Uitgebreide beschrijving (regest) | Henrica van Suhlen, weduwe van Nicolaas van Braakel, geassisteerd door haar neef Floris van Braakel, drossaard ter Lhede, als voogd van Henrick, Anna en Catharina van Braakel, transporteert aan Bartholomeus Breul en Adriaen Verhueth, oud-burgemeesters van Rhenen, twee morgen weiland, het ene geheten de Kerckewal, het tweede Eerkenmoeyskampken, beide in Kesteren in Nederbetuwe gelegen, ten oosten begrensd door de straat, ten zuiden door de tochtgraaf, ten westen en noorden door de Hooge Wourt; het Eerkenmoeyskempken is bezwaard met twaalf stuivers en acht penningen voor de kerk van Kesteren; het geheel onder voorwaarde, dat de verkoopster voor haar perceel het Breestuck een uitweg zal houden over de Kerckwal, t.o.v. Batholomeus Bergheyck en Adriaan Cornelissen, gerichtslieden |
---|