Uitgebreide beschrijving (regest) | Petrus van Eten, med. doctor, en zijn vrouw Mechteldis verkopen aan Johannes van der Kircken een erfcijns van 4 gouden Rijnsche overlentzsche gulden, te betalen op St. Victor en de vigilie van Pasen uit een perceel grond van wijlen Wilhelmus die Vrieze, groot 4 hont, gelegen buiten de Wyntmoelpoert tussen het erf van Wolterus Ebben dat van Wilhelmus van Lothem en Martinus van den Hazelhorst, met een eind strekkend aan het erf van Theodericus Ridder, met het andere aan de Moldicksche strait, bezwaard met een rente van 18 solidi t.b.v. de armen van het H. Geesthuis te Nijmegen ; t.o.v. Petrus van Oploe, onderrichter in Nijmegen, en Everardus Baers van Velar en Romboldus Collert van Lynden, schepenen aldaar. |