Uitgebreide beschrijving (regest) | Voor Nicolaus Vighe en Engelbertus Butken, schepenen van Nijmegen, draagt Elizabeth, dochter van wijlen Wilhelmus Gruenwalt, over aan Gerardus Noet en Johan de Wyenhaven, als provisoren van het Sint-Nicolaas Gastthuis, een erfpacht van 3 malder winterrogge, jaarlijks verschuldigd op sint Maarten in de winter uit twee naast elkaar gelegen stukken land op het Hogeveld, waarvan het ene is van Symonis Overkampp en het andere van Henricus Wolteri; belendend Thomas de Overkamp, broer van Symonis voornoemd, aan de ene en het convent van de zusters van de Hessenberg aan de andere zijde, aan het ene eind Henricus Wolff en aan het andere de straat; met de bijbehorende schepenakten. 1467, feria sexta post dominicam quadragesimo qua cantatur Letare Jherusalem. |
---|