Gemeente Bergharen (1818-1983)


ArchiefvormerGemeente Bergharen (1818-1983)
Andere namenSchoutambt Bergharen (1818-1825)
Archief754 Gemeenten Bergharen en Hernen en Leur
1678 Bouwarchief van de gemeente Bergharen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
RechtsvormGemeente
Datering1818-1983
PlaatsBergharen, Dorpsstraat 73 (1913-1955)
Leur Van Balverenlaan 8 (Huis te Leur) (1818-1847)
Bergharen (1848-1913)
Bergharen, Dorpsstraat 14 (1955-1983)
Voorganger(s)Gemeente Bergharen (1810-1817)
Gemeente Hernen en Leur
Opvolger(s)Gemeente Wijchen (1984-)
Algemene contextVoor de organisatie van het gemeentebestuur werden na het vertrek van de Fransen in 1814 reglementen opgesteld, waarbij een scherp onderscheid werd gemaakt tussen stad en platteland. Voor de plattelandsgemeenten (tussen 1818 en 1825 schoutambten genoemd) rondom Nijmegen trad per 1 januari 1818 een Gelders reglement in werking, in 1825 door een nieuw reglement vervangen. Deze reglementen voorzagen in een gemeenteraad en een college. Het college werd gevormd door de burgemeester (tussen 1818 en 1825 schout genoemd) en één of meer assessoren. De burgemeester werd door de koning benoemd, de gemeenteraad door de gedeputeerde staten en de assessoren vóór 1825 door de gedeputeerde staten en daarna door de gouverneur. De Gelderse plattelandsgemeenten onderhielden geen rechtstreeks contact met het provinciaal bestuur, maar deden dit via een bestuurlijke tussenlaag: zeventien hoofschoutambten, die na 1825 geleidelijk werden vervangen door vijf districten.
De Grondwet van 1848 en de daarop gebaseerde Gemeentewet van 1851 maakten een einde aan de wettelijke verschillen tussen stad en platteland. Iedere gemeente kreeg drie bestuursorganen: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Hiervan was de gemeenteraad het belangrijkste orgaan, waaraan alle bevoegdheden met betrekking tot de regeling en het bestuur van de huishouding van de gemeente toekwam die niet wettelijk aan één van de beide andere bestuursorganen waren opgedragen. De raadsleden werden voortaan direct gekozen door stembevoegde inwoners, de gemeenteraad koos uit zijn midden de wethouders en de burgemeester werd benoemd door de koning. Alle heerlijke rechten met betrekking tot voordracht van functionarissen vervielen en de districten werden, per 1 januari 1850, afgeschaft. Verder schreef de Gemeentewet iedere gemeente een gemeentesecretaris voor, de hoogste gemeentelijke ambtenaar, die als taak had de drie bestuursorganen te ondersteunen.
Voor de bestuurlijke verhoudingen was de voornaamste ontwikkeling dat het kiesrecht gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw voor een steeds grotere groep inwoners werd opengesteld, totdat in 1917 het algemeen kiesrecht voor mannen werd ingevoerd en in 1919 ook voor vrouwen. In 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de Gemeentewet bij verordening van de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied tijdelijk opgeschort; per 1 september van dat jaar werden alle gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders ontbonden. Hun taken werden verenigd in de persoon van de burgemeester; de wethouders fungeerden daarbij als zijn medewerkers. De oude bestuurlijke verhoudingen werden pas in het najaar van 1945 hersteld.
Na de Tweede Wereldoorlog zette zich een tendens door waarin steeds meer taken van het plaatselijk bestuur op een intergemeentelijk niveau werden geregeld via gemeenschappelijke regelingen tussen (buur)gemeenten. Om het gemeentelijk bestuur efficiënter te maken drongen het Rijk en de provincie aan op het samengaan van gemeenten. In 1984 vond er een gemeentelijk herindeling plaats in het gebied ten westen van Nijmegen.
GeschiedenisDe gemeente ontstond in 1818 door samenvoeging van de gemeente Bergharen en de gemeente Hernen en Leur. Het aantal inwoners liep op van 1.200 in 1818 tot 2.480 in 1983. Tussen 1818 en 1850 behoorde de gemeente achtereenvolgens tot het hoofdschoutambt Rijk van Nijmegen en het district Nijmegen. Op 1 januari 1984 fuseerde de gemeente met de gemeenten Batenburg en Wijchen tot de (nieuwe) gemeente Wijchen.
Functies, beroepen of activiteitenDe gemeente vervulde taken op het gebied van armenzorg, beheer van gemene middelen, belastinginning, bevolkingsregistratie, brandweer, burgerlijke stand, gezondheidszorg, jeugdzorg, milieubescherming, onderwijs, openbare orde, ruimtelijke ordening, sociale werkvoorziening, vuilophaal, welzijn. Zij voerde deze taken uit binnen het kader dat zij zelf stelde en dat van landelijk wet- en regelgeving. Een deel van deze taken voerde zij in samenwerking met buurgemeenten uit.
Bron(nen)Bl�court, A.S. de. De organisatie der gemeenten gedurende de jaren 1795 - 1851. Haarlem, 1903.
Buurman, D.J.G. 'Schets van de opeenvolgende bestuursindelingen in Gelderland v��r de invoering van de provinciale wet van 1850'.
Bijdragen en mededelingen der vereniging Gelre 57 (1958), blz. 23 - 50.
Camps, R.L.M.M. Inventaris van de archieven van de gemeente Ewijk 1810 - 1980. In voorbereiding.
Duffhues, T., O. Moorman van Kappen en J. Roes. Verleden in het Land van Maas en Waal:
bijdragen over 125 jaar notariaat Roes. Zwolle, 1993.
Gelder, J. van. Gemeente Bergharen zoals 't was 1818-1984. Bergharen, 1983.
Gorissen, F. Niederrheinischer St�dteatlas/Geldrische St�dte: 1. Heft Nimwegen. Kleve, 1956 (Publikationen der Gesellschaft f�r Rheinische Geschichtskunde, Nr. 51).
Heiningen, H. van. Tussen Maas en Waal: 650 jaar geschiedenis van mensen en water.
Zutphen, 1972.
Hendriks, H.J.J., M.J. Steenkamer en A.G. Mustert. Nijmegen onder raadpensionaris, koning, keizer en souvereine vorst. Zutphen, 1971 (Geldersche Historische Reeks, nr. 2).
Kocken, M.J.A.V. Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur: proeve van een
geschiedenis van ontstaan en ontwikkeling van het Nederlandse gemeentebestuur tot en met de Gemeentewet van 1851. Den Haag, 1973.
Manders, J.H. Het land tussen Maas en Waal. Zutphen, ca. 1976.
Martens van Sevenhoven, A.H. 'Schets van de geschiedenis der burgerlijke gemeenten in Gelderland v��r de invoering der gemeentewet van 1851'. Jonkheer mr. A.H. Martens van
Sevenhoven: een keuze uit zijn geschriften. Arnhem, 1977 (Werken der vereniging Gelre, nr. 35), blz. 203 - 257.
Ramaer, J.C. Geschiedkundige atlas van Nederland: de Fransche tijd (1795 - 1815). Den Haag, 1926.
Ramaer, J.C. Geschiedkundige atlas van Nederland: het koninkrijk der Nederlanden
(1815 - 1931) Den Haag, 1931.
Roos, T. en J. de. Gemeentehuizen in Gelderland: van Aalten tot Zutphen. Arnhem / Groningen, 1995 (Werken der vereniging Gelre, nr. 46).