Archief | 469 Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen |
---|---|
Inventarisnummer | 592 |
Beschrijving | Waltardus de Doenen en Arnoldus Myllinck, schepenen v. Nijm. - Henricus de Lochem vraagt voor de 3e maal van Wilhelmus de Wely de Heze, onderrichter v. Nijm., "Ruyminge" van een huis van Theodericus van der Horst, bij 't erf van Fredericus die Joide, als gepeind goed. - Jacobus Bruyn, als gewaarde bode der stad, erkent aan Johannes Bussch te hebben aangezegd, heden, schijnender zonne, 't huis te ontruimen, ten behoeve van H.d.L. A.D. MCCCC octuagesimo dominica qua cantatur Lethare Judica |
Periode | 1480, 19 mrt |
Vorm | 1 charter |