Waalse Gemeente Nijmegen


ArchiefvormerWaalse Gemeente Nijmegen
Andere namenWaalse Kerk
Waals Gereformeerde Gemeente Nijmegen
Eglise Wallonne de Nimègue
Archief288 Waalse Gemeente Nijmegen
510 Retroacta van de Burgerlijke Stand Nijmegen (RBS)
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingParticulier
RechtsvormKerkgenootschap
Datering1644-1973
PlaatsNijmegen (1644-1973)
Opvolger(s)Waalse Kerk Arnhem-Nijmegen
Algemene contextDe Waalse kerk (Frans: Église Wallonne) is een calvinistische kerk in de Nederlanden en de voormalige koloniën, waarvan de leden oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk stammen en waarbinnen de voertaal het Frans is. Hun leden worden Waals Hervormd (Frans: Réformé Wallon; voor 1815 Waals Gereformeerd) genoemd en onderscheiden zich van de Nederduits Hervormden, die Nederduits of Nederlands als voertaal gebruiken.
In de Spaanse Nederlanden onder Filips II werden de protestanten sterk in hun vrije godsdienstbeoefening belemmerd. In de gebieden die zich in 1579 aansloten bij de Unie van Atrecht werd het katholicisme de enig toegestane godsdienst. Zeker 150.000 calvinisten vluchtten hierop naar de Noordelijke Nederlanden, die onder de Oranjes een veilige haven voor calvinisten werden. De herovering van ‘Staatse’ steden door het Spaanse gezag in de jaren daarna – vooral de verovering van Antwerpen in 1585 – bracht nieuwe vluchtelingenstromen naar het noorden op gang.
Er kwamen zo veel Waals Hervormden naar de Noordelijke Nederlanden dat zij eigen gemeenten vormden, apart van de Nederduits Hervormden. In de Republiek stichtten zij in totaal 43 gemeenten, eerst en voornamelijk in Zeeland en Holland. Later verspreidden de Franstaligen zich doordat zij als soldaten werden uitgezonden naar de andere gewesten.
In 1685, herriep Zonnekoning Lodewijk XIV het Edict van Nantes uit 1598, dat de hugenoten (calvinisten) in diverse Franse steden enige vrijheden had gegeven, waaronder godsdienstvrijheid. De herroeping van het edict leidde ertoe dat bijna honderdduizend hugenoten vanuit Frankrijk naar de Republiek vluchtten, vooral naar het gewest Holland. Zij sloten zich aan bij de al bestaande Waalse gemeenten of vormden nieuwe, waardoor het totale aantal gemeenten opliep tot tachtig. Door een snelle integratie van de vluchtelingen in de Nederlandse samenleving nam het aantal gemeenten in de achttiende eeuw af. Anno 2012 telt de Waalse kerk nog veertien gemeenten, waarvan Arnhem-Nijmegen er één vormt.
GeschiedenisDe Waalse gemeente te Nijmegen ontstond vanuit het garnizoen waarin, vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een groot aantal Franssprekenden dienst deed. Vanaf 1611 werd te Nijmegen in het Frans gepreekt, zowel door enkele Nederduitse predikanten als door veldpredikers. Naar aanleiding van het overlijden van Philippe de Gastines, die jarenlang voor het garnizoen te Nijmegen werkzaam was geweest, dienden Franse officieren een verzoek in bij de Waalse synode – het verband van Franse kerken in de Republiek – voor de stichting van een eigen Franse kerk te Nijmegen.
In 1644 werd de Waals Gereformeerde gemeente te Nijmegen opgericht. Er waren nauwe banden met de Nederduits Gereformeerde gemeente en met het stadsbestuur. De pasteur (predikant) werd betaald door de stad en het Kwartier van Nijmegen. Vanaf de Franse tijd betaalde het Rijk de predikant.
De Waalse gemeente te Nijmegen kende enkele periodes van bloei. Na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 kreeg ook Nijmegen te maken met een grote toestroom van hugenoten, de zogenoemde refugiés (vluchtelingen). Een gedeelte kwam in Nijmegen en vond geestelijk onderdak bij de Waalse gemeente. Een andere bloeiperiode was het midden van de negentiende eeuw, toen de Waalse gemeente onder haar leden een aantal prominente vertegenwoordigers van het Reveil telde. Drie van hen, J.J.L. van der Brugghen, W. van der Lijnden en ds. E.A. Zubli, stonden aan de wieg van de Christelijke Normaalschool op de Klokkenberg.
In de twintigste eeuw kende de Waalse gemeente een gestage krimp. In de oorlogsjaren telde de gemeente nog ongeveer vijftig leden, in de jaren vijftig was dat aantal geslonken tot dertig. Door die geringe omvang werd het moeilijk om de gemeente zelfstandig te laten voortbestaan. In 1973 fuseerden de Waalse gemeenten van Arnhem en Nijmegen, waarna de diensten in Nijmegen grotendeels werden gestaakt (De Jonge en Jolink, 16). Twee maal per jaar houdt de Waalse gemeente nog een kerkdienst in de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk.

Vanaf 1644 hield de Waalse gemeente haar diensten in de grote zaal van de Commanderie van St. Jan aan wat nu de Franseplaats heet. Deze ruimte werd echter in 1655 in gebruik genomen door de toen opgerichte Illustere Hogeschool, waardoor de Waalse gemeente moest verhuizen naar de Regulierenkerk in de Molenstraat. Na de opheffing van de Hogeschool kon de gemeente in 1674 weer terugkeren naar de Commanderie. De gemeente groeide echter flink door de komst van Franse vluchtelingen in de jaren na 1685. In 1686 bood de stad haar het gebruik van de ‘Kleine kerk’ aan de Broerstraat ’s zondags op bepaalde uren. In 1688 ging de gemeente weer terug naar de inmiddels verbouwde Regulierenkerk.
In 1701 keerde de Waalse gemeente weer terug naar haar oude plek, het auditorium van de Commanderie (De Jonge en Jolink, 9-10; Gorissen, 116). De kerk werd vergroot met een galerij. In 1758 schafte de gemeente een orgel aan, dat in 1777 werd vervangen door een exemplaar van de Keulse orgelbouwer K.Ph. König. De Waalse gemeente werd in 1810 eigenaar van het gebouwencomplex van de Commanderie.
Bij het bombardement van 22 februari 1944 werd de Commanderie zwaar beschadigd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de Luthersekerk, de Doopsgezinde kerk en het woonhuis van ds. Le Gras.
Vanaf 1946 gebruikte de Waalse gemeente de benedenetage in de Mariënburgkapel, waarin toen het gemeentemuseum en het gemeentearchief waren gevestigd (Lemmens e.a., 32-35). Ondertussen maakte de gemeente plannen voor de restauratie van de Commanderie, maar deze bleken tenslotte de financiële draagkracht te boven te gaan. In 1952 verkocht de Waalse gemeente de ruïnes en vanaf 1951 maakte zij gebruik van de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk. Het Königorgel werd uit het gebouw aan de Franseplaats meegenomen en in 1957 aan de Waalse gemeente te Arnhem verkocht (Lemmens e.a., 32-35).

Lijst van Nederduitse predikanten en veldpredikers

1611 J. Coetsius
1621 N. Severin
1626 A. de Mory
1628 Ph. de Gastines
1640 F. de Cupif


Lijst van predikanten-pasteurs

1644-1653 J.L. Grouwels
1653-1661 G. Soudan
1661-1680 J. Brun
1680-1683 vacant
1683-1701 Z. Polgé
1701-1722 F. Durand de Fontcouvert
1723-1727 S.S. de Chaufepié
1727-1776 D. Maillart de Pleinchamps
1776-1792 J. Scheidius
1793-1794 J.G.P. Certon
1795-1797 vacant
1797-1799 P. de Mounier
1799-1834 J.H. Payen
1835-1848 E.A. Zubli
1849-1889 J.A. Stoop
1891-1925 A. Pijnacker Hordijk
1925-1938 vacant
1938-1947 R.F. le Gras
1948-1967 J. Wit
1967-1969 J. Dutreuil
1969-1972 vacant
1972-1973 C.J. Lenoir
Functies, beroepen of activiteitenDe kerntaken van de Waalse gemeente betroffen het verzorgen van kerkdiensten in de Franse taal voor de Waalse (of Waals Gereformeerde) gemeente in Nijmegen. Collectes en inning van zitplaatsengeld brachten middelen bijeen voor de wekelijkse ondersteuning van arme lidmaten en incidentele ondersteuning van andere groepen, zoals de refugiés. Ook verwierf de gemeente inkomsten door enkele huisjes aan de Franseplaats te verhuren. Dat gebeurde nog tot in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Structuur of genealogieDe Waalse gemeente bestond uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en de diaconie. Het algemeen bestuur van de kerk werd gevormd door de ‘consistoire’ (kerkeraad), bestaande uit vier ‘anciens’ (ouderlingen) en vier ‘diacres’ (diakenen), die om de twee jaar werden gekozen. Zij behoorden steevast tot de notabelen in de stad. In de zeventiende en achttiende eeuw kwamen twee van de ouderlingen uit de Nijmeegse burgerij en twee uit de magistratuur. Zij waren niet altijd van Waalse origine: diverse vooraanstaande families van Nederlands Hervormde huize gingen in de Waalse gemeente ter kerke en bekleedden er posities. De kerkvoogdij was verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en financiën.
De diakenen beheerden het vermogen van de diaconie. Daarnaast had de kerk nog een receveur (boekhouder), een organist en een orgeltrapper, een koster en een hulpkoster in dienst.
De gemeente maakte deel uit van de Waalse synode, die verantwoordelijk was voor het algemene beleid. Ook besprak de synode kerkrechtelijke zaken en bemiddelde zij bij geschillen in of tussen gemeenten. Vanaf 1815 viel de Waalse gemeente onder de in dat jaar opgerichte Nederlands Hervormde Kerk.
Aan de kerk was één predikant verbonden. In perioden waarin een predikantenplaats vacant was, namen vervangers de diensten waar. Eind zeventiende eeuw, toen de gemeente sterk groeide, kende de kerk ook een ‘pasteur extraordinaire’.
Bron(nen)Bouwman, A., A. van der Lem en M. Sluis, Collectiebeschrijving collectie Bibliothèque Wallonne, Universiteit Leiden, Leiden, 2007, op: https://disc.leidenuniv.nl.
Gorissen, F., Niederrheinischer Städteatlas/Geldrische Städte, 1. Heft: Nimwegen, Kleef, 1956 (Publikationen der Gesellschaft für Rheinische Geschichtskunde, nr. 51).
Jonge, A. de en C.F.W. Jolink, De Franse gemeenschap in Nijmegen. Geschiedenis van de Waalse gemeente en kerk, tentoonstelling ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Alliance Francaise in Nederland, Nijmeegs Museum Commanderie van St.-Jan, Nijmegen, 1988.
Lemmens, G.T. en J.L. Volders, De Commanderie van St. Jan van 1196 tot 1974, Nijmeegs museum "Commanderie van St. Jan", uitgegeven in samenwerking met ‘Numaga’, Nijmegen, 1974.
Perk, M.A., Cinq jours à Nimègue. Souvenir du deux-cent-cinquantième anniversaire de l'eglise Wallone de Nimègue, 1895.
In de Universiteitsbibliotheek van Leiden bevindt zich sinds 1998 een documentatiecentrum met een uitgebreide collectie boeken en tijdschriften over de Waalse kerk in Nederland. Deze is afkomstig uit de voormalige Bibliothèque Wallonne.