Buitenpolder de Teerse Sluispolder


ArchiefvormerBuitenpolder de Teerse Sluispolder
Andere namenTeersesluispolder
Teerschesluispolder
Teersche Sluispolder
Archief1735 Buitenpolder de Teerse Sluispolder
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
RechtsvormOverheidsorganisatie
Datering1913-1958
PlaatsNijmegen
Heumen
Wijchen
Overasselt
Hatert
Voorganger(s)Geërfdenorganisatie, vanaf 1838 dorpspolder, Heumen
Geërfden van het dorp Hatert en de Teerse Sluis
Opvolger(s)Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal
GeschiedenisDe buitenpolder de Teerse Sluispolder is ingesteld in 1913 als buitenpolder in de zin van het Gelderse Rivierpolderreglement. De polder omvatte gedeelten van de gemeente Heumen, Nijmegen (Hatert), Wijchen en Overasselt. Omdat het grondgebied onderdeel ging uitmaken van de nieuwe polder werd tegelijkertijd de dorpspolder Heumen opgeheven.

Voor het archief van de Dorpspolder Heumen tot 1913 zie toegang 414. Van de behartiging van de gezamenlijke geërfden van het dorp Hatert en de Teerse Sluis uit Nijmegen zijn over de jaren 1906-1913 ook een aantal stukken bewaard gebleven. Zie daarvoor toegang 422.

Een buitenpolder was een kleine polder met een beperkte taak, die geen deel uitmaakte van een polderdistrict. Meestal werden deze polders gevormd door een uiterwaard, die door een kade tegen het rivierwater werd beschermd. In dit geval gaat het niet om uiterwaarden, maar om gebieden die afwateren via de Teerse Sluis.

De buitenpolders in Maas en Waal en in het Rijk van Nijmegen zijn per 1 juli 1958 opgeheven. Voortaan werden, niet alleen de bovenlokale, maar ook de lokale waterschapsbelangen behartigd door het polderdistrict. Dat was op dat moment - sinds een fusie in 1944 - het Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal.
Functies, beroepen of activiteitenDe taken van de polder lagen op het gebied van het beheren van belangen van de geërfden van wie de eigendommen afwaterden via de Teerse Sluis.
Structuur of genealogieAanvankelijk had de buitenpolder een (dagelijks) polderbestuur, onder leiding van een voorzittend poldermeester, welke samen met de geërfden, de geërfdenvergadering (algemeen bestuur) uitmaakte. Gedeputeerde staten benoemden de poldermeesters voor zes jaar op voordracht van de geërfdenvergadering.

Met de invoering van het nieuwe Rivierpolderreglement per juli 1934 werd de geërfdenvergadering vervangen door een polderraad waarin naast de poldermeesters de hoofdingelanden zitting hadden, die via verkiezingen gekozen werden door de geërfden. Het polderbestuur (dagelijks bestuur) werd voortaan de vergadering van poldermeesters genoemd.