Aantekeningen | 1. Livius is in 1803 schout (zie inv. nr. 26 (oude nummering: 5214)). 2. De stukken zijn 'receptum': door W. Engelen (1781), L. Stoppendaal PZ, 'be�digd klerk' (1781-1784). Om welke instantie gaat het hier? Het ambtsbestuur? W. Engelen was ambman, richter en dijkgraaf in het Rijk van Nijmegen in 1805-1806 (zie inv. nr. 31 (oude nummering: 5215)). Zie ook het plakkaat van 16 april 1742, genoemd in de 'Gelderse Plakkatenlijkst', nr. 20, en Driessen, 'Retroacta', blz. 3: 'daarin komt de bepaling voor dat men onmiddellijk na het overlijden daarvan aangifte zal doen aan den door den officier aan te wijzen koster, die daarvan aantekening zal houden in een bijzonder register en elk vierendeel jaars een lijst van overledenen zal overgeven aan den officier'. De Ewijkse verklaringen zijn inderdaad periodiek ingezonden (om de anderhalve maand) en bevatten ook 'negatieve berichten'. Zijn de stukken teruggezonden naar de afzender? Tzt. Het originele plakkaat raadplegen. |
---|