdwenen. De oude haven en de St. Jacobsgracht, tussen de voormalige Hezelpoort en de Waal, werden eveneens in het kader der ontmanteling gedempt. Het topografisch beeld van Nijmegen werd zeer ingrijpend gewijzigd.

De uitleg van het nieuwe stadsdeel omvatte de aanleg van de Oranjesingel, van het Keizer karel-plein, van de Nasssausingel, van de Kronenburgersingel, van het Kronenburgerpark, van het Hunnerpark en de aansluiting van reeds bestaande wegen aan het Keizer Karelplein. De uitleg der stad leidde eveneens tot een reeks bijkomstige werken, o.a. de aanleg van riolen, de verbetering van verschillende straten, de verhoging van de Waalkade, de watervrijmaking van de benedenstad, de afgraving van het St. Stevenskerkhof.

In 1886 kon de uitleg der stad als voltooid worden beschouwd: op 16 en 17 Augustus van dat jaar werd dit feestelijk gevierd. Aan het driemanschap werd als huldeblijk de brug over de Voerweg aangeboden.
Openbaarheid Openbaar
Verantwoording A. Delahaye (1955)
Geschiedenis van het archief Joh. H. Graadt van Roggen heeft blijkbaar het archief der commissie na 1890 onder beheer gehouden.
Ordening Na de opheffing der commissie bleef Joh. H. Graadt van Roggen als wethouder belast met de aangelegenheden die verband hielden met de uitbreiding der stad. Zijn collectie is dan ook te beschouwen als een voortzetting van het archief van de commissie.

Het archief van de commissie, lopend van 1874 tot 1890, is naar de schijn goed bewaard gebleven. Wel vertonen zich hier en daar hiaten, doch het is zeer wel mogelijk, dat de schijnbaar ontbrekende stukken niet in het archief aanwezig zijn geweest.

Het archief was duidelijk verdeeld in twee grote afdelingen: de stukken en de tekeningen. Dit onderscheid moesten wij eveneens als uitgangspunt van de ordening nemen. In de inventaris zijn over en weer verwijzingen opgenomen, zodat duidelijk blijkt bij welke stukken de tekeningen behoren. Ook om redenen van practische aard, zoals bijvoorbeeld de opberging en de wenselijkheid van een gedetailleerde beschrijving van stukken en tekeningen, was deze wijze van ordening aan te bevelen.

In de stukken was geen andere orde aanwezig dan die, welke zich door de delen en enige bundels aanwees. Wij hebben daarom een volledige zaaksgewijze ordening en beschrijving toegepast en de stukken gerangschikt in een onderverdeling, waarvan het overzicht (zie bladz. 9) het schema biedt en waarop de index gedetailleerde toegangen geeft. De tekeningen waren geordend volgens een door Hofkamp vervaardigd register: overeenkomstig dit register dragen zij een opgeplakt nummer in rode cijfers. Deze ordening bevredigde om meerdere redenen niet. Wij hebben de tekeningen daarom in de inventaris opnieuw beschreven, doch de oude nummers gehandhaafd. Zodoende hebben de tekeningen hun juiste plaats in het archief gekregen en kon dezelfde beschrijvingsmethode voor alle tekeningen aangehouden worden.

Bij de deponering in het Gemeente-archief maakte het archief der commissie één ongeordende massa uit met de stukken der collectie Graadt van Roggen. Bij de inventarisatie bleek, dat deze bestanddelen noodzakelijk van elkander moesten gescheiden worden. Daar de afkomst of het doel der stukken niet altijd met zekerheid vastgesteld kon worden, is het mogelijk dat niet alle stukken of tekeningen in de juiste afdeling zijn gerangschikt. De punten van twijfel zullen waarschijnlijk geheel weggenomen kunnen worden na de ordening der stukken van de overeenkomstige periode uit het Gemeente-archief. Mede met het oog hierop kan deze inventaris slechts als een voorlopige beschouwd worden.

In het archief bevond zich een aantal stukken, dat duidelijk tot het Gemeente-archief behoorde. Deze stukken waren de commissie tijdelijk in handen gesteld, omdat zij ze voor de uitoefening van haar taak nodig had. Die stukken hebben wij teruggebracht naar hun eigen plaats in het archief: na de ordening van het Gemeente-archief komen de stukken, die voor de uitleg van de stad van belang zijn, vanzelf tot hun recht. Dan kan tevens overwogen worden, in hoeverre een gedetailleerde verwijzing tussen Gemeente-archief en archief der commissie nuttig en uitvoerbaar is. Het is zonder meer duidelijk, dat het archief der commissie niet de volledige en uitsluitende bron kan zijn voor de kennis van de ontmanteling en de uitleg der stad: de stukken uit het eigenlijke Gemeente-archief zijn even onmisbaar.

Het archief der Commissie en de collectie Graadt van Roggen zijn zo nauw aan elkander verbonden dat zij in één inventaris beschreven moeten worden. De collectie vult het archief op meerdere plaatsen aan, is in sommige opzichten de logische voortzetting ervan en verschaft waardevol documentatiemateriaal. Toch zijn de beide bestanddelen niet organisch aan elkaar verbonden: Wij vonden het daarom niet verantwoord ze in één ordening met een doorlopende nummering op te nemen. Het bezwaar tegen twee nummeringen - hetwelk zich niet om principiële, wel om practische redenen deed voelen - hebben wij weggenomen, door de verwijzingen naar de twee inventarissen in één index op te nemen.
Voorwaarden voor raadpleging Deels alleen in duplicaat raadpleegbaar
AanvraaginstructieOpenbare archiefstukken kunnen via de website en in de studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen worden aangevraagd. Om een archiefstuk aan te vragen via onze website, gebruikt u de knop ‘Aanvragen’ op de detailpagina van het archiefstuk. Om een archiefstuk in de studiezaal aan te vragen noteert u op een aanvraagbriefje de naam van het archief en het inventarisnummer van het betreffende archiefstuk. Zie voor adres en openingstijden de website: https://regionaalarchiefnijmegen.nl.
Citeerinstructie Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met een verkorte aanhaling. Volledig: "Regionaal Archief Nijmegen (RAN), 47 Commissie tot de Uitleg van de Stad Nijmegen 1875 - 1890, inventarisnummer …." Verkort: "RAN, verkorte titel archief, inv.nr. …".