Centrale Commissie van Overleg voor Werkliedenaangelegenheden Nijmegen


ArchiefvormerCentrale Commissie van Overleg voor Werkliedenaangelegenheden Nijmegen
Andere namenCommissie van Overleg voor Werkliedenaangelegenheden Nijmegen
Archief37 Centrale Commissie van Overleg voor Werkliedenaangelegenheden Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1919-1941
PlaatsNijmegen (1919-1941)
Voorganger(s)Commissie tot Herziening van het Werkliedenreglement en van de Loonregeling der Werklieden Nijmegen
Algemene contextHet Nijmeegse ambtenarenapparaat kende in het verleden een onderscheid in diverse groepen. Naast de ambtenaren, die een jaarwedde kregen en veelal een kantoorbaan hadden, was er de groep van de werklieden. Zij waren vooral werkzaam bij de verschillende gemeentebedrijven en voerden daar praktische klussen uit als bijvoorbeeld timmerman, schilder of stratenmaker. In tegenstelling tot ambtenaren kregen werklieden een weekloon. Sinds 1907 had de gemeente Nijmegen een werkliedenreglement, waarin de rechtspositie van de werklieden was vastgesteld.
GeschiedenisBij raadsbesluit van 20 maart 1919 stelde de gemeenteraad een verordening vast die de samenstelling en bevoegdheden van de ‘Centrale Commissie van overleg voor Werklieden-aangelegenheden’ regelde. De eerste vergadering was op 16 juni 1919, de laatste op 28 april 1941.
Gedurende twee jaar na de reorganisatie van 1931 bestond naast deze commissie een nieuwe ‘Gecombineerde Commissie van Overleg voor Ambtenaren- en Werkliedenaangelegenheden en Politiepersoneel’.
Bij een schrijven van 30 september 1941 meldde de secretaris dat de commissie haar taken moest laten rusten op last van de Rijkscommissaris voor het bezette gebied.

Een directe rechtsopvolger van de commissie is niet aanwijsbaar. Uit de Centrale Commissie van Overleg voor Werkliedenaangelegenheden vloeiden enkele commissies ad hoc voort, meestal om Burgemeester en Wethouders te adviseren over specifieke salarisverhogingen. Voorbeelden zijn de Commissie tot onderzoek van de Salariëring van Ambtenaren en Werklieden in dienst van de Gemeente Nijmegen (archief 29) en de Commissie van onderzoek naar de Salariëring van Ambtenaren en Werklieden in dienst der Gemeente Nijmegen (archief 32).

Vanaf 1919 werden de jaarlijkse verslagen van de centrale commissie als bijlagen bij het gemeenteverslag opgenomen.
Functies, beroepen of activiteitenDeze permanente commissie adviseerde B. en W. over de vaststelling en wijziging van voorschriften tot uitvoering van het werkliedenreglement, over de toepassing van het reglement (behalve het opleggen van straffen) en over de uitvoering van de voorschriften in het reglement. Vanaf 25 juli 1919 was zij ook bevoegd om te adviseren over vaststelling en wijziging van het Werkliedenreglement.
Structuur of genealogieHet college van B. en W. koos een commissievoorzitter uit haar midden en wees de secretaris aan. De rest van de commissie werd gevormd door de hoofden van de gemeentelijke diensten waar minstens tien werklieden werkzaam waren, en door zes afgevaardigden van de plaatselijke afdelingen van landelijke werkliedenorganisaties. Op 20 november 1919 werd de verordening zodanig gewijzigd dat van de diensthoofden alleen de vier hoofden van de takken van dienst waarbij de meeste werklieden werkzaam waren (de directeurs der Gasfabriek en Waterleiding, Elektriciteitswerken, Gemeentereiniging en Gemeentewerken) behoefden aan te schuiven. Bij een reorganisatie per 1 oktober 1931 werden de vier diensthoofden vervangen door drie gemeenteraadsleden en werd een wethouder aan de commissie toegevoegd.
Bron(nen)Gemeenteblad Nijmegen 1909 Nr. 28, p. 257-288.
Gemeenteverslag 1919.
Gruppelaar, L., Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen 1851-1919, Gemeentearchief Nijmegen, 1994, p. 25.