Waterschap ‘Nijmegen-Duitsche Grens’


ArchiefvormerWaterschap ‘Nijmegen-Duitsche Grens’
Archief489 Waterschap Nijmegen - Duitsche Grens
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
PlaatsUbbergen
Opvolger(s)Polderdistrict Circul van de Ooij en Millingen
GeschiedenisOm een eind te maken aan de problemen rond de afwatering in het gebied tussen Kleef en Nijmegen, werden ten weerszijden van de grens waterschappen opgericht. Deze hadden tot taak om voor de polders in hun gebied de waterlossing via het Meertje te gaan verzorgen. In Duitsland was dat het Deichverband ‘Kleve Landesgrenze’, waaraan de Deichschauen ‘Duffelt’, ‘Kranenburg’, ‘Zyfflich’ en (voor een gedeelte) ‘Rindern’ deelnamen (1). In Nederland werd daarvoor in 1930 het waterschap ‘Nijmegen-Duitsche Grens’ opgericht (2). Daarin werkten het polderdistrict ‘Circul van de Ooij’, de polder ‘Beek’ en de buitenpolder ‘Millingen, De Duffelt en Zeeland’ samen.
Bij het staatsverdarg van 14 maart 1932 werd de samenwerking tussen het Deichverband en het waterschap geregeld. In Nijmegen werd de Meersluis vervangen door het Hollands-Duits gemaal, dat 10.000 ha. in Duitsland en 6.500 ha. in Nederland ging bemalen. Het Deichverband droeg voor 70% bij in de kosten van het gemaal en het onderhoud van het Meer.
De polders en het Deichverband ‘Kleve-Landesgrenze’ droegen volgens ‘verhoudingscijfers’ bij aan de kosten van het waterschap.
In 1955 kwamen Gedeputeerde Staten met een voorstel om door middel van een reorganisatie tot een doelmatiger bestuur van de polders in het Gelderse rivierengebied te komen. Kleine buitenpolders zouden worden opgeheven en samengevoegd met de grotere aangrenzende polderdistricten. Als gevolg daarvan werd per 1 juli 1958 het waterschap ‘Nijmegen-Duitsche Grens’ opgeheven en samengevoegd met het eveneens opgeheven polderdistrict ‘Circul van de Ooij’ en de buitenpolder ‘Millingen, De Duffelt en Zeeland’ tot het nieuwe polderdistrict ‘Circul van de Ooij en Millingen’(3). Hiermee was de gehele waterstaatkundige zorg ten oosten van Nijmegen in één hand gekomen.

1) H. Gräf, Die geschichtliche Entwicklung des Deichswesens im Landkreis Kleve, 121.
2) Inv.nr. 4061.
3) Provinciaal Blad 1958, nr. 33; inv.nr. 4063; archief Polderdistrict ‘Circul van de Ooij en Millingen’, inv. nrs. 820 en 2334; archief Buitenpolder ‘Millingen, De Duffelt en Zeeland’, inv. nr. 3891
Functies, beroepen of activiteitenBevorderen van de afwatering in het gebied tussen Kleef en Nijmegen
Structuur of genealogieHet waterschap was een samenwerkingsverband tussen polders. De bestuursleden werden benoemd door de deelnemende polders. Het dagelijks bestuur telde drie leden: de dijkgraaf van de Ooij en de voorzittende poldermeesters van Millingen en Beek. Daarnaast waren er acht hoofdgeërfden: drie uit de Ooij, drie uit Millingen en twee uit Beek, en drie plaatsvervangende hoofdgeërfden: uit elke polder één.
Gedurende het gehele bestaan van het waterschap was de secretaris-ontvanger (toevallig) die van Millingen.
Bron(nen)Gräf, H., Die geschichtliche Entwicklung des Deichwesens im Landkreis Kleve. In : 150 Jahre Landkreis Kleve. Kleve, (1966), 110 - 131