Beschrijving (regest) | Johan van Heze en Wolter van Huet, schepenen v. Nijm. - Hill, wede Johan van Beeck, erkent schuldig te zijn aan Johan van der Weyden, als prov. van het Heilige Geest-huis, 50 overl. Rijnsche guldens, op aanmaning te betalen, te peinden uit een huis in de Stryckstraeten, en al hare andere goederen in 't Schependom v. N. Waarna Johan van Redinchaven, onderrichter v. Nijm., met partijen de vormen der peindung verrichtte.
Gegeven int jair ons Heren M CCCC negen ende tsestich des maenendages nae sunte Victoers dach martiris. |
---|