Uitgebreide beschrijving (regest) | Frater Jacobus de Ockenbruke, prior van het Nijmeegse convent van de Orde der Predikbroeders geeft vidimus van de akte waarbij voor Gerart van Leyenburg, burggraaf van Nijmegen en richter in het Rijk, en de gerichtslieden Didderic Arntssoen van Wusic en Didderic Johanssoen van Wusic, Johan van Malbergh verklaart dat hij de erfpacht van 62 pond en 10 schilling kleine penningen, die de Nijmeegse burger Arnt Goswijnssoen van Cleve jaarlijks heeft uit alle goederen van Johan voornoemd, gelegen te Vormer en Luenen in in het Rijk, volgens de voorwaarden zoals die staan beschreven in de bezegelde akten voor burggraaf en schepenen van Nijmegen verleden, niet mag betwisten noch Arnt mag benadelen bij het vorderen en innen daarvan; bezegeld door de burggraaf op dinsdag na sint Bartholomeusdag Apostel 1359 [27 aug]. 1380 feria tertia post diem beatorum Petri et Pauli apostoli. |
---|