Naar:
Naar archiefboom
Naar zijbalk
Naar beschrijving
Hoog contrast
Menu
Sluiten
Regionaal Archief
Nijmegen
Praktische informatie
Collecties
Educatie
Over ons
Actueel
Zoeken
Winkelwagen (0)
Help
/
Home
/
Zoeken
/
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen 1330 - 1965
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen 1330 - 1965
Rubriek:
1.1 Charters
Archief
469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen
Inventarisnummer
1-1255
Beschrijving
Charters
Periode
1330 - 1715
Vorm
1155 charter; 62 charter getransfigeerd
Bestanddelen
747
Johan Oirtken en Lodewich van Heck, erfpachters. - Thomaess Jan'sz. erkent verkocht te hebben een erftins van 2,5 Rijnsche gulden, van een van 80 oude schilden, uit "den Bunssweert", aan Derick van den Pol en Henrick van Wychgen, als provis. van St. Anthonius. Gegeven int jair onss Heren dusent vyffhondert ende vyff des goedesdages nae den heyligen Pynxterdach, 1505, 14 mei, 1 charter
748
Johan Oirtken en Lodewich van Heck, erfpachters. - Derick van den Pol, Henrick van Wychgen, Willem Henrix'sz. en Lodewich van Heck, als provis. van St. Anthonius, in de ST. Stevenskerk te Nijm., verklaaren, daar Thomas Jan'sz. hun q.q. opdroeg een erftins van 2,5 Rijnsche gulden uit "den Bunssweert", zekere giften te zullen doen. bij verzuim komt de erftins aan St. Michiel, onder dezelfde last. Gegeven int jair onss Heren dusent vyffhondert ende vyff des goedessdages nae den heyligen Pijnxterdach, 1505, 14 mei, 1 charter
749
Arnoldus van der Lawick en Rutgerus de Wely, schepenen van Nijm. - Theodericus de Bameren erkent ontvangen te hebben van Nycolaus Vige een schuur in de Nyestraet voor een erftins van 3 Frankische schilden, aan de provis. van het Heilige Geest-huis, en 1 Frankische schild, aan hem te betalen. A.D. M. quingentesimo quinto feria tercia post diem beatorum Petri et Pauli apostolorum, 1505, 1 juli, 1 charter
750
Swederus de Zallant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Henricus Vige, burggraaf; Henricus Vige en Albertus ter Kynder, schepenen aldaar. - Theodericus Bruystken en Menza, zijn vrouw, verkoopen een erfpacht van 2 Frankische schilden, van een van 4 Fr.s, uit een huis in de Groetstraet, aan Maria, dochter van Johannes die Leuwen. Waring ook door anderen. A.D. M. quingentesimo quinto feria quarta scilicet in die beate Lamberti episcopi, 1505, 17 sep, 1 charter
751
Henricus Vige en Albertus ter Kynder, schepenen v. Nijm. - Maria, dochter van Johannes die Leuwen, erkent, dat Theodericus Bruystken een erfpacht van 2 Frankische schilden, van een van 4 Fr.s, uit een huis in de Groetstraet, zal kunnen afkoopen voor 45 Rijnsche guldens. A.D. M. quingentesimo quinto feria quinta in crastino beati Lamberti episcopi, 1505, 18 sep, 1 charter
752
Gerardus Joh.'sz. de Lent en Albertus ter Kynder, schepenen v. Nijm. - Aleydis, wed. Otto Valkenborch, draagt een schepenbrief van Nijm., sprekende van een erftins van 8 Frankische schilden en 0,25 Rijnsche guldens, en van een van 1 oude schild, op aan Johannes Oirtken en Henricus van den Boenhoff, als provis. van St. Michiel. A.D. M. quingentesimo quinto in profesto beati Nycolai episcopi, 1505, 5 dec, 1 charter
753
Rutgerus de Wely en Arnoldus van den Stall, schepenen v. Nijm. - Truda, wed. Petrus Symon'sz., erkent 21 Rijnsche gildens, 8 penningen, onraet enz., verschijnend op St Peter ad Cathedram e.k., schuldig te zijn aan Fredericus Boetzeell, als prov. van het Heilige Kruis. A.D. M. quingentesimo sexto feria tercia post diem Conversionis beati Pauli, 1506, 27 jan, 1 charter
754
Henricus Vige en Gerardus de Lent, schepenen v. Nijm. - Hilla, vrouw van Rutgerus die Veer, erkent 8 Overl. Rijnsche guldens, binnen 14 dagen te betalen, schuldig te zijn aan Theodericus de Steynforden, als prov. van het Heilige Kruis. A.D. M. quingentesimo sexto post diem Conversionis beati Pauli, 1506, 30 jan, 1 charter
755
Swederus de Zallant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Henricus Vige, burggraaf; Arnoldus van den Stall en Gadefriedes de Triest, schepenen aldaar. - Ryckquinus Heimeric'sz. en Belia, zijn vrouw, verkoopen een huis in de Moexterstraet, aan Fredericus Boetzeel en Johannes Voskuyll, als provis. van het Heilige Kruis, en Johannes Oirtken en Henricus van den Boenhoff, als provis. van St. Michiel. Waring door anderen. A.D. M. quingentesimo sexto in die dominica qua cantatur Misericordia, 1506, 26 apr, 1 charter
756
Wilhelmus Pelss en Gadefridus de Triest Jr., schepenen v. Nijm. - Gerardus de Have, als voogd van zijn vrouw Metta, en Metta zelve erkennen 350 gulden, op aanmaning te betalen, schuldig te zijn aan Johannes Oirtken en Henricus van den Boenhoff, als provis. van St. Michiel. A.D. M. quingentesimo sexto feria secunda scilicet in die beate Margarete virginis, 1506, 13 juli, 1 charter
757
Swederus de Zallant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Henricus Vige, burggraaf; Rutgerus de Wely en Gadefriedes de Triest Jr., schepenen aldaar. - Bela, wed. Henricus de Balveren, verkoopt een erftins van 1 Frankische schild, uit een huis op den Gansehoevell, aan Dymarus de Megen. A.D. M. quingentesimo sexto feria quinta post diem beati Victoris, 1506, 15 oct, 1 charter
758
Deric Vaick en Aelbert ter Kijnder, schepenen v. Nijm. - Henrick van Wyenhaeven en Johan Voskuyll, als provis. van het Heilige Kruis, Johan Oirtken en Wilhem Florens'sz., als provis. van St. Michiel, komen overeen, wanneer de Broederschappen de huizinge in de Moexterstraten, die zij gekocht hadden van Rijckwuyn Heimerix'sz., te eniger tijd verkochten, dat dan 't Heilige Kruis uit 't huis houden zal een erftins van 3 enckell guldens en van de koopsom 30 enckell guldens, terwijl zij de rest zullen delen. Gegeven int jair ons Heren vijffthienhondert ende sess op vrijdach sent Barbaren dach joffrouwen, 1506, 4 dec, 1 charter
759
Albertus ter Kynder en Wilhelmus Pelss, schepenen v. Nijm. - Henricus Bruyn de Boegen erkent ten volle voldaan te zijn door Johannes Oirtken en Wilhelmus Florens'sz., als provis. van St. Michiel, met betrekking tot alle roerende en onroerende goederen, nagelaten door Metta, wed. Gerardus de Haeff, in 't Schependom v. Nijm. A.D. M. quingentesimo sexto feria sexta scilicet in die beate Barbare virginis, 1506, 4 dec, 1 charter
760
Albertus ter Kynder en Gadefridus de Triest Jr., schepenen v. Nijm. - Jutta, wed. Petrus Henric'sz., en Weyndela, wed. Wilhelmus Seylkens, erkennen ten volle voldaan te zijn door Johannes Oirtken en Wilhelmus Florens'sz., als provis. van St. Michiel, met betrekking tot alle roerende en onroerende goederen, nagelaten door Metta, wed. Gerardus de Haeff, in 't Schependom v. Nijm. A.D. M. quingentesimo sexto feria quarta in crastino Concepcionis beate Marie virginis, 1506, 9 dec, 1 charter
761
Swederus de Zallant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Henricus Vige, burggraaf; Rutgerus de Wely en Gadefriedes de Triest Jr., schepenen aldaar. - Petrus Andelien draagt een stuk lands bij 't Nyenbossch, op den hoek van de Groenstege en de Mouwixschestrait, op aan Henricus Bairs, als fabriekmeester van St. Anthonius. A.D. M. quingentesimo septimo feria quinta scilicet in die beate Marii Ponciani martiris, 1507, 14 jan, 1 charter
762
Rutger die Veer en Henrick die Hoige, van wege Derick van Hueyckmaet (als voogd van Lyssken van Have, zijn vrouw, erfgename van Gerit van Have, haar vader), en Lodewich van Heck en Henrick Buyse, vanwege Johan Oirtken, Johan van Kalcker en Derick van den Poll, als provis. van St. Michiel, als "erfboerres" van Mechteld van Have, G.v.H.'s vrouw, verklaren als magescheidslieden, dat D.v.H. en de provis. als magescheid overeenkwamen, 't geen in de akte staat. Gegeven int jair onss Heren duysent vyffhondert ende soeven dess manendages na den sonnendach alss men synght in der heyliger kircken Lethare Jherusalem in der vasten, 1507, 15 mrt, 1 charter
763
Akte 1 (regestnummer 763): Swederus de Sallant, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Henricus Vige, burggraaf; Theodericus Vaick en Rutgerus de Wely, schepenen aldaar. - Delyana. wed. Hermannus de Doirnick, Franciscus d.D., priester, en Conradus d.D., verkoopen een erftins van 2 Frankische schilden, uit een huis in de Holtstraet, naast 't erf van den deken en kapittel van St. Steven, aan Wilhelmus die Leuwe. A.D. M. quingentesimo septimo feria quarta post diem Palmarum (31-3-1507) Akte 2 (regestnummer 1148a): Jorden van Triest en Gerard Kanijs, schepenen v. Nijm. - Niclaes van den Kerckhoff en Cornelia, zijn vrouw, verkoopen een overtins van 2 gouden schilden uit een huis, hofstad en ledige plaats in de Holtstraet, aan Johan Hollant, pastoor van St. Anthonie en kannunnik van St. Steven, en Lambert Buijs, als provis. van O.L.V. In den jaer onssers Heeren duijsent vijffhondert negen ende tachtentich den vierden dach smaentz Februarii Als nr 1148 - Betreft een overtins van 2 gouden schilden, uit een huis (Lofstad) en ledige plaats in de Holtstraet (4-2-1589), 1507 - 1589, 2 charter getransfigeerd
764
Helyas de Eck, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Theodericus Vige, burggraaf; Johannes Collert de Lynden en Theodericus Vaick, schepenen aldaar. - Metta, wed. Gadefridus de Balveren, en Greta van den Moelen geven een erfpacht van 2 Frankische schilden, van een van 8 Fr.s. uit 't kasteel van Duckenborch, aan Gerardus de Hekeren, als prov. van het Heilige kruis. A.D. M. quingentesimo septimo nono feria quarta post dominicam qua cantatur Judica, 1509, 28 mrt, 1 charter
765
Helyas de Eck, onderrichter v. Nijm., aangesteld door Theodericus Vige, burggraaf; Johannes Collert de Lynden en Theodericus Vaick, schepenen aldaar. - Metta, wed. Gadefridus de Balveren, en Greta van den Moelen geven een erfpacht van 2 Frankische schilden, van een van 8 Fr.s. uit het kasteel den Duckenborch, aan Gerardus de Moldick, als prov. van St. Petrus. A.D. M. quingentesimo septimo nono feria quarta post dominicam qua cantatur Judica, 1509, 28 mrt, 1 charter
766
Henrick van Deynssen en Derick Heyen, als magescheidslieden vanwege Lyssbeth Huberts, wed. Hubert Masen, en vanwege Willem Peter'sz., als voogd van Mary, zijn vrouw, H.M.'s dochter, verklaren, dat dezen als magescheid overeenkwamen met betrekking tot de erfenis, aan Mary opgekomen door afsterven van haar vader Hubert Masen en haar moeder Hilleken, zijn vrouw, 't geen uitvoerig in de akte vermeld staat. Gegeven int jair onss Heren dusent vyffhondert ende neghen dess dynxtdages na den heylighen Pijnxterdach, 1509, 29 mei, 1 charter
1
…
32
33
34
35
36
37
38
…
60
Reageren
Delen
Reacties
Er zijn nog geen reacties op dit item
Plaats een reactie
Velden met een
zijn verplichte velden.
Uw naam
Uw e-mailadres
Reactie
Klik in onderstaand veld om de inhoud naar het klembord te kopiëren.