Socialistische Uitgeverij Nijmegen


ArchiefvormerSocialistische Uitgeverij Nijmegen
Andere namenSUN
Uitgeverij SUN
Archief686 Socialistische Uitgeverij Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormStichting 1969 – 1993; B.V. 1994 - 2000
Datering1969-2002
PlaatsNijmegen, Bijleveldsingel 9 (1969-2002)
Algemene contextDe jaren zestig en zeventig waren een periode waarin ‘links’ de wind in de zeilen had. Nadat de vijftien jaar na de Tweede Wereldoorlog in het teken van de wederopbouw had gestaan, ontstonden er scheuren in de maatschappelijke consensus. In veel Europese landen namen jongeren (Provo Amsterdam 1965) en onder hen met name studenten (Parijs mei 1968) het voortouw.
Op de traditionele Katholieke Universiteit Nijmegen radicaliseerden vooral studenten uit de maatschappelijke middengroepen, waar nog geen academische traditie bestond. Een symbolische moment was de omvorming in 1966 van het Nijmeegs Studenten Corps Carolus Magnus in de Unie van Studenten in Nijmegen. Deze USN ontwikkelde zich tot de organisatorische arm van de rijk geschakeerde studentenbeweging die eind jaren zestig over grote delen van het maatschappelijk leven uitwaaierden. Behalve met het universitair onderwijs zelf gingen studenten zich vanuit een kritische houding bezighouden met internationale problemen (de oorlog in Vietnam, de dictaturen in Griekenland en Spanje), binnenlandse vraagstukken (arbeid, wonen, democratie) en met hun eigen leefstijl (gezin, opvoeding, feminisme).
In de zomer van 1968 werd tijdens een weken durende bezetting van de universitaire Aula aan de Wilhelminasingel de ‘Kritiese Universiteit’ opgericht. Hier discussieerden honderden actieve studenten over de toekomst van de wetenschap en het universitaire onderwijs. Er bleek veel behoefte te bestaan aan literatuur, waarmee ze hun kritische houding konden onderbouwen. Het betrof met name boeken op socialistische / marxistische grondslag die over onderwerpen gingen als politiek en economie, kolonialisme en imperialisme, arbeidsverhoudingen en vakbeweging, manvrouwverhoudingen en opvoeding. Kritische studenten waren van mening dat het succes van hun acties onder meer afhing van theoretische inzichten op basis waarvan ze hun tactiek en strategie konden bepalen. Ze wilden zich daarom niet meer behelpen met primitieve stencils en moeilijk te begrijpen, onvertaalde buitenlandse literatuur, waarop ze tot dan toe waren aangewezen. Tegen deze achtergrond werd de SUN opgericht.
GeschiedenisLinkse jaren
De Stichting Socialistiese Uitgeverij Nijmegen (SUN) werd op 10 december 1969 opgericht. Al spoedig formeerde zich een vaste groep personen die de uitgeverij gedurende haar hele bestaan zou dragen. Tot deze SUN-staf behoorden met name Hugues Boekraad (redactie), Mayke van Dieten (eindredactie en drukvoorbereiding), Margreet Flink (verkoop en publiciteit), Henk Hoeks (redactie), Wilfried Uitterhoeve en Sjef van de Wiel (zakelijke leiding).
De touwtjes hadden zij vooralsnog niet in handen. Een stichtings- / redactieraad, die breed was samengesteld uit actie- en faculteitsgroepen bepaalde het publicatiebeleid; de redactie voerde dat beleid uit. Omdat de Nijmeegse studentenbeweging na 1968 steeds radicaler werd, ontstonden er scherpe tegenstellingen, die de koers van de SUN tot onderwerp van heftige discussies maakten. Met name dankzij een oudere buitenstaander, de Amsterdamse filosoof en historicus Ger Harmsen, wist ‘de uitgeverij de klip van het dodelijke en onvruchtbare radicalisme te omzeilen’ en zich om te vormen tot een ‘min of meer professionele organisatie’. (Hoeks, p. 10)
Intussen was al in 1970 een klein concern opgebouwd, waarvan de SUN het hart vormde en waartoe aan de productiekant drukkerij SSN (Stichting Studentenpers Nijmegen) behoorde en aan de afzetkant boekhandel De Oude Mol aan de Van Broeckhuysenstraat. Uitgeverij, drukkerij en boekhandel waren door personele unies met elkaar verbonden. De SSN is in 2000 in een groter geheel opgegaan, de nog steeds bestaande Oude Mol in 1994 overgenomen door Wouter Roelants.
Aldus gewapend richtte de SUN zich op de uitvoering van een ambitieus uitgavenbeleid. Aanvankelijk werden de zogenaamde SUN-schriften uitgegeven die bedoeld waren om het werk van actiegroepen te onderbouwen, zoals een ‘Antimammoetrapport’ van de Kritiese Leraren Nijmegen. Al in 1970, toen overigens al 27 uitgaven het licht zagen, verschoof het zwaartepunt naar meer theoretische teksten van overwegend socialistische signatuur. Toen de serie SUN-schriften in 1983 werd afgesloten, telde ze meer dan tweehonderd titels.
In 1970 verscheen ook de eerste bestseller ‘Inleiding in de marxistiese ekonomie’ van Ernest Mandel. De volgende jaren bracht de SUN marxistische klassiekers uit (zoals ‘Over het woningvraagstuk’ van Friedrich Engels), vertalingen van moderne marxisten (‘Problemen van de proletariese opvoeding’ van E. Hoernle), heruitgaven van studies over geschiedenis van de arbeidersbeweging (‘Kapitaal en Arbeid’ van Henriëtte Roland Holst, ‘Blauwe en Rode Jeugd’ van Ger Harmsen) en moderne Nederlandse studies met een kritische inslag (‘Volkshuisvesting’ van Jacques Nycolaas).
In de tweede helft van de jaren zeventig lag het zwaartepunt op filosofen die het marxisme actualiseerden (Louis Althusser, Nicos Poulantzas) en invloedrijke, niet-marxistische filosofen (Michel Foucault). Deze filosofische aandacht was niet nieuw, aangezien de SUN al in 1970 de uitgave van het oorspronkelijk door progressieve katholieken uitgegeven tijdschrift ‘Te Elfder Ure’ had overgenomen.
Dit was het enige tijdschrift, waarvan de redactie uit de SUN-gelederen (Boekraad, Hoeks) hun en directe omgeving (bijvoorbeeld Gabriël van den Brink) voortkwam. Het was echter lang niet het enige tijdschrift dat de SUN uitgaf. In de loop van haar bestaan heeft de uitgeverij nog een tiental periodieken gedurende langere tijd uitgegeven. Aanvankelijk hadden die progressief een kritische inslag (‘Recht en kritiek’, ‘Psychologie en Maatschappij’, ‘Tijdschrift voor Vrouwenstudies’), later waren het bladen voor de culturele sector (‘Versus, tijdschrift voor film en opvoeringskunsten’, ‘Oase, tijdschrift voor architectuur’).
In de boekensfeer verschoof de aandacht naar gebieden als kunst en cultuur (Bertolt Brecht, Gerd Arntz), architectuur (met een sterk Italiaanse inslag), geschiedenis (A. Mellink, Amsterdam en de wederdopers) en feminisme (Aletta Jacobs, Joyce Outshoorn). Een boek dat tot veel discussie binnen de socialistiese uitgeverij aanleiding gaf, was ‘Moet dit een wereldbeeld verbeelden?’ uit 1979 (redactie Hugues Boekraad en anderen) dat gewijd was aan de kort tevoren overleden Nijmeegse vertaler en cultfiguur Pé Hawinkels, een man die weinig verwantschap met de kritische beweging had.

Crisis
Tegen 1980 was de markt voor marxistische en andere kritische publicaties verzadigd. De nieuwe generatie studenten was minder links en in de actiewereld, waar krakers en anti-atoomactivisten de toon zetten, stond theorie in minder hoog aanzien. Zodoende namen zowel het aantal publicaties als hun oplagen sterk af. Omzet en winst daalden fors, met als gevolg dat de SUN gedwongen was haar stafleden op Van Dieten en Van de Wiel na te ontslaan.
Om deze ‘bijna failliete boedel’ in leven te houden waren forse maatregelen nodig. Allereerst op organisatorisch gebied. In de statuten van 1979 werd de oorspronkelijke radenstructuur met inbreng van actiegroepen en faculteitsverenigingen die allang niet meer functioneerde, vervangen door een regulier stichtingsbestuur. De eerste externe voorzitter van dit bestuur, hoogleraar economie en later minister Eduard Bomhoff, zette een streep door de collectieve beleidsverantwoordelijkheid. Vanaf 1983 nam directeur Sjef van de Wiel het financiële kant voor zijn rekening en de redactie de programmering van de uitgaven. Samen zetten zij in de stafvergaderingen het dagelijks beleid uit.
Binnen het SUN-collectief traden midden jaren tachtig enkele personele veranderingen op. Na een conflict over ‘Te Elfder Ure’ vertrok Boekraad met medeneming van het tijdschrift. Wilfried Uitterhoeve die in de jaren zeventig al als redactiesecretaris bij de SUN in dienst was geweest, keerde na enkele jaren afwezigheid terug als redacteur en staflid.
Wat de SUN op de been hield, was een nieuwe activiteit: de in 1981 opgerichte ‘Uitgeverij Dwarsstap’, die als onderdeel van het moederbedrijf een veelbelovende markt aanboorde. Individueel, recreatief wandelen en fietsen waren hobby’s in opkomst. Hierdoor nam niet alleen de vraag naar gemarkeerde lange-afstandspaden voor wandelaars en fietsers sterk toe, maar ook naar hanteerbare wandel- en fietsgidsjes. Pieter-Paul van Laake nam vele jaren het ontwikkelen van fietskaarten voor zijn rekening. Dwarsstap, met als gangmaker Steven van Schuppen, voorzag hierin in ruime mate via goed verkopende ‘Voetwijzers’ en fietskaarten. Los hiervan bouwde Dwarsstap een Nijmeegs fonds op (‘Op de blauwe steen’) met titels als ‘Huus toe Lillekerd. Liedjes en verhalen van en over Nijmegen’ door René van Hoften en “Zeg 't mar op z'n Nimwèègs. Woordenboek van het Nijmeegs dialect’ door W. Janssen.
Uitgeverij Dwarsstap werd in 1994 verkocht aan de ANWB. Het was een gunstige transactie, omdat de formule over haar hoogtepunt was en de ANWB ook de onverkochte voorraden kaarten en fietsmappen overnam.

Ommekeer
Vanaf 1985 bouwde de SUN een nieuw fonds op, waarin architectuur, kunst, cultuur, cultuurgeschiedenis, filosofie vaste waarden waren. De uitgeverij richtte zich nu op een hoogopgeleid en cultureel geïnteresseerd publiek. Er verschenen nu titels als ‘Pestdamp en bloesemgeur. Een geschiedenis van de reuk’ van A. Corbin (1986),
‘Florentijns dagboek’ van Rainer Maria Rilke (1993) en ‘Honderd jaar Nederlandse architectuur, 1901 – 2000’ van S. Umberto Barbieri en L. van Duin (2001?).
De uitgeverij zette in deze periode ook enkele reeksen op, waarvan de ‘Van A tot Z-reeks’ het meeste succes had. Titels als ‘Van Abraham tot Zacharia’ en ‘Van Alexandros tot Zenobia’ gaven een encyclopedisch overzicht van thema’s uit de klassieke oudheid en het christelijk erfgoed en hun doorwerking in kunst en cultuur tot op heden. Bestsellers waren deze uitgaven niet, wel eversellers.
De SUN had in de jaren negentig ook enkele succesauteurs: de Nijmeegse onderzoeksjournalist Marcel Metze, die zich in een aantal boeken in de donkere kanten van bijvoorbeeld Philips, het CDA en het Nederlandse bankwezen verdiepte; zijn collega Barbara Smit (Heineken. Leven in de brouwerij) en arts-filosoof Bert Keizer (‘Het refrein is Hein. Dagen uit een verpleeghuis’). Ook genoot de uit Brussel afkomstige filmwetenschapper en auteur van nostalgische, lichtvoetige en dicht bij de werkelijkheid staande fictie Eric de Kuyper een grote populariteit. In de jaren negentig fungeerde verkoopmedewerkster Margreet Flink als impresario van de enige succesvolle romanschrijver die de SUN in huis heeft gehad.
Ondanks de verkoop van Dwarsstap en de hoge oplagen van de bestsellers was de financieel-economische positie van de SUN als kleine uitgeverij structureel zwak. De overname door Koninklijke Boom Uitgevers te Amsterdam was dan ook een uitkomst. In 2000 kreeg de overname formeel zijn beslag, in 2002 werd de Nijmeegse vestiging gesloten en ging een aantal SUN-medewerkers in Amsterdam werken. In 2008 hield de fondsnaam SUN op te bestaan.
Functies, beroepen of activiteitenStatuten 1969 en 1979: ‘uitgeven van geschriften, die ontstaan zijn uit, of bestemd zijn voor de socialistische theorie en praktijk, alles in de ruimste zin genomen.’
Na 1980 het uitgeven van Nederlandse en vertaalde non-fictie op gebied van vooral architectuur, cultuur, filosofie, geschiedenis, kunst en politiek. Incidenteel het uitgeven van literaire werken en kinder- en jeugdboeken.
Structuur of genealogieIn de eerste tien jaar bestond er een radenstructuur waarin een uit de Nijmeegse actie- en studentenwereld afkomstige stichtingsraad en redactieraad het laatste woord hadden; vanaf 1979 werd de stichting geleid door een bestuur.
In de praktijk had de SUN-staf die uit de oprichters bestond, de touwtjes in handen. Daarbinnen was tot 1983 sprake van collectieve verantwoordelijkheid, daarna berustte de directie bij Sjef van de Wiel.
Bron(nen)Ger Harmsen, 'Herfsttijloos (Colchicum autumnale). Een levensverhaal’, Nijmegen 1993;
Henk Hoeks, Goed vastzittende spijkers. 165 titels uit het SUN-fonds, Amsterdam 2008;
Wilfried Uitterhoeve, ‘Nijmeegs drukwerk. Dertig jaar drukkerij SSN, 1969 – 2000’, Nijmegen 2005.