BV Schoenfabriek Wellen & Co.


ArchiefvormerBV Schoenfabriek Wellen & Co.
Andere namenN.V. Schoenfabriek Dinco (1929-1934)
N.V. Schoenfabriek Nijma (1933, voorgesteld)
N.V. Schoenfabriek Wellen & Co. (1934-1972)
B.V. Schoenfabriek Wellen & Co. (1972-1982)
Archief354 Schoenfabriek Wellen & Co.
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormNaamloze vennootschap, besloten vennootschap
Datering1929-1982
PlaatsNijmegen, Jodenberg 3-5 (1929-1930)
Nijmegen, Groesbeeksedwarsweg 185 (1930-1982)
Algemene contextIn de jaren 20 van de twintigste eeuw ontstond er in Nijmegen een schoenindustrie, die aanvankelijk tot grote bloei kwam, maar vanaf de jaren 60 grote klappen kreeg en rond 1980 nagenoeg verdwenen was.
GeschiedenisJ.W. Wellen, G.H.W. Braam en H.W.J. van Wijck kochten in 1929 de schoenmakerij van de gebroeders Dinnissen aan de Jodenberg, en brachten deze onder in een naamloze vennootschap waarvan zij de aandeelhouders werden: de N.V. Schoenfabriek Dinco. Nog in hetzelfde jaar besloten zij de productie en het vloeroppervlak van het bedrijf flink te vergroten door een nieuwe fabriek te bouwen aan de Groesbeeksedwarsweg. In 1933 besloten zij, nadat er problemen waren gerezen over de naam, hun bedrijf te hernoemen tot N.V. Schoenfabriek Nijma, maar toen de N.V. Kunstzijdespinnerij Nyma hiertegen bezwaar maakte, kozen zij in 1934 voor de naam N.V. Schoenfabriek Wellen & Co. Overigens slaagde het bedrijf er wel in ‘Nijma’ als handelsmerk te deponeren en bracht het tot 1957 schoenen onder deze naam op de markt. Om deze reden werd de fabriek, vooral buiten Nijmegen, wel degelijk vaak aangeduid en aangeschreven als de Schoenfabriek Nijma.
Na het heengaan van de drie oorspronkelijke aandeelhouders, kwamen in de jaren vijftig alle aandelen in handen van de erfgenamen van H.W.J. van Wijck: zijn weduwe en zijn vier kinderen. Om aan de vraag naar schoenen te kunnen voldoen, voerde het bedrijf zijn productie op door een nieuw atelier te openen in Gendt; tegelijk besteedde het steeds vaker productie uit aan Duitse en Italiaanse schoenfabrieken. Het merk Nijma maakte in 1957 plaats voor Caral. Onder deze naam presenteerde de vertegenwoordigers van het bedrijf aan de schoenverkopers halfjaarlijks een collectie. Tussen 1968 en 1975 presenteerde het ook nog een tweede collectie, onder de naam PéHáVé – een merk dat in 1967 was verworven met de inboedel van P.H. Vloermans Schoenfabriek N.V. te Kaatsheuvel. Voor beide collecties was de doelgroep ‘vrouwen in het rijpere segment’.
De eigendomsstructuur van het bedrijf wijzigde in 1966 grondig, doordat de broers W.A.H., J.Th. en A.J. van Wijck hun moeder en hun zus uitkochten en vervolgens alle aandelen verkochten aan de N.V. Exploitatiemaatschappij Caral, die daardoor de enige aandeelhoudster werd van de schoenfabriek. Aangezien alle aandelen in deze exploitatiemaatschappij tot 1969 in handen waren van de drie broers en vanaf 1969 in die van de Caralstichting – waarvan de drie broers het bestuur vormden – behield de familie Van Wijck haar grip op de schoenfabriek volledig en kon zij uit haar midden directieleden en commissarissen aanstellen. In 1970 werd de computer van de schoenfabriek als bedrijfsonderdeel verzelfstandigd tot het Computerservice Bureau Nijmegen N.V. – wederom een bedrijf waarvan de aandelen in handen waren van de familie Van Wijck. De schoenfabriek kocht bij dit nieuwe bedrijf diensten in, omgekeerd huurde het nieuwe bedrijf ruimtes in de fabriek. Om niet te hoeven voldoen aan de bepalingen die de Wet op de Jaarrekening aan nv’s oplegde, zette de familie Van Wijck in 1972 al haar naamloze vennootschappen om in besloten vennootschappen (bv’s).
De B.V. Exploitatiemaatschappij Caral sloeg in de jaren zeventig nieuwe wegen in door zich te richten op de import van zeilbenodigdheden en door een nieuwe schoenfabriek op te richten in Portugal onder de naam Laraca. Beide ondernemingen mislukten echter. In 1977 verkocht de exploitatiemaatschappij haar aandelen B.V. Schoenfabriek Wellen & Co. aan de Caralstichting en wijzigde zij haar naam in B.V. Handelsonderneming Neca. Deze nieuwe handelsonderneming, die zich volledig buiten het schoenvak hield, was geen lang leven beschoren: reeds in 1979 werd zij geliquideerd. Schoenfabriek Wellens stond er intussen ook niet florissant voor. Hadden de Caral-schoenen in de jaren zestig nog aftrek gevonden in België en West-Duitsland, in de jaren zeventig gingen deze markten grotendeels verloren terwijl er ook op de binnenlands markt steeds minder vraag voor was. In een poging het bedrijf te redden en het personeel tevreden te stellen droeg de Caralstichting nog in hetzelfde jaar waarin zij de aandelen in de schoenfabriek had opgekocht, 1977, de helft van deze aandelen over aan de Stichting Beheer Werknemersaandelen B.V. Wellen & Co. Dit mocht echter niet baten. In 1980 werd besloten geen nieuwe collecties meer te presenteren en kwam het bedrijf feitelijk stil te liggen. Liquidatie volgde in 1982.
Functies, beroepen of activiteitenDe fabricage van en de handel in schoeisel.
Structuur of genealogieHet bedrijf had een directie onder toezicht van een raad van commissarissen.
Bron(nen)Janssen, H., Nijmegen en de schoenindustrie, Nijmegen, 2018.
Wijck, W. van, Een historie van de Nijmeegse schoenindustrie, 2005.