Archief | 469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen |
---|---|
Inventarisnummer | 296 |
Beschrijving | (Arnold), Hertog van Gelre en van Gulich, graaf van Zutphen, verklaart dat , daar Arnold van Goer, ziojn opper-rentmeester hem te kennen heeft gegeven, dat hij uit noodzaak den Praistacker in de Oy, zijn leengoed, verpand heeft aan Johan Boesselmans en Metta, zijn vrouw, hij dat op verzoek van A.V.G. consenteert. Gadert van Wylake en Jacob Koberch, leenmannen. In den jaer onss Heren dusent vierhondert vier ende viertig des donresdaiges na sente Andriesdage des heiligen apostels Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert vier ende viertich op Onser Liever Vrouwen dage Nativitatis |
Periode | 1444, 3 dec |
Vorm | 1 charter |