Kolpingvereniging Nijmegen


ArchiefvormerKolpingvereniging Nijmegen
Andere namenKatholieke Gezellenvereniging te Nijmegen
Sint Joseph Gezellenvereniging Nijmegen
Katholieke Gezellenvereniging Nijmegen
Archief1266 Kolpingvereniging Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormVereniging
Datering1880
PlaatsNijmegen (1880)
Opvolger(s)RK Stichting scholen voor voortgezet onderwijs in Nijmegen en omgeving
Algemene contextIn de eerste helft van de negentiende eeuw waren de werk­om­stan­dig­heden voor de arbeidersklasse slecht. De Duitse priester Adolph Kolping (1813-1865) zette zich actief in om het lot van met name jonge katholieke arbeiders te verbeteren. In 1849 richtte hij in Keulen de eerste Gezellenvereniging op, ook bekend als Sint Jozef Gezellen­vereniging en later Kolpingvereniging (een gezel is een jonge arbeider of leerling). Het zogeheten Kolpingwerk verspreidde zich als een vlek over katholiek Europa. In 1868 werd de vereniging ook in Nederland opgericht.
GeschiedenisIn 1879 was Johan Poelen tijdens een rondreis als bakkersgezel door Duitsland onder de indruk geraakt van de Duitse Gezellenvereniging. Terug in Nijmegen ging hij met enkele gelijkgestemden op zoek naar een priester die in Nijmegen leiding wilde geven aan een eigen Katholieke Gezellen­vereniging; uiteindelijk vonden zij L.C. Hoctin, priester van de Molenstraatsparochie, hiertoe bereid. Op 25 maart 1880 werd de Katholieke Gezellen­vereniging Nijmegen opgericht.
1883 kwam het eigen verenigings­gebouw aan de Smetiusstraat gereed; het kreeg de naam Sint-Josephshof, maar stond al snel bekend als het Kolpinghuis. In 1966 veranderde de naam in Kolpingvereniging Nijmegen. In 2005 heeft de vereniging, de laatste Kolpingvereniging in Nederland, ter gelegenheid van haar 125-jarig bestaan de erepenning van de stad Nijmegen ontvangen.
Functies, beroepen of activiteitenDe vereniging richtte zich op de jonge arbeiders. In de statuten van 1911 stelde de vereniging zich ten doel “de verdere ontwikkeling en ontspanning harer leden, tot opwekking en beoefening van een flinken, godsdienstigen en maatschappelijken zin in hun leven. Zij beoogt daardoor hen te vormen tot een ijverig, trouw, bekwaam en onderdanig werkman, gelukkig huisvader en zoo mogelijk welvarend baas; alles naar de beginselen van het Christendom (Katholicismus).”
middelen hiertoe werden genoemd: “teekenonderwijs, herhalingsonderwijs, lezingen, sociale ontwikkeling, voordracht, muziek, zang en wederzijdse hulp in nood. (...) Politiek en godsdienstige polemiek zijn in beginsel buiten de vereeniging gesloten.”
doelstelling en de middelen daartoe zijn door de jaren heen niet wezenlijk veranderd en kregen onder meer vorm in de oprichting en het besturen van carnavals­vereniging Het Gebersten Kruukske, toneel­club Genesius, zangvereniging Adolf Kolping, de Katholieke Woning­bouwvereniging Kolping en de R.K. Avondnijverheidsschool St. Joseph (vanaf 1949 de R.K. School voor ambacht en techniek Dr. Poels).
Structuur of genealogieDe vereniging bestond uit een praeses (die aanvankelijk altijd een priester moest zijn), zo nodig een vice-praeses, een bestuur en actieve leden, buitengewone leden en ereleden.
bestuur bestond uit een hoofdbestuur (“minstens 5 Katholieke aanzienlijke burgers van Nijmegen”) en een Raad van Bijstand, die de dagelijkse leiding had en bestond uit een (vice)praeses, een “ambtman of senior”, een secretaris en assistenten. Er waren meerdere (onder)af­delingen, zoals voor gezellen en voor gehuwden. Het hoofdbestuur benoemde de bestuursleden voor de diverse verenigingen en contro­leerde de financiën daarvan.
bestaat het bestuur uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en een aantal portefeuillehouders.
Bron(nen)Inleiding archief Kolpingvereniging door het Katholiek Docu�men�tatiecentrum (KDC) te Nijmegen, www.kdc.nl (geraadpleegd 2012)
M. Peters van de Ing en C. Boef, Gedenkboek ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de Kolpingvereniging Nijmegen: 1880-1980, Nijmegen 1980
www.kolping.nl (geraadpleegd 2012)