1022 Paedologisch Instituut St. Joseph te Nijmegen / Ubbergen 1931 - 1996


Hoofdcategorie 15 Gezondheidszorg
Subcategorie 15.1 Medische instellingen
Archiefvormer Stichting voor Paedologische Instituten en Orthopaedische Inrichtingen in Nijmegen / Ubbergen (1934-1996)
Periode 1931 - 1996
Omvang 12,125 m.
Medium Omvang voor de inventarisatie: 25,400 meter
Bij de inventarisatie voor vernietiging geselecteerd: 15,525 meter
De totale omvang van het te bewaren archief: 9,875 meter
Openbaarheid Deels openbaar
Verantwoording Rob Wolf (2008)
Geschiedenis van het archief Omdat het P.I. en de Sint Maartenskliniek vanaf de oprichting één bestuur hadden, hadden de twee instellingen die op het gebied van de taakuitoefening slechts incidenteel met elkaar te maken hadden, wel één bestuursarchief. Deze situatie heeft geduurd tot de twee instellingen in 1991 in rechte uiteengingen.
In het voormalige hoofdgebouw van het P.I. dat van 1936 tot 1975 heeft dienst gedaan, bevindt zich in de kelder een archiefkluis, waar het bestuursarchief is bewaard. Toen in 1975 het stafgebouw van het P.I. in gebruik werd genomen, heeft het archief in de beveiligde archiefkelder van dit gebouw gelegen.

Er zijn enkele opvallende leemten:
1. De bestuursstukken (agenda's, notulen en bijlagen) van de jaren 1944-1949, 1959-1962 en 1972-1977 ontbreken. Onderzoek in de archiefruimten van de Sint Maartenskliniek (7 maart 2008) wees uit dat deze stukken zich ook daar niet bevinden.
2. Kinderen kwamen tot 1950 het P.I. binnen via het spreekuur ('particulieren', ouders betalen), consultatiebureau (armlastige ouders) of de polikliniek (ouders aangesloten bij ziekenfonds). De twee laatste series ontbreken.
Deze activiteiten zijn in 1950 opgegaan in het Medisch Opvoedkundig Bureau dat tot 1982 op hetzelfde terrein als het P.I. was gevestigd. Vermoedelijk zijn de twee laatste series opgenomen in het archief van het MOB. In 1982 werd het MOB onderdeel van het RIAGG dat inmiddels is doorgefuseerd tot de Stichting GGZ Nijmegen. Er zijn geen aanwijzingen dat deze series nog bestaan.
3. Van het archief van de Stichting Berk & Beuk ontbreekt elk spoor. Dit was ook in 1995 al het geval.
4. De verhuizing naar het stafgebouw in 1975 vormt een belangrijke cesuur in de archiefvorming binnen het P.I. Uit de voorafgaande periode zijn - afgezien van de kinddossiers - relatief weinig stukken bewaard gebleven, die niet door het bestuur gevormd of ontvangen waren. Mogelijk is een deel van deze stukken bij de verhuizing vernietigd.

Uit de periode na 1975 bevat het archief relatief veel meer stukken die niet door het bestuur, maar door de directie, staf, groepsleiding en anderen zijn gevormd. Deze ontwikkeling hangt samen met een andere ontwikkeling: de democratisering binnen het P.I. en de toename van overleg op lager niveau.
Verwerving In 2007 heeft Stichting De Waarden contact opgenomen met het Regionaal Archief Nijmegen in verband met de overdracht van het archief. Aanvankelijk was het de bedoeling om de bestuursstukken tot 1996 en de cliëntendossiers tot 1975 over te dragen . Uiteindelijk is besloten om dat deel van het archief van het P.I. in bruikleen te geven dat in de archiefkelder onder het stafgebouw lag. Op een enkele uitzondering na gaat dit niet verder dan 1988.
Selectie Kinddossiers
Bij de overdracht van het archief van De Waarden naar het RAN is van de kinddossiers de volgende selectie gemaakt. Van de periode 1936-1945 is honderd procent bewaard, van de periode 1946-1955 vijftig procent en van de periode 1955-1975 vijfentwintig procent.
Deze keuze is als volgt beargumenteerd. Naarmate de behandeling van complex gestoorde kinderen meer gemeengoed werd, zijn de dossiers van het P.I minder uniek geworden.
Nader onderzoek in de naar het RAN overgebrachte dossiers wees uit dat een nadere selectie verantwoord is.
* De serie dossiers van autistische kinderen, 1936-1961. Hierbinnen is geen nadere selectie gemaakt. Dit was ongewenst, omdat deze dossiers inzicht geven in het wetenschappelijk denken op dit gebied en in de betrekkelijk unieke positie die het P.I. op dit gebied bezat.
* De serie particuliere dossiers, 1936-1949. Deze dossiers van kinderen die op het spreekuur door de psychiater en psycholoog werden gezien, gaan doorgaans over simpele vragen. De adviezen hebben vaak betrekking op de schoolkeuze. Uit deze serie zijn per jaar tien dossiers bewaard. Nader onderzoek wees uit dat dit aantal voldoende is om inzicht te geven in de door het P.I. gevolgde werkwijze.
* De serie observatiedossiers, 1940-1975. In de praktijk werden de betrokken kinderen opgenomen. Inhoudelijk zijn de dossiers belangwekkender dan de particuliere en geven ze inzicht in de kern van het werk op het Paedologisch Instituut. Daarom is uit jaren dat er meer dan vijftig dossiers waren gevormd, tien procent bewaard en uit jaren waarin dat aantal kleiner was, twintig procent.

Documentatie
Overgedragen was circa een meter publicaties, papers en scripties. Deze zijn grotendeels vernietigd.
Bewaard zijn de documenten die inzicht geven in het wetenschappelijk werk of de gang van zaken op het P.I., en documenten die relevante informatie over zusterinstellingen bevatten.
Ook bewaard zijn de publicaties van professor dr. J.F.W. Kok, directeur van de Stichting Roelant.
Ordening Het bestuur van de Stichting voor Paedologische Instituten ordende het archief primair volgens een agendastelsel, waarbij de stukken chronologisch per vergadering en daarbinnen aan de hand van de agenda werden geborgen. Dit aspect komt in de inventaris terug onder 'stukken van algemene aard'.
Het bestuur vormde voor enkele onderwerpen, zoals de oprichting of oorlogsschade, rubrieken en dossiers . Als gezichtspunt hanteerde het hierbij diverse taken. Omdat ook de archiefvormers lager binnen de organisatie van het P.I. primair taakgericht waren, heb ik voor 'stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen' voor een taakgerichte invalshoek gekozen.

De indeling daarvan is als volgt:
1. oprichting en ontwikkeling
2. huisvesting
3. financiën
4. organisatie en personeel
5. publiciteit
6. wetenschap
7. zorg
7.1. algemeen
7.2. behandeling
7.3. onderwijs
7.4. wonen
8. kinddossiers
9. documentatie
10. gerelateerd archief: Huize Roelant
Voorwaarden voor raadpleging Van een aantal archiefnummers is de openbaarheid beperkt. De duur hiervan staat in de inventaris bij de betreffende nummers vermeld. Wie deze dossiers wil raadplegen, dient hiertoe vooraf een schriftelijk verzoek te doen bij de gemeentearchivaris.
AanvraaginstructieOpenbare archiefstukken kunnen via de website en in de studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen worden aangevraagd. Om een archiefstuk aan te vragen via onze website, gebruikt u de knop ‘Aanvragen’ op de detailpagina van het archiefstuk. Om een archiefstuk in de studiezaal aan te vragen noteert u op een aanvraagbriefje de naam van het archief en het inventarisnummer van het betreffende archiefstuk. Zie voor adres en openingstijden de website: https://regionaalarchiefnijmegen.nl.
Citeerinstructie Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met een verkorte aanhaling. Volledig: "Regionaal Archief Nijmegen (RAN), 1022 Paedologisch Instituut St. Joseph te Nijmegen / Ubbergen 1931 - 1996, inventarisnummer …." Verkort: "RAN, verkorte titel archief, inv.nr. …".

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.