Uitgebreide beschrijving (regest) | Reynout, ridder en heer van Ooij, ontslaat, ten overstaan van zijn mannen Ysebrant van Lent en Willem Ysebrantssoen, Johan Vullincs uit het leenverband voor ‘De Grote Dryesch’, 12 morgen land in het kerspel Ooij, en draagt het hem op als vrij erf, belendend de ‘Heghenwech’ aan de ene en jonkvrouwe Mechteld van Oy Herberensdochter en Goderes van Wese aan de andere zijde, aan het ene eind het ‘burghelijn’ en Claes van der Dunen, en aan het andere de ‘Papen’van Ooij. Gegheven in ‘t jaer ons Heren 1372 des donredages na Sente Bartholomeus dach |
---|