174 Wethouder J.H. Graadt van Roggen over de uitleg van de stad 1852 - 1905


Hoofdcategorie 1 Openbaar bestuur
Subcategorie 1.2 Bestuurders
Hoofdcategorie 6 Ruimtelijke ontwikkeling
Subcategorie 6.2 Ruimtelijke ordening
Hoofdcategorie 11 Families en personen
Archiefvormer Graadt van Roggen, J.H.
Periode 1852 - 1905
Bereik en inhoud Een voornaam bestanddeel der collectie wordt gevormd door stukken over de ontmanteling der stad tot omstreeks 1902. Daarnaast bevat zij ook een aantal stukken over andere zaken, die Graadt van Roggen in zijn hoedanigheid van wethouder te behartigen had.
De collectie bestaat uit officiële stukken, afschriften hiervan, aantekeningen, knipsels e.d. Door haar officieus karakter is zij zeer waardevol. In haar dossiers kan uiteraard geen zakelijke volledigheid verwacht worden. Van de andere kant bevatten zij gegevens, die in de officiële stukken niet voorkomen.
Omvang 0,75 m.
Aantekeningen De verzameling familiepapieren Graadt van Roggen staat geregistreerd bij het Centraal Register van Particuliere Archieven te Den Haag, collectie nr. 135. Er bestaat een inventaris van.
Openbaarheid Openbaar
Verantwoording A. Delahaye (1955)
Geschiedenis van het archief Joh. H. Graadt van Roggen heeft een collectie stukken aangelegd en nagelaten, die na zijn dood in het archief der Gemeente werd deponeerd. Oorspronkelijk waren de stukken geborgen in twee kisten, waarvan de lijsten met de inhoudsopgave (invent. Nr. 1) der collectie nog gewag maken.Waarschijnlijk werd ook het archief der commissie voor de uitleg een tijdlang door Graadt van Roggen beheerd en is dit samen met zijn collectie in het Gemeentearchief gekomen.
Ordening Ofschoon de stukken over de uitleg der stad en de voortzetting hiervan het hoofdbestanddeel der collectie vormen, kon de collectie toch niet volledig in het archief der commissie voor de uitleg opgenomen worden. Verschillende delen der collectie passen daar niet bij. Overigens zou een dergelijke aanvulling van het archief der commissie op archieftechnische gronden niet te verdedigen zijn. Een verbrokkeling van de collectie waartegen op principiële gronden weinig bezwaar zou bestaan was om meerdere redenen van praktische en documentaire aard evenmin aan te bevelen. De collectie is dan ook in haar geheel gehandhaafd en als afzonderlijke archiefeenheid opgenomen.
Een eigenlijke orde was in de collectie Graadt van Roggen niet aanwezig. De stukken waren geborgen in enveloppen, die, met meerdere samengebonden, één zaak of dossier vormden. Volgens deze globale indeling zijn de stukken beschreven: slechts op enkele stukken, die duidelijk foutief bij een dossier verzeild waren geraakt, werd correctie toegepast. Er zijn enige inventarisnummers, die hetzelfde of ongeveer hetzelfde onderwerp bevatten als een ander nummer. Deze stukken zijn evenwel niet onder hun schijnbaar gelijkluidende titel bij elkander gevoegd omdat aan hun afscheiding mogelijk een te respecteren ordeningsprincipe ten grondslag heeft gelegen, dat nu nog niet duidelijk is. Het is niet uitgesloten dat dit later, bij de ordening van de gelijktijdige gedeelten van het Gemeentearchief, wél zal blijken.
Enige stukken, die zonder twijfel tot het Gemeentearchief behoren, zijn uit de collectie gelicht en naar hun eigen plaats teruggevoerd. In de collectie bevindt zich echter nog een aantal twijfelgevallen: bij de ordening van het Gemeentearchief zal moeten worden nagegaan, of er grond is om de plaatsing van die stukken te herzien. Een klein aantal dossiers uit de collectie schijnt aangelegd te zijn door J. van Meel, van 1892 tot 1898 wethouder van Nijmegen. Waarschijnlijk heeft Graadt van Roggen de zaken --en derhalve ook de dossiers-- van Van Meel overgenomen. Er was, archieftechnisch gezien, geen aanleiding om van dit klein getal stukken een afzonderlijke collectie Van Meel te vormen, daar vrijwel als zeker mag aangenomen worden, dat Graadt van Roggen deze stukken om hun zakelijk belang in zijn collectie heeft opgenomen, waarbij de afkomst der stukken meetelde.
Het is eveneens mogelijk, dat door latere beheerders enige stukken aan de collectie zijn toegevoegd, die op overwegingen, dat het dezelfde zaken betrof of dat de stukken van Graadt van Roggen afkomstig waren, werden geacht bij deze collectie te behoren. De gevallen, waar dit vermoedelijk geschied is, konden echter niet met zekerheid aangewezen worden; de stukken zijn derhalve in de collectie gelaten. De samenstelling der veelsoortige collectie maakt het onmogelijk nu nog na te gaan, wat het werk is geweest van de samensteller. Het geval is echter niet ondenkbaar, dat de wetenschap van belang kan zijn, of een bepaald stuk door Graadt van Roggen inderdaad in zijn collectie is opgenomen.
De rangschikking der dossiers in de inventaris steunt niet op een indeling door Graadt van Roggen: zij berust op een nieuw schema, waarvoor de collectie zelf geen houvast bood, alleen de onderwerpen. De stukken over de uitleg der stad en de voortzetting van de uitleg hebben wij voorop geplaatst. Doch ook de meeste andere onderwerpen hebben hierop, minstens zijdelings, betrekking. De gehele collectie, behoudens enkele incidentele zaken, slaat op de stedebouwkundige ontwikkeling van de stad. Daarom was het zeer aan te bevelen, de collectie naast het archief van de uitleg der stad te plaatsen: in meerdere opzichten vormt zij er de voortzetting van. De index verwijst naar het archief der commissie voor de uitleg der stad en naar de collectie Graadt van Roggen: ter onderscheiding staat voor de inventaris-nummers der collectie een G.
AanvraaginstructieOpenbare archiefstukken kunnen via de website en in de studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen worden aangevraagd. Om een archiefstuk aan te vragen via onze website, gebruikt u de knop ‘Aanvragen’ op de detailpagina van het archiefstuk. Om een archiefstuk in de studiezaal aan te vragen noteert u op een aanvraagbriefje de naam van het archief en het inventarisnummer van het betreffende archiefstuk. Zie voor adres en openingstijden de website: https://regionaalarchiefnijmegen.nl.
Citeerinstructie Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met een verkorte aanhaling. Volledig: "Regionaal Archief Nijmegen (RAN), 174 Wethouder J.H. Graadt van Roggen over de uitleg van de stad 1852 - 1905, inventarisnummer …." Verkort: "RAN, verkorte titel archief, inv.nr. …".