Naar:
Naar archiefboom
Naar zijbalk
Naar beschrijving
Hoog contrast
Menu
Sluiten
Regionaal Archief
Nijmegen
Praktische informatie
Collecties
Educatie
Over ons
Actueel
Zoeken
Winkelwagen (0)
Help
/
Home
/
Zoeken
/
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen 1330 - 1965
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen 1330 - 1965
Rubriek:
1.1 Charters
Archief
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen
Inventarisnummer
1-1255
Beschrijving
Charters
Periode
1330 - 1715
Vorm
1155 charter; 62 charter getransfigeerd
Bestanddelen
586
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Engelbertus Butken en Hermannus de Machgeren, schepenen aldaar. - Henricus de Loenen geeft een erftins van 6 Frankische schilden, uit zijn helft in een huis onder 't Gewanthuyss, aan Johannes Oirtken, als provis. van St. Michiel. A.D. MCCCC octuagesimo in profesto beate Agathe virginis, 1480, 4 feb, 1 charter
587
Engelbrecht Butken en Herman van Machgeren, schepenen v. Nijm. - Johan Oirtken, Lambert van Weelre, Gaedert van Boeningen en Johan Zell, als provis. van St. Michiel, beloven spynden te zullen doen, daar Henrick van Loenen een erftins van 6 Frankische schilden, uit zijn helft in een huis onder 't Gewanthuyss, opdroeg aan Johan Oirtken, als provis. v. St. Michiel. Gegeven int jair onss Heren dusent vierhonderd ende tachtentich op sunte Agathen dach virginis, 1480, 5 feb, 1 charter
588
Waltardes de Doenen en Engelbertus Butken, schepenen v. Nijm. - Jacobus Bruyn, gewaarde bode der stad, erkent onder eede, met luider stemme onder de hoogmis in de St. Stevens-kerk te Nijm., opgeboden te hebben 't huis van Theodericus van der Horst, gepeind ten behoeve van Henricus de Lochem. A.D. MCCCC octuagesimo feria secunda post dominicam qua cantatur Oculi, 1480, 6 mrt, 1 charter
589
Engelbertus Butken en Theodericus Vige, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochem biedt aan aan Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., ten behoeve van den landheer , een huis van Theodericus van der Horst, als gepeind goed voor 4 Frankische schilden achterstalligen tins, en 55 Rijnsche guldens dito dito, "buten"enz, en zegt 't hem voor zoveel verkocht te hebben; waarop W.d.W.d.H. zegt 't niet daarvoor te willen hebben. A.D. MCCCC octuagesimo feria quarta post dominicam qua cantatur Lethare Jherusalem, 1480, 15 mrt, 1 charter
590
Engelbertus Butken en Theodericus Vige, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochgem vraagt voor de 1e maal van Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., "Ruyminge" van een huis van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. - Jacobus Bruyn, als gewaarde bode der stad, erkent, Johannes Buysselman te hebben aangezegd, schijnender zonne, 't huis te ontruimen, ten behoeve van H.d.L. A.D. MCCCC octuagesimo feria sexta post dominicam qua cantatur Lethare Jherusalem, 1480, 17 mrt, 1 charter
591
Engelbertus Butken en Theodericus Vige, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochgem vraagt voor de 2e maal van Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., "Ruyminge" van een huis van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. - Jacobus Bruyn, als gewaarde bode der stad, erkent, aan Johannes Bussch te hebben aangezegd, heden, schijnender zonne, 't huis te ontruimen, ten behoeve van H.d.L. A.D. MCCCC octuagesimo sabbato post dominicam qua cantatur Lethare Jherusalem, 1480, 18 mrt, 1 charter
592
Waltardus de Doenen en Arnoldus Myllinck, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochem vraagt voor de 3e maal van Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., "Ruyminge" van een huis van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. - Jacobus Bruyn, als gewaarde bode der stad, erkent aan Johannes Bussch te hebben aangezegd, heden, schijnender zonne, 't huis te ontruimen, ten behoeve van H.d.L. A.D. MCCCC octuagesimo dominica qua cantatur Lethare Judica, 1480, 19 mrt, 1 charter
593
Engelbertus Butken en Theodericus Vige, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochgem vraagt voor de 4e maal van Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., "Ruyminge" van een huis van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. - Jacobus Bruyn, als gewaarde bode der stad, erkent aan Johannes Bussch te hebben aangezegd, heden, schijnender zonne, 't huis te ontruimen, ten behoeve van H.d.L. A.D. MCCCC octuagesimo feria secunda post dominicam qua cantatur Judica, 1480, 20 mrt, 1 charter
594
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Waltardus de Doenen en Engelbertus Butken, schepenen aldaar. - Heymericus de Zandwick en Elizabeth, zijn vrouw, verkoopen een erftins van 4 pond, uit een huis in de Pepergasse, aan Johannes Oertken, als prov. v. St. Michiel. A.D. MCCCC octuagesimo feria quarta post diem beati Bonifacii episcopi, 1480, 7 juni, 1 charter
595
Johannes Rait en Johannes de Bronchorst, schepenen v. Nijm. - Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., leidt Henricus de Lochgem in in 't huis, vroeger van Gadefridus Collert, nu van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. A.D. MCCCC octuagesimo feria sexta post diem Assumpcionis beate Marie virginis, 1480, 18 aug, 1 charter
596
Engelbertus Butken en Herman de Machgeren, schepenen v. Nijm. - Jacobus Venboit, priester en kanunnik van St. Steven te Nijm., als prov. van deken en kapittel van St. Steven, draagt op aan Gerardus Wychgen een huis in de Hezelstrait, voor een erftins van 2 Rijnsche guldens; met 't recht van afkoop voor 33 Rijnsche guldens en 19 witpenningen. A.D. MCCCC octuagesimo in profesto Decollacionis beati Johannis Baptiste, 1480, 28 aug, 1 charter
597
Waltart van Doenen en Herman van Machgeren, schepenen v. Nijm. - Johan Vierlinck en Gerit van Wychgen sluiten een overeenkomst omtrent de betimmering van het huis van J.V. in de Hezelstrait, en de ophooging en bevestiging der muren van 't huis van G.v.W. Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert ende tachtentich op sunte Johans avont Decollacionis, 1480, 28 aug, 1 charter
598
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Waltardus de Doenen en Theodericus Vige, schepenen aldaar. - Gheva, wed. Arnoldus van den Braendonck, Theodericus v.d.B.van de orde van St. Jan van Jeruzalem, en Arnoldus v.d.B., broeders, zoons van Gh. verkoopen een erfftins van 2 Frankische schilden, uit een huis aan 't St. Stevenskerkhof, aan Johannes de Buthalen, als prov. van St. Barbara. A.D. MCCCC octuagesimo in crastino beati Lamberti episcopi, 1480, 18 sep, 1 charter
599
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Hermannus de Bueren en Gerardus die Wijse, schepenen aldaar. - Jutta, wed. Johannes van der Kameren, draagt een erftins van 13 Coelsche witpenninge en 4 Frankische schilden, uit een huis in de Nystrait, strekkende tot den Gruytberch, op aan Lambertus Kerskorff, als prior van het Predikheeren-klooster te Nijm., behoudens een lijtocht aan Bela, wed. Gerardus van Den Velde. A.D. MCCCC octuagesimo primo feria secunda post dominicam qua cantatur Oculi, 1481, 26 mrt, 1 charter
600
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Waltardus de Doenen en Reynerus Herinck, schepenen aldaar. - Theoderius Meynhard'sz. en Greta, zijn dochter, Johannes Meynan'sz., zijn zoon, en Ulendis, diens vrouw, verkopen een erftins van 5 Frankische schilden , uit een huis "die Roskam" in de Plaetmekerstrait, aan Johannes Oirtken, als prov. v. St. Michiel. A.D. MCCCC octuagesimo primo feria quinta post dominicam qua cantatur Judica, 1481, 12 apr, 1 charter
601
Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Reynerus de Wye, heer tot Hyrnen, burggraaf; Waltardus de Doenen en Rutgerus de Wyenhaven, schepenen aldaar. - Elza, wed. Gerardus Schairdenborch, gen. Noit, verkoopt een erftins van 2 overl. Rijnsche guldens, uit de verbetering van 5 huizen in de Ziekerstrait, aan Hermannus de Machgeren, als prov. van het Heilige Geest-huis. A.D. MCCCC octuagesimo primo feria quinta post dominicam qua cantatur Judica, 1481, 12 apr, 1 charter
602
Waltardus de Doenen en Hermannus de Machgeren, schepenen v. Nijm. - Elizabeth, wed. Johannes Quede, draagt een stuk lands, aan den weg naar de St. Judocus-kapel, op aan Gadefridus Dunnit, als prov. van het Heilige Geest-huis. A.D. MCCCC octuagesimo primo feria sexta post dominicam qua cantatur Misericordia Domini, 1481, 11 mei, 1 charter
603
Elysabet van Beckhuyssen, wed. Deric Krall, erkent, dat Derick Jan'sz. priester te Nijm., een erftins van 3 oude schilden, uit een stuk lands te Horsen onder Batenborch, zal kunnen afkoopen met de verschenen rente en 50 Rijnsche guldens. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende een en tachtentich op sunte Servaes dach., 1481, 13 juni, 1 charter
605
Johannes Rait en Arnoldus Myllinck, schepenen v. Nijm. - Wolterus de Nyell erkent, dat Johannes Hollander een erftins van 4 overl. Rijnsche guldens, uit 't huis van J.H. in de Groitstrait, naast "die Croen", zal kunnen afkoopen met 50 overl. R.g. voor elken o.R.g. tins. A.D. MCCCC octuagesimo primo die beati Egidii abbatis, 1481, 1 sep, 1 charter
606
Goissen van Bemmel, richter in Overbetuwe, Derick van Lent Otto'sz. en Gerit Bernt'sz., gerichtslieden. - Gerit van Lent Bernt'sz. en Willem van Upwyck, zijn vrouw, verkoopen een erftins van 12 Rijnsche guldens, uit een erf "den Sandtkamp" in Lent, in 't ambt van Overbetuwe, aan Ysenbeell van Opwyck, ten behoeve van Henrick van Opwyck. Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tachtentich dess anderen dages na sunte Michiels dach archangeli, 1481, 30 sep, 1 charter
1
…
24
25
26
27
28
29
30
…
60
Reageren
Delen
Reacties
Er zijn nog geen reacties op dit item
Plaats een reactie
Velden met een
zijn verplichte velden.
Uw naam
Uw e-mailadres
Reactie
Klik in onderstaand veld om de inhoud naar het klembord te kopiëren.