Uitgebreide beschrijving (regest) | Voor Nycolaus de Herwen en Sanderus Goeswini de Redinchaven, schepenen van Nijmegen, verklaart Johannes Odolf te hebben verkocht aan Theodoricus de Machgeren, als provisor van het Armen Gasthuis te Nijmegen, een erfcijns van 8 pond kleine penningen, die hij jaarlijks verdeeld heeft op Paasavond en op sint Victorisdag uit het huis van Gerardus de Lochgem in de Houtstraat, belendend Florencius de Eymeren en Gerardus de Aerde aan de ene en Gijsbertus Bruysten aan de andere zijde, en Fredericus Joesten achter, en Rutgerus de Gruesbeke geeft als cijnsmeester toestemming. 1398, feria quarta post diem beatorum Symonis et Jude apostolorum. |
---|