Kunstzijdespinnerij Nyma N.V.


ArchiefvormerKunstzijdespinnerij Nyma N.V.
Andere namenMetsa Specialty Chemicals B.V.
Nyma N.V.
Nyma B.V.
Metsä-Serla Nederland B.V.
Noviant B.V.
CP Kelco Nijmegen B.V.
Archief817 Collectie Kunstzijdespinnerij Nyma N.V. en opvolgers
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormNaamloze vennootschap
Datering1928-2009
PlaatsNijmegen (1928-2009)
Algemene contextIn de negentiende eeuw werd cellulose, een basisbestanddeel van hout, ontdekt als goedkoop alternatief voor de natuurlijke vezels die tot dan in zwang waren voor de productie van papier. In het kielzog van de opkomende papierindustrie en de toegenomen aanvoer van hout(pulp), gingen chemici op zoek naar meer toepassingen van cellulose.
Aan het einde van de eeuw werd er een procedé ontwikkeld om uit cellulose viscose te winnen, een stroperige vloeistof waaruit een film (cellofaan) of een draad (rayongaren) getrokken kan worden. Uit rayongaren kan een stof geweven worden die glanst en voelt als zijde en daarom onder de naam kunstzijde in de handel is gebracht. In de eerste helft van de twintigste eeuw was kunstzijde zeer geliefd, maar na 1950 boette het sterk in aan populariteit door het verschijnen van synthetische stoffen met dezelfde positieve eigenschappen, maar beter bestand tegen water, verkleuring en kreuk. Na 1950 verdween ook de toepassing van rayongaren als versteviging voor rubberbanden door de ontwikkeling van synthetisch rubber.
Een ander procedé, dat in het midden van de twintigste eeuw werd ontwikkeld, was de productie van natrium-carboxymethylcellulose (CMC, ook cellulosegum genoemd) uit cellulose met gebruik van natronloog en monochloorazijnzuur. CMC wordt onder andere in de levensmiddelenindustrie gebruikt als verdikkingsmiddel en stabilisator van emulsies, maar kent ook toepassingen bij de productie van cosmetica, geneesmiddelen, papier, textiel en wasmiddelen, alsmede bij het boren naar olie en gas en van tunnels.
Net als het fabricageproces van papier, is dat van viscose en van CMC belastend voor het milieu en is er veel water voor nodig.
GeschiedenisIn 1928 nam Michel Bury (1879-1948) het initiatief om samen met J.M. Telders, G. Warning en A.K.T. Jansen, en met financiële steun van de Twentsche Bank, de N.V. Kunstzijdespinnerij Nyma op te richten. Als vestigingsplaats werd Nijmegen uitgekozen, vanwege de aanwezigheid van goedkope arbeiderskrachten en een geschikt bouwperceel aan de Waal. De herkomst van de naam ‘Nyma’, door Bury al voor 1928 geregistreerd in het merkenregister, is niet geheel helder. Aangenomen wordt dat het een samenstelling is van de eerste twee letters van Nijmegen met de eerste twee letters van een ander woord, mogelijk Maasticht (de geboortestad van Bury), margarine (Bury werkte tot 1927 bij de margarinefabriek van Anton Jurgens) of machine.
Ondanks moordende concurrentie, de economische crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog groeide ‘de Nyma’ uit tot een belangrijk toeleverancier voor textiel- en bandenindustrie in binnen- en buitenland. Om deze positie vast te kunnen houden sloot het bedrijf in 1947 een overeenkomst met Courtaulds ltd. uit het Verenigd Koninkrijk om een nieuw continuspinprocedé, ontwikkeld door Industrial Rayon Corp. uit de Verenigde Staten, te mogen toepassen. In 1948 begon het daarom met de bouw van een continuspinnerij, die op 22 juni 1950 werd geopend door Z.K.H. prins Bernhard. Het beginsel van continu-spinnerij is , dat de vele, voorheen gescheiden, behandelingen van het garen vanaf het spinnen tot en met het twijnen ononderbroken
op één en dezelfde machine geschieden.
Daarnaast besloot de directie tot diversificatie van de productie. Het bedrijf ging ook natrium-carboxymethylcellulose (CMC, vanaf 1948), viscosekrimpcapsules (in de jaren vijftig) en polyethyleen-monofilamenten (vanaf 1960) op de markt brengen onder de naam van, respectievelijk, Nymcel, Nymbands en Nymplex. Toen de afzetmarkt voor rayongaren in de jaren zestig volledig instortte, kwam het bedrijf in zwaar weer en was het in 1969 zelfs genoodzaakt zijn deuren te sluiten.
Een jaar later, in 1970, maakte het bedrijf een doorstart: naam en rechtspersoonlijkheid werden gewijzigd tot Nyma N.V. en enkel de productie van Nymcel en Nymplex werd voortgezet. In 1975 verwierf het Amerikaanse Sobin Chemical Inc. een meerderheidsbelang in het bedrijf en werd de rechtspersoonlijkheid in 1976 gewijzigd in een B.V. In 1980 werd het, na een managementbuy-out door directeur J.A. Wansink, weer een zelfstandige onderneming. In 1986 kwam de Nyma het in handen van het Finse Metsä-Serla, een multinational gespecialiseerd in houtverwerking. Na deze overname verdween de naam Nyma; voortaan voerde de fabriek de naam van de multinational. In 1996 verkocht Metsä-Serla al zijn fabrieken die zich op de productie van CMC toelegden aan de Noors-Zweedse investeringsmaatschappij Industri Kapital, die de groep fabrieken verder exploiteerde onder de naam Noviant. In 2001 werd de Noviant-groep verkocht aan de Amerikaanse J.M. Huber Corporation, die in 2004 een vergelijkbare groep fabrieken verwierf met de overname van het Amerikaans-Deense CP Kelco. De J.M. Huber Corporation besloot in 2005 de bedrijven van Noviant en CP Kelco samen te voegen en alleen de laatste naam te behouden. Nadat een bedrijfsbrand in 2009 het machinepark verwoestte, werd de fabriek stilgelegd en de productie verplaatst naar China en Finland.
Functies, beroepen of activiteitenKunstzijdespinnerij Nyma N.V. was een fabriek die zich toelegde op de productie van rayongaren en later die van carboxymethylcellulose (CMC).
Structuur of genealogieHet bedrijf werd opgericht als een naamloze vennootschap (N.V.). Ter garantie van de bestaanszekerheid van het bedrijf, richtte de directie in de jaren vijftig het verzoek aan de aandeelhouders om hun aandelen over te dragen aan een speciaal opgezet administratiekantoor in ruil voor certificaten. In 1976 werd het bedrijf omgezet in een besloten vennootschap; in de jaren daarop kocht het de meeste certificaten terug. In 1985 werd het administratiekantoor opgeheven en werden alle aandelen ondergebracht in de Nyma Holding B.V., officieel gevestigd in Amsterdam. Deze holding werd in 1986 verkocht aan de Finse multinational Metsä-Serla en in 1996 aan de Noors-Zweedse investeringsmaatschappij Industri Kapital. In 2001 verkocht Nyma B.V., de besloten vennootschap onder deze holding, al haar bezittingen aan Noviant B.V. Deze besloten vennootschap werd in 2001 bezit van de Amerikaanse J.M. Huber Corporation, die in 2005 de naam ervan wijzigde in CP Kelco Nijmegen B.V.
Bron(nen)Jan Brabers (red.), Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Negentiende en twintigste eeuw, Wormer 2005;
P. van de Ven, De man met de hoed, Rotterdam 2006;
http://www.demanmetdehoed.nl/