Woningvereniging Nijmegen


ArchiefvormerWoningvereniging Nijmegen
Andere namen‘Nijmegen’
WVN
Archief1366 Woningvereniging Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormVereniging
Datering1906-1990
PlaatsNijmegen
Nijmegen, Piersonstraat 54
Nijmegen, Nijhoffstraat 2
Nijmegen, Kerkenbos 10-01
Opvolger(s)Woningstichting Nijmegen
Algemene contextVanouds woonde het grootste deel van de Nijmeegse bevolking in kleine, overvolle, oncomfortabele, gehorige, vochtige en ongezonde woningen. Hierover bestond weinig discussie, totdat diverse stromingen in het midden van de 19e eeuw begonnen te streven naar een algehele verbetering van de leef- en werkomstandigheden van arbeiders en andere arme Nederlanders. Vooral de socialistische arbeidersbeweging en progressief-liberale burgers waren actief op het gebied van de volkshuisvesting. Omdat zij met name de volksgezondheid op het oog hadden, streefden zij twee doeleinden na: de afbraak van ongezonde krotwoningen en de bouw van betaalbare en gezonde volkswoningen. Hun inspanningen werden bekroond met de Woningwet van 1901. Gemeenten en woningbouwverenigingen (in jargon: de toegelaten instellingen) konden voortaan aanspraak maken op financiële steun van het Rijk, wanneer zij krotten opruimden en goede en gezonde volkswoningen bouwden.
Woningwet heeft aanleiding gegeven tot de oprichting van honderden woningbouwverenigingen in stad en land. In jaren van grote woningnood ontplooiden zij de meeste activiteit: tijdens en vlak na de Eerste Wereldoorlog, en in de 35 jaar na de Tweede Wereldoorlog, toen woningnood in Nederland als 'volksvijand nummer 1' gold.
hebben vanaf het begin hun 'bezit' onderhouden. Omstreeks 1970 bleek echter dat veel woningen die in de jaren twintig waren gebouwd, zonder een ingrijpende aanpak tot krotten zouden vervallen. Dit was de aanleiding tot de stadsvernieuwing die een kwart eeuw duurde en tot vernieuwing van voor- en naoorlogse wijken heeft geleid.
1980 werd de individuele huursubsidie ingevoerd. De achtergronden waren tweeërlei. Enerzijds de snelle stijging van de bouwkosten, waardoor nieuwbouw voor veel gezinnen met een laag inkomen zonder financiële steun niet bereikbaar zou zijn; anderzijds de politieke voorkeur voor nivellering en steun aan huishoudens met een laag inkomen.
de toename van hun activiteiten grotendeels door de rijksoverheid werden gefinancierd, raakten de woningbouwverenigingen in de jaren tachtig 'met gouden koorden' aan het Rijk verbonden.
GeschiedenisDe oprichtingsdatum van Woningvereniging Nijmegen (WVN) - de oudste en grootste woningbouwvereniging van Nijmegen waarvan de rechtsopvolger Portaal nog steeds actief is - was10 oktober 1906. Pater P. van Hooff SJ, de geestelijk leidsman van de Katholieke Gezellen- of Kolpingvereniging voor jonge arbeiders, nam het initiatief tot oprichting van een stedelijke woningbouwvereniging. Van Hooff kreeg steun van het gemeentebestuur en richtte een zogenaamde herenvereniging op, waarin notabelen, onder wie ook wethouders en leden van de gemeenteraad, het bestuur vormden. Dit was een principieel verschil met andere woningbouwverenigingen waar arbeiders, degenen voor wie de gezonde volkswoningen werden gebouwd, ook het bestuur vormden.
begon haar werk in enkele verkrotte straten in de benedenstad en het centrum. Ze kocht vervallen huizen op met de bedoeling ze te slopen en ze door gezonde nieuwbouwwoningen te vervangen. Hoewel WVN in de Zwanengas / Piersonstraat in deze opzet slaagde, was dit een dermate tijdrovende operatie, dat het zwaartepunt al spoedig werd verlegd naar nieuwbouw in nieuwe wijken, dus zonder voorafgaande krotopruiming. Eerst nog bescheiden (Weurtseweg / Dijkstraat), vanaf de Eerste Wereldoorlog grootschaliger. Tussen 1915 en 1925 bouwde WVN omvangrijke complexen in het Willemskwartier, het Waterkwartier, de Wolfskuil en rond de Koninginnelaan. Het bezit omvatte toen drieduizend arbeiderswoningen, enkele honderden middenstandswoningen (Javastraat) en tientallen winkelwoningen.
de economische depressie van de jaren dertig bouwde WVN enkele complexen voor 'ontoelaatbaren', mensen die tevoren in een krot in de benedenstad hadden gewoond en de vereiste 'woonbeschaving' voor een nette arbeidswoning misten. Met name in de buurt 'Onder de Bogen' tussen de Koninginnelaan en de spoordijk werden deze gezinnen opgevangen en begeleid door woonmaatschappelijk werksters.
woningnood van na Tweede Wereldoorlog zette alle woningbouwverenigingen in Nederland aan tot immense inspanningen. Dit gold in het bijzonder voor Nijmegen, waar duizenden woningen door oorlogsgeweld waren verwoest. WVN en de andere woningbouwverenigingen, zoals het katholieke Kolping, het protestantse Eigen Haard en de sociaaldemocratische Gezonde Woning, werkten hierin nauw samen met het gemeentelijke apparaat. Tussen 1950 en 1990 verrezen in nieuwbouwwijken als Grootstal, Heseveld, Hatert, Dukenburg en Lindenholt tienduizenden woningwetwoningen, waarvan WVN ongeveer een derde deel voor haar rekening nam.
woningbezit van WVN groeide uit tot ongeveer tienduizend woningen in 1990. Parallel hieraan nam de omvang van het werkapparaat toe. Behalve tientallen bouwvakkers die in het onderhoud werkten (nieuwbouw werd uitbesteed), nam WVN steeds meer mensen in dienst die zich bezighielden met uiteenlopende zaken als planning van de nieuwbouw, berekening van huur en huursubsidie en de relatie met buurtgroepen in de stadsvernieuwing.
werd de verenigingsvorm meer en meer als een anachronisme gezien, te meer omdat WVN, dat statutair slechts een beperkt aantal leden kende, feitelijk al als een stichting functioneerde. Op 1 januari 1991 werd Woningvereniging Nijmegen omgezet in Woningstichting Nijmegen (WSN).
Functies, beroepen of activiteiten-         Krotopruiming;
van goede en goedkope arbeiderswoningen;
van middenstandswoningen;
van woningen voor achterstandsgroepen en hun begeleiding;
en onderhoud van woningen;
van de leefbaarheid in de eigen complexen en wijken;
van bewonersparticipatie;
in het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.
Structuur of genealogieVereniging met een bestuur, waarin op grond van wettelijke bemoeienis van de gemeente met de volkshuisvesting ook leden van het college van B&W en de gemeenteraad zitting hadden.
de activiteiten van de vereniging sterk toenamen, verschoof het zwaartepunt van het bestuur naar eerst (vanaf 1961) het dagelijks bestuur, dan (vanaf begin jaren zeventig) de directeur en ten slotte (1977) het management team.
Bron(nen)Jaarverslagen;
Wolf, De Gezonde Woning. Honderd jaar bouwen en wonen in Nijmegen (2011);
Wolf, Van kartel tot brancheorganisatie. De geschiedenis van het Samenwerkingsorgaan van de Nijmeegse Woningcorporaties 1973 - 1995 (1997).