| Uitgebreide beschrijving (regest) | Daem Jansen en zijn vrouw Heymerijck Berns, Aert Wijnen, als voogd voor zijn broederskind Dries Claessen, en Aert Janssen verkopen aan Neesken Rutten en haar kinderen Floris en Jan twee hond land, hun nagelaten door hun moeder Seger Lamers, en vier hond, waarvan Neesken Rutten en haar kinderen reeds een derde deel bezitten, welk deel oostelijk begrensd wordt door de eigendommen van Aert Voorman en noordelijk door die van Neesken Rutten, westelijk door die van Derick Janssen en zuidelijk door die van Aert van Caell, en een kempken land, groot een morgen, gelegen in de Tuyt, grenzende aan het Spijckse Wiell, westelijk begrensd door de eigendommen van Neesken Rutten en haar kinderen, zuidelijk door die van Aert Janssen Voorman, en noordelijk door die van Aert Janssen en Neesken Derickx; zij stellen als onderpand voor de handhaving van deze verkoop drieënhalve hond land in de Tuyt met de helft van huis en hofstad zoals hun moeder Seger Lamers heeft nagelaten, oostelijk begrensd door de dijk, westelijk door de eigendommen van Neesken Rutten en haar kinderen, ten zuiden door de eigendommen van de genoemde kinderen en ten noorden door de eigendommen van Aert Wijnen, alles gelegen in het kerspel Appeltern in het ambt van Maas en Waal, t.o.v. de erfpachters Frans Janssen en Claes Coumen |
|---|