De Beide Weeshuizen


ArchiefvormerDe Beide Weeshuizen
Andere namenHet Protestantsch-Kinderen-Weeshuis en Rooms-Katholiek Weeshuis
Archief117 De Beide Weeshuizen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormBurgerlijke instelling van weldadigheid
Datering1817-1979
PlaatsNijmegen (1817-1979)
Voorganger(s)Administratieve Commissie der Godshuizen
Opvolger(s)Stichting De Beide Weeshuizen
Algemene contextIn de negentiende eeuw was de vraag naar wezenzorg groot. Veel kinderen werden wees als gevolg van het lage niveau van de gezondheidszorg. Sterftecijfers waren hoog, met name rond de bevalling: veel vrouwen overleden in het kraambed. Wanneer de vaders of overige familieleden niet in staat waren de achtergebleven kinderen op te vangen, werden die ondergebracht in een weeshuis.
Hieraan kwam vanaf 1900 geleidelijk een einde. De gezondheidszorg met inbegrip van de hygiëne rond de bevalling ging met sprongen vooruit, zodat het aantal weeskinderen daalde.
Na de Tweede Wereldoorlog raakten deskundigen en bestuurders meer en meer ervan overtuigd dat het wonen in een instelling voor kinderen meer na- dan voordelen had. Opvang in een pleeggezin kreeg de voorkeur, omdat men kinderen zoveel mogelijk in een gezin wilden laten opgroeien.
GeschiedenisNadat het Koninkrijk Holland in 1810 bij het Franse keizerrijk was ingelijfd, werd hier de Franse wetgeving van kracht. Als gevolg daarvan werden alle instellingen van weldadigheid in een stad onder één bestuur gebracht: de Commission Administrative des Hospices. Hiertoe behoorden ook het Burgerweeshuis en het Arme-Kinder-Huis. Nadat de Fransen in 1813 waren verdreven, bleef de centralisatie in afwachting van een nieuwe staatsregeling nog enkele jaren van kracht. Wel werd de naam van het bestuursorgaan vernederlandst tot Administratieve Commissie der Godshuizen.
Hoewel de weeshuizen in 1817 los werden gemaakt van andere instellingen van weldadigheid, werd de situatie van voor 1810 niet hersteld, doordat de twee Nijmeegse weeshuizen onder één bestuur bleven: het college van regenten van De Beide Weeshuizen, dat vier katholieke en vier protestantse leden telde.
Tot centralisatie in fysieke zin kwam het niet, aangezien de gebouwen aan de Begijnenstraat en Doddendaal in gebruik bleven. Wel veranderde hun naam: het Arme-Kinder-Huis werd Katholiek Weeshuis; het Burgerweeshuis Protestants Weeshuis.
Vanwege de religieuze samenstelling van de Nijmeegse bevolking waren er aanzienlijk meer katholieke dan protestantse wezen. In 1860 bijvoorbeeld 99 tegen 36.
Hoewel de gemeente al vanaf 1817 toezicht hield op de dagelijkse gang van zaken in de weeshuizen en het door de regenten gevoerde financiële beleid, kreeg dit toezicht pas door de Armenwet van 1854 een wettelijke basis. Sindsdien waren De Beide Weeshuizen formeel gemeentelijke instellingen van weldadigheid. Tot in de twintigste eeuw gaf de verhouding met de gemeente aanleiding tot conflicten, onder andere over het benoemingsbeleid van de regenten, het financiële beleid van De Beide Weeshuizen en de - met nee beantwoorde - vraag of katholieke religieuzen als opvoeder aangetrokken mochten worden.
Het streven was dat de weeskinderen zodra ze niet meer leerplichtig waren, een vak leerden, zodat zij op het moment van vertrek – 21 jaar – zelfstandig waren. Voor jongens was dat doorgaans een ambacht, voor meisjes een ‘dienstje’. Na 1900 kwamen ook andere beroepen in beeld: onderwijzeres of verpleegster voor meisjes, milicien of een kantoorfunctie voor jongens. Omstreeks 1900 begon het aantal wezen te dalen. Toen er in 1953 nog tien katholieke en zes protestantse kinderen resteerden, besloten de regenten de weeshuizen te sluiten en de laatste wezen in pleeggezinnen onder te brengen.
Nadien bezon het college van regenten zich op nieuwe doelstellingen. Omdat het inzicht in de psychische en sociale problemen van minderjarigen zich voortdurend verdiepte, rezen nieuwe doelgroepen en benaderingen binnen de jeugdzorg als paddenstoelen uit de grond. Tegen deze achtergrond opende het college van regenten in 1965 kleuterdagverblijf Stijntje Buijs, bestemd voor jonge kinderen met een geestelijke handicap. Tot 1986 ressorteerde Stijntje Buijs onder De Beide Weeshuizen, zij het vanaf 1971 in een zelfstandige stichting.
Na enkele gestrande pogingen zag het college van regenten eind jaren zeventig definitief ervan af om zelf een zorginstelling te exploiteren. Voortaan subsidieerde het projecten en nieuwe initiatieven binnen de jeugdzorg.
In hetzelfde decennium werd het grootste deel van het onroerend goed buiten Nijmegen dat veelal eeuwenlang in het bezit van De Beide Weeshuizen en hun rechtsvoorgangers was geweest, van de hand gedaan.
Toen de gemeente Nijmegen het college van regenten in 1979 liet weten dat De Beide Weeshuizen als instelling van weldadigheid voortaan als stichting golden, werd de Stichting De Beide Weeshuizen in het leven geroepen.
Functies, beroepen of activiteiten- huisvesting, voeding, kleding, opvoeding van weeskinderen;
- dagopvang van ‘geestelijk gehandicapte’ kleuters (1965 – 1979);
- financiële steun aan projecten binnen de jeugdzorg (1975 – 1979).
Structuur of genealogieHet bestuur berustte bij een acht leden tellend college van regenten, waaraan een secretaris-rentmeester was toegevoegd.
Het college werd bijgestaan door een kantoor dat niet alleen de wezenzorg administreerde, maar vooral veel aandacht besteedde aan het omvangrijke onroerend goed.
De wezenzorg vond plaats in twee weeshuizen: het Katholiek Weeshuis aan de Doddendaal en het Protestants Weeshuis in de Begijnenstraat. In de huizen leefden jongens en meisjes strikt gescheiden. In elk huis berustte de dagelijkse leiding bij een weesvader en –moeder.
Na de sluiting van de weeshuizen in 1953 openden De Beide Weeshuizen kleuterdagverblijf Stijntje Buijs aan de Borneostraat. Dit stond onder leiding van een directrice
Bron(nen)Janssen, A.E.M., Naar best vermogen: Een geschiedenis van twee Nijmeegse weeshuizen 1558-2008, Nijmegen 2009
Lemmens, G., ‘Om dair in die kleijne arme verlaten weeskens in toe stellen’: Geschiedenis van de stedelijke weeshuizen te Nijmegen, uitgegeven ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling, Nijmegen 1996
Sormani, L. Inventaris van de archieven van het Borger-Kinder-Weeshuis, het Arme-Kinder-Weeshuis en de Beide Weeshuizen te Nijmegen. Nijmegen 1915