546 Collectie Codices [circa 1000 - 1730]


1 Archief


Bestanddelen
5
Antoninus Florentinus Summa Theologica cum tabala Johannis Molitoris (pars II) Spiers, Peter Drach, 1487 Druk, papier, 1 + 358 + 1 bll., Latijn Codices nrs. 4 en 5 behoren bij elkaar (twee delen van één werk) Vroegere bezitters: Klooster Hessenberg te Nijmegen ("Liber Sororum Hesenberch in Noviomagio", gestempeld op het dekblad voorin), Jacobus Verdunck te Nijmegen, Alardus Versondert, pastoor van Sevenum, Johannes Versondert ("Jacobus Verdunck Neomagiensis utendem dedit hunc librum Alardo Versondert pastori Zevenheimensi. In cuius usum succedit iure haereditario Johannes Versondert" in 17de-eeuwse handen op de binnenzijde van het eerste schutblad). Rijksarchief in de provincie Limburg (gestempeld: "Rijksarchief in Limburg" op voorzijde van tweede schutblad). Stadsbibliotheek van Maastricht (gestempeld: Bibliotheca Mosae Traiectensis" eveneens op tweede schutblad). Aard werk: Vervolg van Codices nr. 4, voorafgegaan door een hoofdstuksgewijze inhoudsopgave van alléén dit deel. Literatuur: - Geurts en Nissen 1984, blz. 16 - Geurts 1989, blz. 155-157 - Van Dongen 1994, deel 3 blz. 73-74 Bijzonderheden: Volgens vriendelijke mededeling van de heer T.H.P.M. Janssen van het Gemeentearchief Venlo werd Alardus Versondert op 11 februari 1578 te Sevenum geboren; was hij al in ieder geval al vanaf 1609 pastoor in zijn geboorteplaats; werd hij in 1621 tevens deken van het Land van Kessel en moet hij vóór 14 juni 1639 zijn overleden. Verdere gegevens over hem in: Spinninghe. Geschied- en heemkundig opstellen over Sevenum 1990, p. 66 en 67. In 1923 door het Museum van Oudheden door ruiling verkregen van de Stadsbibliotheekvan Maastricht. (Zie het verslag van het museum over 1923)., 1487, 1 deel
Uitsluitend op microfiche ter inzage. Raadplegen van het origineel alleen na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.
9
Biblia cum tabula nuper impressa et cum summariis noviter edites. Venetië, Simon Bevilaque, 1498. Druk, papier, 1 + 528 + 1 bll. Latijn Vroegere bezitters: Godefridus Helmondt (?), in rode inkt op de titelpagina; Henricus (?), in zwarte inkt eveneens op de titelpagina. Aard werk: Met kleine houtsneden geïllustreerde Bijbel, bevattende het gehele Oude en Nieuwe Testament, met voorin een sterk verkorte inhoudsopgave per boek met verwijzingen naar de vindplaatsen en achterin een alfabetisch register op eigennamen en zaken, alsmede een lijst met verklaringen van Hebreeuwse namen en begrippen van Albertus Brunus. Literatuur: - Geurts en Nissen 1984, blz. 29 - Geurts 1989, blz. 158 Bijzonderheden: De titelpagina bevat in een zestiende-eeuwse hand een fragment van een tekst in het Latijn over de zeden en gewoonten van de Brahmanen, waarschijnlijk ontleend aan de Collatio Alexandri cum Dindimo ("Hec de moribus de Brahmanorum ex epistola Didimi ad Alexandrum excerpta sunt."). Deze Collatio is een van de belangrijkste zogenaamde Indische Traktaten, gegoten in de vorm van een briefwisseling tussen Alexander de Grote en koning Dindimus. Tussen de regels van de tekst en daaronder staan, behalve de naam "Theodesis", enige zedenspreuken genoteerd in verschillende zestiende-eeuwse handen, onder andere ontleend aan de Bijbel. Op folio 528. vo (laatste pagina) vindt men een lijstje met verkorte aanduidingen van vindplaatsen van enige Bijbelteksten en voorts wederom enkele zedenspreuken. Dit alles in zestiende-eeuwse handen. Als schutblad aan de voorzijde dient een afgesneden perkamenten blad uit een vijftiende-eeuwse officiale met aan weerszijden teksten, deels op muziek, behorend tot de liturgie van het feest van Johannes de Doper (24 juni). Dit blad is gefolieerd met I en II. Op de voorzijde van dit blad staan tussen de teksten enige nauwelijks leesbare aantekeningen geschreven in een zeer klein zestiende-eeuws handschrift. Het schutblad aan de achterzijde is eveneens een afgesneden perkamenten blad, waarschijnlijk uit hetzelfde officiale, en geeft op de voorzijde (fol. III) naast een alleluia-vers op muziek een fragment uit het evangelie van Johannes. De oorspronkelijke tekst op de achterzijde van dit blad (fol. IV) is sterk vervaagd en opnieuw gebruikt voor aantekeningen in een vrijwel onleesbaar geworden zestiende-eeuwse hand., 1498, 1 deel
Uitsluitend op microfiche ter inzage. Raadplegen van het origineel alleen na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.
14
Haymo van Saksen In divi Pauli Epistolas cum brevis tum perlucida Expositio Straatsburg, Renatus Beck, 1519 Druk, papier II + 174 + II bll., Latijn. Vroegere bezitters: Klooster Hessenberg te Nijmegen ("Heeschenberch Anno '65" op het titelblad). Aard werk: Uitgave van een exegese van de Brieven van Paulus, toegeschreven aan de benedictijn Haymo van Saksen, bisschop van Halberstadt, (overl. 834), met marginale en losbladige notities in een 16de-eeuwse hand. Na de titelpagina volgen twee brieven, namelijk van doctor Ottomarus Luscinius aan zijn vriend Sixtus Hermanni, pastoor van de St. Thomaskerk te Straatsburg, en vice versa. Dan volgt een korte levensbeschrijving van Haymo van Saksen, overgenomen uit zijn Vita, geschreven door Joannes Tritheimius, abt van Spanheim, waarin zijn sterfjaar wordt vermeld. Hierna begint een inhoudsopgave van de brieven van Paulus, behandeld in het werk, dat daarop aansluit. Literatuur: - Geurts en Nissen, blz. 15 - Geurts 1989, blz. 160 - Van Dongen 1994, deel 3, blz. 84-85 Bijzonderheden: Voor dek- en schutbladen is gebruik gemaakt van twee bifolia, afkomstig uit een 15de-eeuws missaal, waarop de wisselende gebeden van vooralsnog niet nader aan te geven feestdagen. De bladen van het boek zijn gefolieerd I ro - CXIIII vo, dan CXXI r0 - CLXXIII vo en tenslotte CLXXVI ro - CLXXVIII ro. Ondanks deze lacunes in de foliëring loopt de tekst normaal door. In een eigentijdse potloodnummering zijn de folionummers in Arabische cijfers herhaald., 1519, 1 deel
Raadpleegbaar; licht mechanische schade
Uitsluitend op microfiche ter inzage. Raadplegen van het origineel alleen na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.
15
Johannes Tauler Predige faste fruchtbar und nutlick to einen rechten Christlyken Levende Halberstadt, 1521/1523 Druk, papier, 1 + 294 fol., Duits (Hessisch). Vroegere bezitters: Zuster Gertruijt Hacfort ("Dit boeck hoert toe S. Gertruijt Hacforts ende nae hoeren doot sal dat int gemeyn wesen om trouwelicken voer hoer te bidden" op achterste schutblad). Aard werk: Het eerste deel van dit boek bevat een uitgave van de preken in de volgorde van het kerkelijk jaar van de dominicaanse theoloog en mysticus Johannes Tauler (overl. 1361). Het tweede deel begint op fol. 143. vo en bevat preken opnieuw in dezelfde volgorde, waarvan medegedeeld wordt dat ze, zo ze al niet aan Tauler moeten worden toegeschreven, dan in ieder geval afkomstig zijn uit zijn omgeving. Het boek begint op pag. V met een inhoudsopgave van alle preken per zon- en feestdag. Op pag. XV volgt een levensbeschrijving van Johannes Tauler, die eindigt op pag. XXXVIII, waaronder een houtsnede staat van een vooralsnog onbekend wapen van een kardinaal. Literatuur: - Geurts en Nissen, blz. 29-30 - Geurts 1989, blz. 153 en 160-161 - Van Dongen 1994, deel 3, blz. 112-113 Bijzonderheden: Op pag. XXXVIII vindt men vermeld dat de tekst van de preken is vertaald uit het Hoogduits in het Hessisch. Voor dek- en schutbladen is gebruik gemaakt van een perkamenten bifolium (voorzijde) en van een enkel blad (achterzijde), eveneens van perkament, welke afkomstig zijn van een verluchte Codex Iustinianus die volgens Geurts en Nissen (zie opgave hieronder) dateert uit de 13de eeuw. De schutbladen, het titelblad, en de volgende inleidende onderdelen zijn in potlood gepagineerd met Romeinse cijfers tot XXVIII. Deze nummering wordt voorgezet op het achterste schutblad en het dekblad. Het eigenlijke werk heeft een moderne, met potlood aangebrachte foliëring in Arabische cijfers die parallel loopt aan de oorspronkelijke gedrukte foliëring in Romeinse cijfers. Op het achterste schutblad, gepagineerd XL, vindt men in rode inkt: "Soeckt dat waerachtige guet dat niet en sal vergaen"., 1521/1523, 1 deel
Raadpleegbaar; licht mechanische schade
Uitsluitend op microfiche ter inzage. Raadplegen van het origineel alleen na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.
18
Bernardus van Clairvaux Sommerstuck der sermoenen Sunte Bernarts des hoenichvloienden lerers Anonymus Een schoen historie van sancta Elisabeth, des conincks dochter van Ungarien (fragment) s. 15bc Handschrift, papier, 167 bll., Nederlands Vroegere bezitters: - Aardwerk: Preken van Bernardus van Clairvaux (1090 - 1153), lopende vanaf Hemelvaart tot aan het begin van het volgende kerkelijk jaar, het zogenaamde Zomerstuk. De preken zijn bedoeld als vroomheidsliteratuur. Fol 1. ro bevat het laatste deel van een verder verdwenen preek en het begin van de volgende preek met de aanhef: In den bedeldagen voir ons Heren Hemelvaert van dat ewangeli een sermoen. Na het " Zomerstuk" volgen: - Fol. 157 vo. Een merckelick sermoen Sunte Bernarts van vierehande schulde....., - Fol. 161 vo. Sunte Bernart scrijft in een sermoen ende setter soeven grade der gehoirsamheit...., - Fol. 163 ro. Van den twyste tuschen Babilonien ende Iherusalem; Sunte Bernarts parabole, - Fol. 166 ro. Van negen pinen der hellen wt Sunte Bernts epistel tot eenen priester, - Fol. 166 vo. Van den alders om Godswil te laten; ende is een epistel Sunte Bernarts...., Op fol. 167. vo begint de vermelde vita van Sint Elisabeth. Van dit heiligenleven is alleen het begin bewaard gebleven. Gelet op het feit, dat aan de genoemde reeks preken, schijnbaar zonder enig verband, een leven toegevoegd is van St. Elisabeth, die in Franciscaanse kringen vereerd werd als een der eerste vrouwelijke tertiarissen, is het niet onmogelijk dat het boek bedoel is geweest voor een kloostergemeenschap van vrouwen met een tertiarissenregel. Literatuur: - Geurts en Nissen 1984, blz 26-27 - Geurts 1989, blz. 161-162 - Van Dongen 1994, deel 3 blz. 108 - Helmut Lomnitzer, "Zu deutschen und niederländischen Uebersetzungen der Elisabethvita Dietrichs von Apolda", in: Zeitschrift für Deutschen Philologie, jrg. 89 (1970), blz. 54-65 en een terloopse vermelding op blz. 57. - Terloopse vermelding in: R. Lievens, "Boekbespreking van het boek van W. Stannat, Das Leben der heiligen Elisabeth in drei mitteldeutschen Handschriften aus Wolfenbüttel", in: Leuvense Bijdragen, Bijblad, jaargang 49 (1960). Blz. 122-125. Bijzonderheden: De band (leer over textiel) is zeldzaam. De hierna volgende gegevens zijn rond 1985 tijdens een bezoek aan het Gemeentearchief Nijmegen mondeling medegedeeld door de codicologe mevrouw C. Lingier te Antwerpen. Volgens haar zijn zowel aan de voor- als aan de achterzijde drie katernen verdwenen. Aan de voorzijde betroffen het waarschijnlijk de schutbladen tezamen met een blad met de inhoudsopgave en twee katernen met teksten en aan de achterzijde katernen met heiligenlevens. Hoogstwaarschijnlijk werd het handschrift van waaruit dit exemplaar werd afgeschreven in tweeën gedeeld om sneller kopiëren mogelijk te kunnen maken. Dit exemplaars is van een en dezelfde kopiist. Fol. 70 is toegevoegd. Katern 8 is er uitgescheurd. Vermoedelijk is het tweede deel (vanaf fol. 71) eerder ontstaan dat het eerste gedeelte (tot en met fol. 70). Beide onderdelen echter zijn van meet af aan in één band (de huidige) ingebonden geweest. Van de band valt nog het volgende te vermelden. De inlassen zijn afkomstig van een ouder herstel (16de eeuw?). Hiervan is ook afkomstig het dekblad, waaronder het oude dekblad (deels) nog aanwezig is. In de universiteitsbibliotheek van Utrecht wordt een zusterexemplaar bewaard. Bedoeld is hier een handschrift naar hetzelfde origineel is gekopieerd (Signatuur: 8 K 26)., z.j., 1 deel 
Niet raadpleegbaar; ernstige mechanische schade
Uitsluitend op microfiche ter inzage. Raadplegen van het origineel alleen na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.