| Archiefvormer | Gemeentelijke Vleeskeuringsdienst Nijmegen |
|---|---|
| Andere namen | GVDN Vleeskeuringsdienst Nijmegen |
| Archief | 322 Gemeentelijke Vleeskeuringsdienst Nijmegen |
| Soort entiteit | Organisatie |
| Type instelling | Overheid |
| Rechtsvorm | Overheids BV |
| Datering | 1977-1984 |
| Plaats | Nijmegen, Havenweg 2 (1977-1982) Nijmegen, Wolfskuilseweg 279 (1982-1984) |
| Voorganger(s) | Slachthuis Nijmegen |
| Algemene context | Het slachthuis, waar de Vleeskeuringsdienst onderdeel van uitmaakte, was een gemeentelijke instelling totdat deze in 1977 werd geprivatiseerd. Vleeskeuring bleef echter een overheidstaak, waarin landelijk een trend tot centralisatie was. Vanaf 1978 financierde het Rijk de vleeskeuringsdiensten. Dit was een eerste stap richting de centralisatie van de vleeskeuring, een ontwikkeling die tot onrust en onvrede leidde bij de gemeente en het personeel van de dienst. Ondanks bezwaren stemde de Tweede Kamer na jarenlange voorbereiding op 30 maart 1982 in met de voorstellen van de regering om te komen tot een Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees. |
| Geschiedenis | De gemeenteraad wees de Vleeskeuringsdienst met ingang van 1 januari 1977 aan als tak van dienst, als bedoeld in artikel 252 van de Gemeentewet. De dienst bleef gehuisvest in het slachthuiscomplex. Het verzorgingsgebied van de dienst betrof bij aanvang zeventien gemeenten: alle gemeenten in het Rijk van Nijmegen (Nijmegen incluis) en het Land van Maas en Waal, plus de gemeente Heerewaarden. Twee jaar later was het gebied uitgebreid met de gemeenten in de Overbetuwe, Arnhem uitgezonderd. De gemeentelijke Vleeskeuringsdienst werd als gevolg van de instelling van de Rijkskeuringsdienst voor Vee en Vlees per 1 januari 1985 opgeheven. In het nieuwe systeem werd de Nijmeegse Vleeskeuringsdienst samengevoegd met de diensten van Ede, Tiel en Arnhem tot de zogenoemde Kring 6, waarvoor Nijmegen als centrale locatie werd aangewezen. |
| Functies, beroepen of activiteiten | Het keuren van vee en vlees, keuren van huisslachtingen, toezicht houden op plaatsen waar vlees werd bewaard, bewerkt en verwerkt en de controle op plaatsen waar vlees werd verkocht. |
| Structuur of genealogie | Voor het beheer van de dienst werd het College van Burgemeester en Wethouders bijgestaan door de Raadscommissie Economische aangelegenheden, Bedrijven en Personeelszaken. Naast de directeur bestond de dienst uit vijf administratief medewerkers, een adjunct-directeur, drie keuringsdierenartsen, een coördinator voor het Slachthuis Nijmegen, een vleeskeuringslaborant en 27 keurmeesters. Het personeelsbestand groeide tot in 1984 licht. In laatstgenoemd jaar waren er 31 keurmeesters werkzaam. |
| Bron(nen) | Nabuurs, N., 'Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen, 1945-1984', Gemeentearchief Nijmegen, 1996. |