Uitgebreide beschrijving (regest) | Aerndt van der Lawick, richter in Oeverbetouwe, verklaart t.o.v. Arndt van der Waijen en Jacob van Hoeculum, gerichtslieden, dat Gerit van Heugell wordt bevestigd in het bezit van goederen in Aerde, door hem gekocht van Wilhem Muijschaell, die deze goederen omwille van een schuld van 80 Carolusgulden gepeind had met medewerking van Gijsbert van de Velde van Wilhem van der Heggen, Neze Lippit, Flistis van Lenth en Coenrit Mitten Locken, erfgenamen van Reyntken van der Heggen. |